05

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 1

Stiekeme slurpers

Tekst KAP Charlotte Snel
Foto boven SGTBDAV Jasper Verolme

Blinde vlek in energieverbruik marinebasis

Met ruim 60.000 personeelsleden, het nodige materieel en vastgoed, kan Defensie gerust een energievreter worden genoemd. Marinebasis Den Helder staat daarbinnen zelfs op een eerste plaats. De ene helft van de energie gaat hier richting het vastgoed, de andere (ook zo’n 50.000.000 kWh) naar ‘stiekeme slurpers’, zo ontdekte luitenant ter zee 3 (SD) Bas Ruijer (28) tijdens zijn scriptieonderzoek. Het betreft binnenliggende marineschepen, aangesloten op de walstroomvoorziening. Inmiddels worden zijn belangrijke aanbevelingen ter harte genomen.

Waarom bleven de energievreters aan de steigers lange tijd buiten beeld? (Foto: John van Helvert)

Hoewel in de Defensie Energie Omgeving Strategie (DEOS) een duidelijk plan is gemaakt om het vastgoed energiezuiniger te maken, bleek er vooralsnog geen heldere strategie rond het verbruik op binnenliggende marineschepen. En dus dragen de schepen nu nog niet bij aan de voorgenomen besparing, terwijl ze wel goed zijn voor 50% van het totale elektriciteitsverbruik, zo ontdekte Ruijer. De voormalig sergeant van de Technische Dienst verdiepte zich ter afronding van zijn deeltijdstudie Technische Bedrijfskunde voor het Energie Distributie Bedrijf (EDB) in deze blinde vlek.

‘Er is geen schuldige; dat maakt het juist zo lastig’

En, wat ontdekte je? 

“Dat het complex is; heel complex. Vooropgesteld: er is geen schuldige. En dat maakt het nu juist zo lastig. Er is gewoon nog een hoop onwetendheid op dit gebied. We weten wat het totaalverbruik per jaar is van de schepen die aan de steiger liggen, maar specifiekere gegevens zijn er niet. Deze dienen handmatig bepaald te worden en daar wordt niet om gevraagd. We kunnen met z’n allen wel roepen dat er iets moet veranderen, maar zonder efficiënte methodiek om data uit te lezen, is er geen mogelijkheid om resultaten te meten en kan er niet gereageerd en gestuurd worden. Stel: schepen gaan over op ledverlichting, maar gaan ook onopgemerkt meer op missie. Dan zakt het totaalverbruik. Maar je weet niet of dat door de ledverlichting kwam of gewoon doordat ze veel weg waren.”
 

Marinebasis Den Helder staat op eerste plaats van grootverbruikers binnen Defensie. (Foto: AOO Eva Klijn)

Kun je dit tij nu simpel keren?

“Daar is de bedrijfscultuur nog niet naar. Er worden niet altijd kritische vragen gesteld, ook door ervaren collega’s van wie je het wel zou verwachten. Opnieuw: dat is niet hun fout. Mensen durven niet buiten de lijntjes te kleuren. Bovendien is de werkdruk dermate hoog dat er helemaal geen tijd overblijft om na te denken over hoe en wat er bespaard kan worden aan boord.”

 

‘Bij de marine werken we volgens doctrines; om verandering te creëren, moet je die cultuur omarmen’

Zou je zoiets mee kunnen geven in de opleidingen? 

“We denken dat we mensen energiebewuster kunnen opleiden en dat zij dan vanzelf het verschil gaan maken. Ik kom echter tot precies de tegenovergestelde conclusie. Een net opgeleid broekie gaat iemand met 30 jaar ervaring aan boord niet corrigeren. Daarnaast kun je mensen niet zomaar met wat handvatten op pad sturen en het ze zelf uit laten zoeken. Dat werkt niet binnen de krijgsmacht. Het blijkt dat collega’s pas bewust worden van zaken als energieverbruik en -besparing als deze worden opgenomen in de bedrijfsvoering. Bij de marine werken we nu eenmaal volgens doctrines. Om verandering te creëren, moet je juist die cultuur omarmen.”

LTZ 3 (SD) Bas Ruijer: “...energiebewuster werken opnemen in bedrijfsvoering.” (Foto’s: SGT Jan Dijkstra)

Waar begin je dan?

“Letterlijk bij het begin; de elektriciteitsbesparing op binnenliggende schepen als apart onderdeel opnemen in de DEOS. Daarna ga je gegevens omtrent het verbruik per schip verzamelen en analyseren, zodat je voor elk scheepstype een nulmeting hebt. Vervolgens richt je je op de bedrijfsvoering en het inrichten van werkprocessen. En dan pas op het stimuleren van de bewustwording in het dagelijks werk en tijdens opleidingen. Samengevat: voordat we schepen met zuiniger apparatuur gaan inrichten, gaan we eerst kritisch kijken hoe we nu met de bestaande installaties omgaan.” 

‘De oplossing is vaak niet moeilijk, maar moet onderdeel worden van de bedrijfsvoering’

Wat wordt er met jouw aanbevelingen gedaan?

“Er zijn al wel wat kleine stappen gemaakt. Ik mocht mijn resultaten presenteren aan de Bestuursstaf. En ook in de praktijk zien mensen langzaam maar zeker het licht. Zo zorgden de eerste officier, kapitein-luitenant ter zee Wilco Faber, en de systeemverantwoordelijk officier Casco & Ondersteunende Systemen, luitenant ter zee 2 (TD) Bart de Wit, van Zr.Ms. Karel Doorman voor een besparing van 84.000 kWh. Dat bereikten ze vrij simpel in 2 weken tijd, gedurende het winterverlof, op verzoek van het EDB. Dat staat gelijk aan het jaarlijks verbruik van 30 huishoudens! Puur door kritisch naar de processen op het schip te kijken. De oplossing is vaak niet moeilijk, maar het moet voor de langere termijn wel onderdeel worden van de bedrijfsvoering. Daarna kunnen we het met z’n allen gaan dóén.”

 

Defensie Energie Omgeving Strategie

Al sinds het energieakkoord van 2013 en het Klimaatakkoord van Parijs spant Defensie zich in om bij te dragen aan een duurzamere maatschappij. De Defensie Energie Omgeving Strategie (DEOS) is de nieuwe strategie van Defensie om de doelstellingen van het energie- en klimaatakkoord te behalen. Een ontwerp op hoofdlijnen voor een duurzame krijgsmacht met een energietransitie in het vooruitzicht.

x
Foto: SGTBDAV Sjoerd Hilckmann