Tekst RITM Charlotte Snel
Foto SGTBDAV Jasper Verolme

Herinneringsmedaille Operatie Enduring Freedom (OEF) | AOOMARNALG Roger Ten Brink

x

‘Het Korps is mijn ziel, zaligheid en grootste passie’

Medailles. Onlosmakelijk verbonden met de militair. Een officiële blijk van waardering. Ze vertegenwoordigen trots. Ze zijn een erkenning voor de onvoorwaardelijke inzet van de militair, soms met gevaar voor eigen leven. Elke medaille heeft een verhaal. In deze rubriek vertelt een militair over zijn of haar waardevolste onderscheiding. De andere kant van de medaille…

Natuurlijk, voor zijn vrouw en dochter gaat hij door het vuur. Maar zijn eerste storingsreactie is het werk. Stafadjudant Roger ten Brink ís het Korps Mariniers. Al 35 jaar maakt hij deel uit van ‘de mooiste club van Nederland’. De buitenkant mag naar eigen zeggen iets zijn verkreukeld, zijn innerlijke vlam brandt als nooit tevoren. “Het Korps is mijn ziel, zaligheid en grootste passie.”

“Als ik op de top van een berg ben, zie ik daarachter een hogere die ik móet beklimmen.”

Zittend slapen

Als 9-jarige ventje maakt de (toen nog kleine) Roger al in soldatenpak het hotel van zijn ouders onveilig. Het is vrij snel duidelijk dat er gezocht moet worden naar een andere opvolger voor het bedrijf. Roger wil het leger in. Een uitgemaakte zaak. Want ook zijn ouwelui weten: wat hun zoon in zijn kop heeft, heeft-ie niet in zijn kont. 

In 1986 doorloopt Ten Brink de keuring bij het Korps Mariniers, toen voor hem al de tofste tak van Defensie. Dat hij nét boven de lengte-eis van 2 meter uitkwam? Ach... “Ik heb wekenlang alleen maar zittend geslapen en dagelijks rondgelopen met een rugzak vol zand. Bij de keuring kwam ik uit op 1 meter 99,9. Perfect.” 

Dingen doen

Na zijn dienstplicht haakt Ten Brink aan bij het Verkenningspeloton van de mariniers op Curaçao. Ten tijde van de Golfoorlog, begin jaren 90, volgt er iedere 1,5 jaar een uitzending, naar onder meer Cambodja en delen van Afrika. 

Terug in Nederland, stroomt Ten Brink direct in bij de onderofficiersopleiding in Doorn. Er volgen jobs bij het Korps Commando Troepen (KCT), het Joint ISTAR Commando (JISTARC), de Dienst Speciale Interventies (DSI), de Bestuursstaf en de Netherlands Maritime Special Operations Forces (NLMARSOF). “Kort samengevat: van de 35 jaar bij het Korps heb ik er 32 bij operationele eenheden gezeten. De overige jaren zat ik in opleiding om iets operationeels te gaan doen.” 

Tijdens Operatie Enduring Freedom 2003 is Ten Brink voor het eerst alleen én eindverantwoordelijk voor de MARSOF-mannen die worden ingezet in Irak.

Bedachtzaam

Als hij er 1 hoogtepunt uit moet pikken, is het absoluut zijn tijd als teamleider bij NLMARSOF. En dan met name die ene uitzending in 2003, operatie Enduring Freedom. De eerste keer dat Ten Brink alleen én eindverantwoordelijk is voor de NLMARSOF-mannen die worden ingezet in Irak. “Ik was net sergeant en de enige onderofficier bij het hoofdenoverleg aan boord. Ik kreeg allerlei vragen en verzoeken en moest dan zelf bedenken wat wijsheid was. Eerder sprong ik overal blind in; die missie heeft me zeker bedachtzamer gemaakt.” 

Geen garantie

Ten Brink beseft zich meer dan ooit dat hij niet meer alleen over zijn eigen lot beslist, maar ook over dat van zijn team. “Vlak voor vertrek kwam de moeder van een van die jongens naar me toe. Ze wilde dat ik haar garandeerde dat ik haar zoon weer veilig thuis zou brengen. Ik heb haar geprobeerd uit te leggen dat wij juíst in actie komen als het spannend wordt, dus dat het eigenlijk geen eerlijke vraag is. Ik zei: ‘Mevrouw, ik ga natuurlijk mijn smerigste best doen. Maar ik kan geen garantie geven dat ik ze allemaal veilig terugbreng.’ Ja, best pittig. Maar wel de waarheid.” De vraag spookt sindsdien bij iedere risicovolle beslissing door het hoofd van Ten Brink. “Dan hoor ik haar weer zeggen: ‘Breng mijn jongen thuis’.”

‘Alle clichés zijn waar; het krijgen van een kind verandert je echt’

Cliché, maar waar

Als Ten Brink 11 jaar geleden zelf vader wordt, vallen de puzzelstukjes in elkaar. “Rationeel begreep ik haar vraag wel. De emotionele kant besef je pas als je zelf ouder wordt. Alle clichés zijn waar; het krijgen van een kind verandert je echt. Als je die kleine snikkend aan de andere kant van de lijn hoort vragen wanneer papa thuiskomt. Nou, dan mag ik 2 meter..., eh: 1 meter 99,9 en 116 kilo zijn, maar dat hakt er wel in, hoor.”  

Feestnummer

Het thuisfront is voor Ten Brink de ‘andere kant’ van vrijwel al zijn medailles. “Kijk, het Korps Mariniers is een fantastische werkplek. Als ik 18 was, zou ik morgen weer aan de poort staan. Maar het is geen 9 tot 5 baan. Ik heb 10 jaar lang met een pieper in mijn zak gelopen. Ook op vakanties, ook op verjaardagen. Was ik het ‘feestnummer’ dat met een colaatje in de hoek zat. Alles draaide om mij en mijn werk. Ik heb er geen moment spijt van gehad, maar dat ik inmiddels 22 jaar getrouwd ben, zegt meer over de kwaliteiten van mijn vrouw dan over die van mij.” 
 

‘Dat ik 22 jaar getrouwd ben, zegt meer over de kwaliteiten van mijn vrouw’

Over 5 maanden breit Ten Brink een eind aan zijn laatste functie als stafadjudant en daarmee zijn loopbaan binnen het Korps Mariniers. Dat hij met Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) gaat, is voor de potige adjudant nog altijd lastig te beseffen. “Als jonge gast klinkt 54 bejaard, maar wanneer je die leeftijd nadert, voelt het toch anders.” 

Het thuisfront is voor Ten Brink de ‘andere kant’ van vrijwel al zijn medailles.

Pensionado

Een leven zonder het Korps? Nee, dat is voor Ten Brink geen optie. Hij zal altijd zijn steentje blijven bijdragen, al zal het wel wat meer op de achtergrond zijn. “Ik blijf me sowieso inzetten voor de Veteranenvereniging en als steunpunt voor (oud-)collega’s. Oh, en er loopt privé nog een gaaf plan. Iets met het opsporen van stropers in Afrika… Daar hoop ik binnenkort wat meer over te kunnen vertellen. Genoeg doelen nog in ieder geval. Dat is een beetje mijn manco. Als ik op de top van een berg ben, zie ik daarachter een hogere die ik móet beklimmen. Dat zal er nooit uit gaan.” 

Wat vaststaat is dat we Ten Brink niet zullen aantreffen bij een bridgeclub of wandelvereniging. “Het leven van een pensionado past me niet. Ik moet bezig blijven. Het grote genieten is voor mij 35 jaar geleden al begonnen.”