Tekst Jack Oosthoek

Marine strijdt volop mee tegen corona

x
Foto boven: In het Gelderse Vallei ziekenhuis kregen MATR 1 LDGD Melissa Janssen (tweede van rechts) en haar collega’s op 5 mei gebak van Defensie. (Eigen foto)

Het Commando Zeestrijdkrachten haalt evenals de andere krijgsmachtdelen alles uit de kast om volksvijand nummer 1 van dit moment, corona, de kop in te drukken. Om het megazware werk van het personeel in burgerziekenhuizen te ondersteunen, springen artsen en verpleegkundigen kriskras door het land bij. 5 van hen en een coördinator vertellen hun verhaal.

De uitbraak van het coronavirus in ons land zette de medische dienst van CZSK behoorlijk op zijn kop. (Foto: National Institute of Allergy and Infectious Diseases)

Nu Defensie de inzet van ‘coronabestrijders’ door het geslonken aantal sterfgevallen en ziekenhuisopnames heeft stopgezet, is iedereen teruggekeerd in de schoot van de marine. Met het oog op een goede nazorg krijgen de ingezette artsen en verpleegkundigen van CZSK een ‘debriefing’ door het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk (DC BMW). Over circa 6 weken gebeurt dat weer.

Coördinator adjudant LDGD Sandra Daaleman van Gezondheid en Personele Zorg (GPZ) van CZSK in Den Helder: “Als ik terugkijk op de afgelopen maanden, voel ik trots dat ik mijn steentje kon bijdragen en dat we personeel inzetten om corona te bestrijden. Dat is ook een mooi voorbeeld van civiel-militaire samenwerking. Mocht er een tweede golf komen, dan zijn we opnieuw inzetbaar.” 

Wie je ook bent, wat je ook doet: in dit coronatijdperk is regelmatig handenwassen voor iedereen een absolute must. (Foto: RIVM)

‘Dit een mooi voorbeeld van civiel-militaire samenwerking’

Tamelijk ongestructureerd

De ellende begint medio maart. Samen met collega-adjudant LDGD Claudia Staats komt Daaleman terecht in een achtbaan. Alarm! Het onbekende virus ‘corona’, ofwel COVID-19, is uitgebroken! Bij CZSK komt op een speciaal aangemaakt emailadres een lawine van verzoeken binnen om medisch personeel in te laten zetten in zwaarbelaste burgerziekenhuizen. Alkmaar, Beverwijk, Den Haag, Rotterdam, Zaandam, Leiden: de rij is lang. Daaleman, vakgroep-oudste van de marineverpleegkundigen en chef der equipage van GPZ: “In het begin verliep alles tamelijk ongestructureerd. Maar aangezien we oplossingsgericht werken, kwam er snel lijn in ons werk. Mijn collega’s en ik koppelden verpleegkundigen ‘postcode gerelateerd’ aan aanvragen, om zo iedereen dicht bij huis te kunnen laten werken. Dat is vooral na een nachtdienst prettig. Later werden onze mensen verder van huis geplaatst en ondergebracht in kazernes of hotels. Ook creëerden we binnen CZSK voor civiele ziekenhuizen ‘points of contact’. Er kwam veel op ons af.”

‘Aangezien we oplossingsgericht werken, kwam er snel lijn in ons werk’

Grote impact

Daaleman en haar collega’s hadden wekelijks contact met de uitgestuurde verpleegkundigen. “Iedereen beleefde intense dagen die ze bij Defensie niet vaak meemaken. Op de een had dat grote impact, de ander kon er goed mee omgaan.” Dat Daaleman en haar collega’s overuren draaiden, maakte ze niet uit. “Het was prettig te merken dat alles goed op de rails stond.”

‘Coronabestrijders’ vertellen hun verhaal

‘coronabestrijders’ - 1 arts en 4 verpleegkundigen - aan het woord over hun ervaringen in het ziekenhuis waar zij gestationeerd waren. Voor allemaal was het een ervaring van de buitencategorie.

‘Het verraderlijke van het ziektebeeld corona is dat het elk moment kan omslaan’

KPLLDGD Jelmer Hagendijk

Plaatsing: Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU)
“Iedereen wilde voor en met elkaar werken”


“Ik werd samen met collega-AMV’ers (Algemeen Militair Verpleegkundigen, red.) van land-, luchtmacht en marine ingezet. Ieder van ons zat te springen om iets te kunnen betekenen. Als eerste stap werden alle randzaken geregeld: kleding, toegangspasjes, interne scholing voor grote calamiteiten als brand- en ontruimingsprocedures. Er kwamen roosters voor de dag-, avond- en nachtdiensten op verschillende afdelingen. 3 in totaal met circa 20 bedden. Op de vloer was veel kennis van ziektebeelden, omdat alle verpleegkundigen van verschillende afdelingen afkomstig waren. Een pluspunt, aangezien de patiënten naast corona vaak ook andere, onderliggende ziektebeelden hadden. Door de grote mix van personeel en kennis deelden we onderling veel informatie. Iedereen wilde voor en met elkaar werken, ondanks dat veel mensen dat nog nooit met elkaar hadden gedaan. Het verraderlijke van het ziektebeeld corona is dat het elk moment kan omslaan. Lijkt alles goed en verslechtert iemands toestand binnen 1 minuut… Dit maakt dat je scherp blijft, maar geeft ook dat je corona niet mag onderschatten.”
 

KPLLDGD Noah Tweehuijsen in het Calamiteitenhospitaal: “Bijzonder hoeveel handelingen ons werden toevertrouwd.”

‘Iedereen, ook wij AMV’ers, werd uit zijn comfortzone gehaald’

KPLLDGD Noah Tweehuijsen en SGTLDGD Mariska Bruin (rechts) in het Calamiteitenhospitaal. “Zusterhart stond maximaal aan.”

SGTLDGD Mariska Bruin en KPLLDGD Noa Tweehuijsen 

Plaatsing: Calamiteitenhospitaal in Utrecht
“Iedereen werd uit zijn comfortzone gehaald”


“In de 3 opgebouwde Intensive Care (IC) Units in het Calamiteitenhospitaal konden in totaal 19 patiënten worden opgenomen. Daar werken was een unieke ervaring. Waar we recent nog zorgden voor onze bemanningen aan boord, stonden we ineens met allerlei toeters en bellen aan het bed van heel zieke patiënten. Bijzonder was ook dat iedereen, ook wij AMV’ers, uit zijn comfortzone werd gehaald. Maar het liep allemaal als een geoliede machine. We vonden het bijzonder hoe snel het vertrouwd voelde om een IC-afdeling te ondersteunen en hoeveel handelingen ons werden toevertrouwd. De 55 AMV’ers draaiden alle diensten mee. Het merendeel kwam van de landmacht, maar ook de luchtmacht leverde. Vanuit de marine waren we met 6. Met iedereen bij elkaar, burgers en militairen, merkte je echt: 1 team, 1 taak. Dat voelde supergoed. Ook het zusterhart stond maximaal aan.”
 

‘Door te zeuren en te miepen, verbetert een toestand niet’

Tijdens de AMV-opleiding bij de marine leerde KPLLDGD Brenda Buiteman om een infuus te ‘geven’. (Eigen foto)

KPLLDGD Brenda Buiteman

Plaatsing: Westeinde ziekenhuis Den Haag
“Als COVID-19 weer uitbreekt, ben ik voorbereid”


“In het begin was ik vooral ‘runner’, degene die materieel aangeeft. Vanwege mijn ervaring (Buiteman werkte in ziekenhuizen in Roosendaal en Bergen op Zoom, red.) mocht ik later op ziekenkamers helpen, medische handelingen verrichten en mensen verzorgen. We roeiden met de riemen die we hadden. Door te zeuren en te miepen, verbetert een toestand niet. Daarom ging ik gewoon aan de slag, lette op mijn veiligheid en deed het werk zo goed mogelijk. Op de Spoedeisende Hulp (SEH, red.) waar ik werkte, kwamen veel mensen binnen, hoewel niet aan de lopende band. De IC was wel vol. Nee, op de SEH zag ik geen mensen overlijden. Wat de periode in Den Haag met mij als mens deed? Hoewel ik een gevoelig persoon ben, schrok ik niet echt van de omstandigheden. Mijn periode in het Westeinde was leerzaam; ik maakte deel uit van een energiek team. Als COVID-19 weer uitbreekt, ben ik voorbereid.”

‘Ik kreeg een ander beeld van de situatie dan vanuit de media’

Een vrachtwagen van Defensie levert beademingsapparatuur af bij het Gelderse Vallei Ziekenhuis in Ede. (Foto: Mediacentrum Defensie)

LTZ 2OC AR Stef van Hoef

Plaatsing: Gelderse Vallei ziekenhuis Ede 
“Echte waarheid zie je in het ziekenhuis”


“We hebben half maart met een aantal artsen nog snel een cursus over de basisprincipes van zorg op de IC gevolgd. Iedereen was bereid om te worden ingezet. Voor ons artsen was corona een onbekend ziektebeeld. Niemand had ooit zo’n pandemie meegemaakt. Ook in het ziekenhuis merkte je dat alles nieuw was. Er was daarom veel overleg en onderzoek. Wat zijn bijvoorbeeld de vroege kenmerken van COVID-19? Samen met een collega werkte ik als arts-assistent op de IC. Het was druk, maar strak georganiseerd. Bij de behandeling van coronapatiënten kreeg ik een ander beeld van de situatie dan vanuit de media. De dagelijkse waarheid van corona ligt ergens in het midden; de échte waarheid zie je in het ziekenhuis. Het mooiste was toen de eerste patiënten na enkele weken van de beademing af gingen en ontslagen konden worden. En overlijdens: die probeer je als arts te relativeren. Het was een leerzame periode, met mooie en minder mooie momenten.”

‘Het was qua coronapatiënten volle bak’

MATR 1 LDGD Melissa Janssen
Melissa na een pittige dienst in het ziekenhuis in Ede. Eigen foto.

Matroos 1 LDGD Melissa Janssen

Plaatsing: Gelderse Vallei Ziekenhuis Ede
“Ik schrok, maar wist de knop om te zetten”


“Ik zou beginnen met mijn AMV-opleiding, toen de marine vroeg of ik ingezet wilde worden voor corona. Ik heb een verpleegkundige-diploma uit de burgermaatschappij op zak en zat thuis omdat de opleiding stillag. Inzet in een burgerziekenhuis leek me vaktechnisch interessant en ik wilde helpen. In Ede kon ik kiezen tussen SEH en IC. Het werd de laatste. Spannend, dit werk had ik nog nooit gedaan. Het was qua coronapatiënten ‘volle bak’. 70 procent van de tijd stond ik ingepakt in beschermende kleding op een ziekenkamer, nam bloed af, draaide patiënten om, stelde apparatuur in, gaf medicatie. De 12-uursdiensten waren pittig. Het mooiste was als een patiënt van de beademing af kon. Er waren ook mindere momenten, zoals toen ik iemand voor het eerst in mijn loopbaan moest afleggen. Ik schrok, maar wist de knop om te zetten. Ondanks corona was mijn tijd in Ede leuk en interessant.”