Tekst RITM Djenna Perreijn
Foto SGT Aaron Zwaal
'Geen vraag is te dom'
Het is een periode die menig vlootmilitair zich nog zal heugen: de Praktische Bedrijfs Introductie (PBI) en de afronding van het takenboek. Nieuw aan boord met een boek op zak waar eindeloos veel taken in moeten worden afgetekend door je meerdere. Deze 5 bemanningsleden van Zr.Ms. De Ruyter vielen met hun neus in de boter en mochten hun boek afronden tijdens missie Agenor in de Golfregio.
LTZ 3 Gijs (24) - Operationele Dienst
"Ik begon aan mijn takenboek tijdens de reis naar Amerika met Zr.Ms. De Ruyter, vorig najaar. Het begin was heel druk. Ik liep tussen mijn wachtdiensten door met alle dienstvakken mee, bereidde havenbezoeken voor en moest nog veel schrijfwerk doen. Dat is ook direct het voordeel: als takenboeker mag je overal aankloppen, geen vraag is te dom. Iedereen helpt je graag en zo leer je snel het schip en de bemanning kennen. Het is belangrijk om te weten hoe ieders werk eruit ziet. Voornamelijk dat van de Technische Dienst. Als ik bijvoorbeeld vanaf de brug vraag of de rem erop mag, is het goed om te weten hoe die werkt en dat het een paar minuten duurt.”
“Ik koos voor het Koninklijk Instituut voor de Marine omdat ik een avontuurlijke baan wilde. Dat is gelukt. De laatste taken rond ik af in het missiegebied. Nu gaat het vooral om veel ervaring op doen. Er komt veel meer bij kijken dan alleen navigeren. Het is een heel druk gebied, waar vooral de kleinere vissersbootjes zich niet aan de regels houden. Daarnaast proberen we verdachte patronen te vinden voor beeldopbouw en moeten we rekening houden met territoriale wateren. Dat maakt het leuker en spannender dan bijvoorbeeld van Den Helder naar Spanje varen. Daar zijn jaargenoten wel jaloers op."
Matroos Mees (20) - Nautische Dienst
"Het NBCD-gedeelte (Nuclair, Biologisch, Chemisch en Damage Control, red.) is gelukkig af. Daardoor ken ik nu alle veiligheidsregels en weet ik elke brandblusser op het schip te vinden. De rest van het takenboek moet nog. In missiegebied kunnen we niet veel oefenen, maar nautische klussen zijn er altijd genoeg. We ‘tjetten’ veel, zodat het schip er netjes uit ziet. Rond 16.00 uur 's middags zijn we vrij, maar dan moeten de 'taakies' nog aan hun boek werken. Normaal zou ik gelijk gaan sporten, maar ik werk door, want ik wil voor 22.30 uur 's avonds klaar zijn. In dit tempo heb ik alle taken ruim voor het einde van de missie afgerond.”
“Ik wist al dat ik bij de marine wilde toen ik een jaar of 9 was en met mijn vader de Marinedagen bezocht. In de praktijk is het alles wat ik ervan had gehoopt. We hebben een leuke groep. We werken hard, maar er is ook ruimte voor een dolletje. Na mijn takenboek wil ik graag op 'groot bovenwater' blijven varen en meer mooie reizen maken. Hopelijk is er na het takenboek meer ruimte voor ontspanning. Ik mis de sportschool."
LTZ 3 Kelly (23) - Operationele Dienst
"Laatst stond ik 's nachts met 2 matrozen op de brug en ik was de oudste. 'Wow', dacht ik, we staan hier gewoon met z'n drieën een schip te besturen, terwijl de rest van de bemanning slaapt. Nu het takenboek bijna af is, krijg ik steeds meer verantwoordelijkheid. Dat voelt goed. Ik navigeer het fregat en geef leiding aan de roerganger en iemand die op de uitkijk staat. Daar leer ik veel van. Als iets niet werkt, probeer ik het een dag later op een andere manier.”
“De dagen zijn beter te behappen dan in 't begin van de takenboekperiode. We voeren bij Amerika en ik moest nog zoveel taken laten afvinken. Als er nu een extra wachtsofficier nodig is, zoals bij serieuze dreiging, sta ik fris en fruitig op post, omdat ik tussen de shifts door genoeg rust heb gehad. Dat is ook nodig, want we draaien een missie. We zijn hier om beeld op te bouwen en houden continu onze omgeving in de gaten. Al een paar keer hadden we contact met Iraanse patrouillebootjes. Of er vliegt een straaljager voorbij. Het is belangrijk dat je scherp bent, bij nieuwe contacten de juiste mensen inlicht en de goede acties neemt. Het mooie aan dit werk is dat je altijd op de hoogte van de operatie bent."
Matroos 2 ODND Tyler (19) - Nautische Dienst
"Het opwerktraject van de missie was een drukke tijd, waardoor ik een beetje achterliep met het takenboek. Nu we varen, kan ik gas geven. Gelukkig is iedereen die je nodig hebt bij het nakijken of aftekenen aan boord; ze kunnen nooit ver weg zijn. Ook collega's van andere dienstvakken zijn behulpzaam en geven tips over hoe iets beter of veiliger kan. Ik leer elke dag nieuwe dingen. Laatst heb ik voor 't eerst geholpen bij het RAS’en (Replenishment at Sea, brandstof laden op zee, red.). Mooi dat ik die kennis dan 's avonds in het takenboek kan opschrijven.”
“Voor ik aan boord stapte, had ik alleen nog op de RHIB gevaren. Nu ben ik 5 maanden van huis op een groot schip. In het begin voelde alles nieuw, nu beginnen dingen te wennen. Zelfs de wachtsofficier die over de scheepsomroep plotseling praait dat er een quick draw is. Als ik over een paar maanden afstap, moet het takenboek af zijn. Ik wil graag de duikersopleiding volgen en hopelijk een uitzending draaien in de West. Nauten houden er niet van om stil te zitten."
LTZ 3 Valerie (27) - Logistieke Dienst
"Een kwart van de taken is inmiddels afgetekend, maar voor terugkeer in Den Helder moet alles af zijn. Als ik in dit tempo kan doorwerken, gaat dat lukken. Het is vooral veel schrijfwerk; een hoop theorie. Soms komt er iets tussen, omdat we bijvoorbeeld een quick draw hebben als we worden genaderd door Iraanse patrouillebootjes. Net als bij averijrol of gevechtswacht moet ik dan op sectiepost staan voor calamiteitenbestrijding en loop ik blanket search,om te zoeken naar bijzonderheden zoals brand of lekkages.”
“Mijn ouders ontmoetten elkaar op Hr.Ms. Pieter Florisz tijdens de Eerste Golfoorlog. Dat ik hier nu vaar, vinden ze heel bijzonder. Het is voor 't eerst dat ik zo lang van huis ben. Als ik terugkijk op de eerste anderhalve maand, is de tijd gevlogen. Maar als ik eraan denk hoelang we nog moeten varen, voelt het nog best lang. Als iemand het begrijpt, zijn het natuurlijk mijn ouders. Mijn broertje werkt bij Spliethoff in de commerciële scheepsvaart, dus zij zijn het wel gewend dat de kinderen veel van huis zijn. Bovenal heb ik vooral superveel geluk dat ik de kans krijg om het takenboek af te ronden tijdens missie."