‘Had het ver kunnen schoppen’

‘Boksofficier’ ongelukkig uitgeschakeld op Wereldspelen in China

Wanneer bokser luitenant ter zee 3 (LD) Thomas Oomen terugblikt op de vorige maand in China gehouden Militaire Wereldspelen, komt hij superlatieven te kort. “Zó massaal, zó uniek... Een eer om Nederland te vertegenwoordigen. Dit maak ik nooit meer mee.” Aan de Wereldspelen in de stad Wuhan deden circa 10.000 atleten en hun trainers en verzorgers uit 109 landen mee, onder wie 160 Nederlanders. De logistiekeling Oomen was op dreef, maar werd ongelukkig uitgeschakeld.

De pech slaat toe in het gevecht tegen de Litouwer Algirdus Baniulis. De superzwaargewicht Oomen (100 kilogram) ontmoet hem na een zege op een bokser uit Koeweit. Plotseling bloedt zijn linkerwenkbrauw. Na raadpleging van de videobeelden, naderhand, blijkt het klittenband van een handschoen van Baniulis er overheen geschuurd te zijn.

Door het omlaag sijpelende bloed raakt het zicht van de 23-jarige Nederlander vertroebeld en moet hij zijn opgebouwde puntenvoorsprong nipt weggeven. Zonder blessure had hij het ver kunnen schoppen op de Wereldspelen, denkt Oomen. Hij vond zichzelf de gelijke van Baniulis, die uiteindelijk brons pakte. De marineman bewaart een dubbel gevoel aan het evenement. Enerzijds mooi om met de mondiale bokstop mee te draaien; anderzijds had een medaille erin gezeten.

Marine gaat voor

Binnen de marine oogst Oomen positieve reacties voor zijn deelname aan de Wereldspelen. Er is respect en bewondering voor de vechtsporter: ‘Dat je de uitdaging aangaat...!’ Ook extern staat Oomen er goed op. Na de Wereldspelen polst bondscoach Henny van Bemmel hem voor een plek in Team NL. Oomen bedankt voor de eer. De marine gaat voor. “Om op het niveau van Team NL te presteren, moet je fulltime met boksen bezig zijn. Maar dat is simpelweg niet te combineren met een militaire loopbaan."

De vrijstellingen die ik van de marine krijg om te trainen en wedstrijden mee te doen, staan niet in verhouding tot de sportmogelijkheden voor militairen in buitenlandse krijgsmachten. Maar ik hoef ook niet zo nodig wereldkampioen te worden. De combinatie van militair zijn en boksen bevalt me prima. Ik doe mee aan toernooien en kan voor het militair team boksen. Dat is voor mij voldoende.”

Puptentje

De op 14-jarige leeftijd met boksen begonnen Oomen werkt sinds 2015 bij de marine. De HBO-opleiding Accountancy blijkt niet helemaal zijn ding te zijn. Hij voelt er bij nader inzien weinig voor om als gediplomeerd accountant achter een bureau te zitten, kijkend naar cijfers. Hij zoekt uitdaging, afwisseling en wil wat van de wereld zien. Bij de marine kan dat, ontdekt hij, in combinatie met een goede opleiding. In het begin moet de Bosschenaar slikken. “Daar zit je plotseling in de maritieme introductieperiode in een puptentje op Texel. Van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat was het buffelen. Ik werd helemaal uit mijn comfortzone getrokken. Aan de andere kant is een bokser gewend aan discipline en weet hij wat het inhoudt om dóór te gaan tot hij over de eindstreep is. Ik heb nooit spijt gehad van mijn keuze. De marine doet ertoe omdat die in deze steeds onveiligere wereld meehelpt om vrede en veiligheid te waarborgen.”

Mentaliteit van de werkman

Na opleidingen aan het Koninklijk Instituut voor de Marine en de Koninklijke Militaire Academie, rondt Oomen volgende maand de vaktechnische opleiding Logistiek af. Daarna gaat hij zich in een Praktische Bedrijfsintroductie bij 2 Marine Combat Group voorbereiden op zijn eerste operationele baan. “Ik heb ooit met wat mariniers gebokst, daarna dachten ze wel anders over een logistiek officier”, grapt Oomen, die in de toekomst bij ‘het Korps’ hoopt te blijven. “De mentaliteit van de werkman ligt me. Ik hoop veel met de mariniers op pad te gaan.”