Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto Marina Militare
RSS brengt maritieme kopstukken bijeen
Maatschappelijke ‘zeeblindheid’ wegnemen en marines wereldwijd klaarstomen voor de ‘Blauwe Eeuw’. Dat was de insteek volgens de Italiaanse organisatie van het ‘Regional Seapower Symposium’ (RSS), onlangs in Venetië. Ook Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal Rob Kramer was van de partij. “Ondanks onderlinge verschillen van inzicht heb je toch vooral een groot gedeeld belang.”
Het RSS vond voor de eerste keer in 1996 plaats, als netwerkbijeenkomst voor de commandanten van de zeestrijdkrachten van landen rond de Middellandse en Zwarte Zee. Het platform biedt sindsdien ‘ruimte aan landen om visies en ideeën te delen en aan een geïntegreerde aanpak van problemen en uitdagingen te werken’, volgens de Italiaanse Marina Militare. Presentaties zijn er steevast door vertegenwoordigers van maritieme organisaties, politici, militairen en economen. Hoe passen nieuwe capaciteiten bij traditionele taken? Welke rol hebben technische innovaties, modulariteit en onbemande systemen? En waar ligt de balans tussen high end en low end inzet? Op dat soort vragen zoeken vlootvoogden vervolgens antwoorden.
Met landen als China, Rusland en Turkije verwacht je controverse, aangaande recente operaties
Enige controverse
Admiraal Kramer spreekt van de ‘belangrijkste bijeenkomst van 60 leiders uit de maritieme wereld’. “Het is een ideaal netwerkevenement; je bespreekt wat er speelt in verschillende regio’s. Inmiddels overstijgt het symposium het mediterrane karakter. De nieuwe naam is dan ook: Transregional Seapower Symposium. En terecht, want je treft er ook marinecommandanten uit het Verre Oosten, Midden-Oosten, West-Europa en Noord- en Zuid-Amerika.”
Met landen als China, Rusland en Turkije verwacht je enige controverse, aangaande recente operaties in de Zuid-Chinese Zee, bij de Krim en (te land) in Noord-Syrië. “Iedereen heeft zijn eigen standpunt; daar is plenair weinig discussie over, maar natuurlijk praat je er in binationale contacten wel over door”, aldus een diplomatieke admiraal Kramer. “Het is cruciaal om met elkaar in gesprek te blijven, ook al ben je het niet met elkaar eens.”
Meer mandaat
Waar de Nederlander zich tijdens het RSS sterk voor maakte, was het belang van de wet van de zee. “De United Nations Convention on the Law of the Sea (UNCLOS) stamt uit 1982. Wat is de toekomst ervan, rekening houdend met alle ontwikkelingen? En hoe is de definitie van grenzen van zeegebieden? De Mare Liberum van Hugo de Groot, belangrijke basis van UNCLOS, staat onder druk. Illegale activiteiten nemen toe, op het gebied van mensensmokkel, terreur en wapenhandel. Dat is de keerzijde van het principe van een vrije zee. Toch moeten we die misdaad een halt toeroepen. Dus pleit ik er ook voor om bij boardings meer de vrije hand te hebben. Nu nog kun je die alleen uitvoeren na toestemming van de vlaggenstaat. Er moet meer mandaat komen om criminaliteit en terrorisme te bestrijden.”
‘Illegale activiteiten nemen toe; de keerzijde van het principe van een vrije zee’
Warme band
Een dergelijk ferm standpunt vond allicht gehoor bij de grootste bondgenoot, in Venetië vertegenwoordigd door de nieuwe Amerikaanse Chief of Naval Operations (CNO), admiraal Michael M. Gilday. Met hem besprak Kramer ook zaken als onderzeebootbouw, ballistic missile defence en de samenwerking tussen Korps Mariniers en United States Marine Corps. “En ik heb de admiraal en zijn echtgenote Linda (ook aanwezig, net als alle partners) uitgenodigd om komend jaar naar ons land te komen. Uiteraard wanneer de tulpen in bloei staan. Hij en zijn echtgenote hebben overigens een warme band met Nederland, omdat Linda 3 maanden doceerde aan de Technische Universiteit van Delft.”
‘Ik geloof echt in het idee van een Blauwe Eeuw’
Blauw en groen
Dat de partners van de marinemannen ook welkom waren in Italië, vond Kramer niet alleen nice, maar ook nuttig. “Zo leg je toch gemakkelijker contact en ontstaan er sneller goede verhoudingen en vriendschappen. In zo’n sfeer realiseer je je ook eerder dat je, ondanks onderlinge verschillen van inzicht, toch vooral een groot gedeeld belang hebt. Let wel: 90% van de handel gaat over zee en dat gaat niet veranderen. De zee biedt levensaders voor de handel, over de zeebodem lopen belangrijke communicatiekabels en de zee is een rijke bron van voedsel en grondstoffen. Ik geloof dan ook echt in het idee van een ‘Blauwe Eeuw’. Met ten slotte één kanttekening: dat we ook hard moeten werken aan de vergroening van de scheepvaart.”