Tekst André Twigt
Foto Mediacentrum Defensie
Nieuw wapenfeit voor Korps Mariniers
Het nieuwe opschrift is er, nu alleen de uitreiking nog. Pas dan is het Korps Mariniers officieel een wapenfeit rijker. In Afghanistan namen zeesoldaten van 2006 tot 2010 deel aan vele speciale en reguliere gevechtsoperaties. Daarbij sneuvelden korporaal van de mariniers Jeroen Houweling en marinier der eerste klasse Marc Harders. Verder kregen 18 mariniers het Draaginsigne Gewonden en ontvingen nog eens 12 man een Dapperheidsonderscheiding. Vanwege hun verdiensten - en die van vele anderen - prijkt straks op het vaandel de tekst ‘Helmand, Kandahar en Uruzgan’.
Bij een nog te bepalen gelegenheid zal koning Willem-Alexander een cravatte aan het vaandel hangen. Hierop prijken al 13 wapenfeiten. De Tocht naar Chatham in 1667 is de oudste. Het nieuwe opschrift komt eveneens op het vaandeldoek, maar pas wanneer het vaandel wordt vervangen. Pas dan borduren bekwame handen op het nieuwe doek de tekst ‘Helmand, Kandahar en Uruzgan’. De namen van de 3 provincies waarin mariniers 4 jaar lang met de wil om te winnen de Taliban bestreden. Daarbij streefden zij ernaar de bevolking uitzicht te bieden op een normaal leven.
Een eenheid moet met ere hebben deelgenomen aan gevechten
Criteria
Wie denkt dat het toevoegen van een wapenfeit zoiets is als een pennenstreek, heeft het mis, meent plaatsvervangend Chef Kabinet C-ZSK kapitein-luitenant ter zee Wilco Kramer. Namens de marine heeft hij zitting in de Traditiecommissie Krijgsmacht, onder meer belast met de toekenning van wapenfeiten. Sowieso dient een opschrift te voldoen aan de criteria voor moedig, beleidvol en dapper optreden. Daarbij moet een eenheid met ere hebben deelgenomen aan gevechten en zich hebben onderscheiden van andere. Om dit te kunnen beoordelen, gaan medewerkers van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (namens de Traditiecommissie) allesbehalve over één nacht ijs. “Feiten moeten tot in detail worden gecheckt”, aldus Kramer. “Tevens worden de aard en wijze van optreden in de beoordeling meegenomen. En ook de samenstelling van het verband speelt een rol, evenals de omstandigheden waaronder de strijd werd gevoerd.” Grote hulp bij het verificatieproces is het Semistatisch Archief van Defensie in Rijswijk. Hier ligt een groot deel van de bewijslast in de vorm van Troops In Contact (TIC)-verslagen en dagboeken opgeslagen.
Ver achter de linies
Volgens Kramer heeft het Korps Mariniers in zijn volle omvang deelgenomen aan operaties in Helmand, Kandahar en Uruzgan. Zo waren speciale maritieme eenheden van het Korps al vanaf 2004 betrokken bij het uitvoeren van speciale operaties. “Samen met leden van het Korps Commandotroepen raakten de specialisten daarbij veelvuldig en langdurig in intensieve gevechten verwikkeld”, vertelt kolonel der mariniers Rob de Wit, hoofd Bureau Strategie & Advies van CZSK. Hij schreef mee met de commissie die verantwoordelijk is voor de toelichting bij de voordracht, een voor de toekenning onmisbaar document. “Door koelbloedig optreden en kundige inzet van vuursteun wisten de mannen zich keer op keer uit benarde posities te manoeuvreren”, vervolgt de kolonel.
De specialisten raakten veelvuldig en langdurig in intensieve gevechten verwikkeld
Een periode waarin mariniers zich opvallend onderscheidden, was toen zij in 2009 en 2010 deelnamen aan Task Force 55. In de 3 provincies legden zij zich onder meer toe op operaties ver achter de vijandelijke linies, gericht tegen vrijhavens en steunpunten van de Taliban. “Hier stuitten de mannen op tactisch onderlegde commandanten, die er alles aan gelegen was hun terrein niet prijs te geven.”
OMLT
Volgens De Wit wordt de inzet van mariniers in de periode 2006-2010 gekenmerkt door morele moed, veelzijdige en brede professionaliteit, weloverwogen planning en gedurfde operationele methodes én de wil om te winnen. Zo ook de 103 mariniers ingedeeld bij de Operational Mentoring and Liaison Teams (OMLT). Zij verzorgden niet alleen de training van eenheden van het Afghaanse Nationale leger, maar namen ook samen met deze bondgenoten deel aan gevechtsacties. “Taal- en cultuurverschillen, verschillen in de mate van training en het ontbreken van noodzakelijke spullen leverden voor de mariniers een substantiële verhoging van de risico’s op”, stelt de kolonel. “Vooral tijdens gezamenlijke gevechtsacties buiten de poort.” Eveneens vermeldenswaardig is de inzet van de infanteriecompagnieë n van het Korps. Zij waren weliswaar minder bij gevechtsacties betrokken, maar kregen wel relatief vaak te maken met geïmproviseerde explosieven.
De mannen stuitten op tactisch onderlegde commandanten die geen terrein wilden prijsgeven
14e wapenfeit
De Wit en Kramer zijn blij dat minister van Defensie Ank Bijleveld heeft ingestemd met de toekenning van het nieuwe vaandelopschrift. Nu is het aan koning Willem-Alexander om deze beslissing officieel te bekrachtigen met een cravatte, waarna het Korps Mariniers een officieel wapenfeit rijker is. Het 14e om precies te zijn.
Vaandels door de eeuwen heen
De traditie van het vaandel gaat terug tot de tijd van de Grieken en de Romeinen. Toen markeerde het vaandel dé plek waar de commandant zich bevond. In het strijdgewoel vormde het een richtpunt om te weten waar de eigen troepen zich bevonden. Door de eeuwen veranderde het nut van het vaandel. Van tactisch hulpmiddel werd het een instrument van symbolische waarde, bedoeld om de verbondenheid van de eenheid uit te dragen. Vandaag de dag wordt het vaandel vooral bij plechtige momenten van stal gehaald. Zoals bij beëdigingen, bevorderingen, maar ook als de eenheid wordt opgeheven. Het vaandel van het Korps Mariniers werd in 1929 door koningin Wilhelmina uitgereikt.