Tekst RITM Djenna Perreijn

Foto SM Maartje Roos en KPLTD Niels van Fessem

Voorspelbaarheid vaarschema groter met wisselbemanning

2 marinemensen geven elkaar de hand, op het dek van een marineschip.
Met de inontvangstneming van een grote sleutel nam KLTZ Nicole Kuipers van bemanning Wit het commando van Zr. Ms. Groningen over van vertrekkend commandant, KLTZ Lex van der Kraan, van bemanning Blauw.
Commandant KLTZ Nicole Kuipers.

Geen groots afscheid in Den Helder met zwaaiende vrienden en familie die het schip uitzwaaien tot het achter de horizon verdwijnt. De 70-koppige bemanning van Zr. Ms. Friesland pakte vorige maand het vliegtuig vanaf de luchthaven Schiphol, om bemanning Blauw af te lossen. Het hoort bij een pilot waarbij Zr. Ms. Groningen 2 jaar als stationsschip in het Caribisch Gebied ligt. In plaats van dat het schip heen en weer vaart, wisselt de bemanning elke 3 maanden. Dat moet marinepersoneel meer duidelijkheid geven over vaarprogramma’s, maar even wennen is het wel. 

Het Oceangoing Patrol Vessel (OPV) Zr. Ms. Groningen is sinds april in de West. Het is een patrouilleschip van de Holland-klasse, net als de Friesland, Holland en Zeeland. Je zou dus denken dat bemanning Wit, afkomstig van de Friesland, naadloos verder kon werken na de commando-overdracht. "Maar het is ontzettend wennen", aldus KLTZ Nicole Kuipers. 

KLTZ Kuipers merkte toch verschil op de 'identieke' Groningen: 'Het huis van de buren is ook hetzelfde, maar voelt toch anders door de inrichting.'

Beetje pijn

"Normaal steken we in 11 dagen de Atlantische Oceaan over, wennen we geleidelijk aan de warmte en oefenen we nog eens de procedures, zoals brandoefeningen aan boord. Nu voltooiden we dat in het opwerktraject op een ander schip: ónze Zr. Ms. Friesland. Hoewel we eigenlijk geen eigen schip meer hebben; we zijn een bemanning die van platform wisselt. Toch deed het een beetje pijn toen we de Friesland achterlieten. Dat gevoel zal ongetwijfeld gedurende de pilot minder worden."

Verder kan de bemanning per vliegtuig een stuk minder bagage meenemen dan op het 'eigen' schip. "De meeste bemanningsleden vullen maar 2 kasten, in plaats van 4. Met essentiële zaken zoals voldoende uniformen. Voor eigen spullen van thuis is minder ruimte. Dat is emotie, maar kan een reis wel een stuk aangenamer maken."

In de snikhete machinekamers maakt personeel van de Technische Dienst kennis met de diesels van de Groningen.
De bemanningsleden van de Friesland verruilen hun Frieslandpet tijdelijk voor die van de Groningen.

Werk en privé

De pilot met een vast stationsschip is in het leven geroepen om het personeel en hun thuisfront meer duidelijkheid te geven over vaarprogramma’s. Kuipers: "Steeds meer mensen wilden niet meer varen op een operationeel platform. Het programma was nog wel eens onderhevig aan grote veranderingen. Dat leverde veel onzekerheid op, met name voor het thuisfront." Op deze manier weten de 3 bemanningen van de OPV’s precies wanneer ze de komende 2 jaar van huis zijn. 

Werkbelevingsonderzoeken moeten de komende tijd uitwijzen of de pilot bijdraagt aan een betere balans tussen werk en privé. Het plan komt uit de koker van Commandant Zeestrijdkrachten vice-admiraal Rob Kramer. Kuipers: "De admiraal was heel duidelijk. Dit is een proef, maar als het niet bevalt, dan stoppen we er ook direct weer mee." 

In januari stapt de bemanning Wit af en neemt Blauw het weer over. KLTZ Kuipers: “Na 6 weken verlof keren wij dan weer terug naar 'huis', onze eigen Zr. Ms. Friesland”.

Kwestie van smaak

Natuurlijk zijn de 4 schepen technisch gezien identiek, maar de inrichting is anders, merkte de commandant gelijk op. "In de longroom van Zr. Ms. Friesland hing een grote foto van Havana, waar we vorig jaar zijn geweest. Een mooie herinnering. Hier hangen prenten van ouderwetse oorlogsschepen. Een kwestie van smaak", grapt Kuipers. Voor de collega's van de Technische Dienst komt meer kijken bij de overdracht. "De diesels zijn hun troetelkindjes. Ze kennen de apparatuur binnenstebuiten en zijn er altijd zuinig mee omgegaan. Dan is het even afwachten wat je op een ander schip aantreft."

Om verrassingen te voorkomen, hebben de bemanningen een 4 dagen-durende hand-over-take-over (hoto) doorlopen. "Openstaande storingen en andere bijzonderheden zijn goed overgedragen." De commandant verwacht dat de komende hoto's steeds korter zullen duren. "Dat begrijp ik van de ervaringen van collega's van de Onderzeedienst, die al jaren op deze manier werken. De nieuwigheden zijn er waarschijnlijk snel af; na een paar wissels wordt het routine." 

2 jaar varen in de West trekt een wissel op het schip. Een walondersteuningsploeg van 18 man voert onderhoud uit.


Onderhoud

Zo'n vast stationsschip brengt nieuwe logistieke uitdagingen met zich mee. De NH-90 boordhelikopter heeft 300 vlieguren, dus die moet tussentijds terug naar Nederland voor onderhoud. Dit keer bracht Zr. Ms. Johan de Witt uitkomst. Het schip kwam (oorspronkelijk) voor een oefening naar de West en zette daar een nieuwe heli af. Na inzet bij de Bahama’s en terugkeer naar Curaçao, nam het schip de ‘oude’ heli mee naar Nederland. Kuipers: “De volgende keer zal er echter 1 moeten worden ingevlogen.'

Daarnaast is het ook een uitdaging om een schip 2 jaar lang in het Caribische klimaat te laten varen. "De warmte heeft invloed op de systemen; een airconditioning moet bijvoorbeeld hard werken en degradeert sneller." De Groningen is afhankelijk van een walondersteuningsploeg van 18 mensen die elke 3 maanden 10 dagen klein en eens per jaar groot onderhoud uitvoert. "We varen dan niet uit, tenzij de situatie daar echt om vraagt. Zoals voor het leveren van noodhulp in een door een orkaan getroffen gebied."

Borst natmaken

Als bemanning Wit het net zo druk krijgt als bemanning Blauw, kan ze haar borst nat maken. ‘Blauw’ heeft in de eerste 3 maanden van de pilot 6 succesvolle drugsonderscheppingen gedaan, waarbij in totaal bijna 3.500 kilo is onderschept. Daarnaast werden 5 reddingsacties uitgevoerd om 57 personen uit zee te redden. Het schip werkte hierin samen met zowel de Kustwacht Caribisch Gebied als de Amerikaanse Kustwacht en Joint Inter Agency Taskforce South.