Tekst RITM Arthur van Beveren
Foto Louis Meulstee
Testen en opwerken tegelijk
Ruim anderhalf jaar was Zr. Ms. Rotterdam uit de vaart. Het 20 jaar oude amfibische transportschip was toe aan een grondige verbouwing. Nu is het werkpaard terug, strak in de verf aan de buitenkant, maar met veel ingrijpender aanpassingen aan de binnenkant.
Gespannen gezichten in de Commandocentrale. Een doffe ratel dreunt door het schip. Het gemoderniseerde Goalkeeper-snelvuurkanon op het voordek wordt getest en zit weer iets dichter op de gewenste '100% goed'. Belangrijk, want zowel de technische controles als het opwerktraject van de bemanning lopen deze maanden gelijk op. Dus controleren technici van Thales radarsystemen, terwijl de bemanning op het vrachtdek een brandoefening draait. Soms zorgt dat voor gespannen situaties, maar de deadline van maart 2020 moet gehaald worden. Dan voegt het schip zich bij de Amfibische Taakgroep van de NATO Response Force.
Dubbel onderhoud
Op de Rotterdam is tegelijkertijd groot onderhoud en een Instandhoudings Programma (IP) uitgevoerd. “Een IP is complexer dan nieuwbouw, want je moet werken binnen de bestaande constructie”, legt hoofd Instandhoudingsgroep Groot Grijs kapitein-luitenant ter zee (TD) Joost Meesters uit. “Voor het vervangen van grote installaties moesten we soms complete vloeren en wanden opensnijden en opnieuw dichtlassen. Bovendien kochten we het schip ooit zonder gedetailleerde ontwerpinformatie: een bezuinigingsmaatregel. De uitgangssituatie, zoals de kabelloop, was dus niet altijd bekend en het trekken van nieuwe leidingen was daarom een uitdaging. Vooral elektronische apparatuur is vernieuwd, omdat die niet met de levensduur van het schip mee kon.”
20 jaar ervaring meegenomen in nieuw ontwerp commandocentrale
Pionieren
Hoofd Technische Dienst (HTD) kapitein-luitenant ter zee (TD) Peter Steentjes let in deze fase vooral op de veiligheid van zijn mensen. “Stapsgewijs wordt elk systeem ‘bijgezet’ en gecontroleerd. Een deel is gereviseerd, een deel is nieuw. Aan de voorkant in de procedures kun je iets doen. We spreken bijvoorbeeld af dat als de converters voor de eerste keer aan gaan, je er niet met je neus op staat. Niet dat er zomaar iets misgaat, maar je moet het risico beperken.”
Voor de techneuten is dit volgens Steentjes de mooiste periode. “Zeker voor de jongens die moeten sleutelen is de leercurve groot. Er gaat iets stuk, ze moeten het uitzoeken, de boeken in. Je moet heel flexibel zijn en continu je planning aanpassen. Tot en met de Netherlands Operational Sea Training (NOST), volgend jaar in Engeland, gaat dat zo door.”
Blauw-groene integratie
“De 20 jaar ervaring met dit schip is meegenomen in het nieuwe ontwerp”, vertelt Hoofd Operationele Dienst (HOD) luitenant ter zee der eerste klasse Menno van der Eerden. “Voorheen was de commandocentrale niet geïntegreerd. Nu hebben we een volwaardige commandocentrale waarin alle sensoreninformatie binnenkomt en de ‘blauwe’ en ‘groene’ eenheden naast elkaar zitten.”
Het zijn voor Van der Eerden vooral de sensoren die het verschil gaan maken. “Door de nieuwe NS106-radar heb je dadelijk een heel goed luchtbeeld, wat de situational awareness vergroot. De vernieuwde Goalkeeper reageert door zijn 360 graden-beeld effectiever op dreiging van kleine bootjes tijdens amfibische operaties.”