02

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 10

Amfibisch aan de bak op Abaco

Tekst RITM Saminna van den Bulk
Foto SGTBDAV Sjoerd Hilckmann, KPLBDAV Gregory Fréni, SMJRBDAV Robbert Harteveld en video: SMJRBDAV Henri Westendorp

Alles uit de kast tijdens hulpverleningsmissie Bahamas

‘Caribbean Coast’ had een rampenoefening moeten zijn voor de bemanningen van Zr. Ms. Johan de Witt, Zr. Ms. Snellius en de ‘Maritime Battle Staff’. Maar de ‘Humanitarian Aid and Disaster Relief Exercise’ werd realiteit, op de Bahamas. De militairen schoten te hulp. “Over het hele eiland is onze hulp zichtbaar.”

De verwoesting op Abaco is groot, vooral op het centrale deel van het Bahamaanse eiland.

Begin september werd de eilandengroep getroffen door ‘Dorian’. De zwaarste orkaan die de Bahama’s ooit trof, met windsnelheden tot bijna 300 kilometer per uur. Abaco, het eiland ten oosten van Grand Bahama, werd zwaar getroffen door het natuurgeweld. Huizen gereduceerd tot puin, vanaf hun fundering weggevaagd. Het eiland bezaaid met voertuigen, containers en kleine bootjes. Stille getuigen van de megalomane kracht van de natuur.

“De orkaan heeft alles verwoest”, zegt Antonio Davis, terwijl een marinier de wond op zijn arm verzorgt. “Het leek wel of ‘Dorian’ mijn huis optilde. Ik schuilde met mijn kinderen in de badkamer.” De orkaan tilde zijn plafond op, verwoestte zijn dak. De hevige regenval zette zijn huis onder water. “Ik probeer hoop te houden”, zegt hij, “maar ik zou niet weten waar ik moet beginnen.”

Links: de orkaan sleurde het dak van Antonio's huis. Rechts: ook anderen trof dat lot.

Meteen aan de slag

“We konden niet onze ogen sluiten en vasthouden aan de geplande oefening”, zegt commandeur Ad van de Sande, commandant van de Netherlands Maritime Force (NLMARFOR). “Toen het hulpverzoek van de overheid van de Bahama's kwam, zijn we meteen aan de slag gegaan. We namen niets over van de overheid; we ondersteunden, met alles wat we hadden, in samenwerking met internationale hulporganisaties.”

11 september kwamen de militairen aan in het volledig geïsoleerde gebied. Het vliegveld onder water, havens onbruikbaar. De militaire missie: Disaster Relief Bahamas. Van de Sande: “Ons voordeel: wij konden alles doen vanaf zee, met heli’s en landingsvaartuigen.”

Links: CDR Van de Sande, commandant NLMARFOR. Rechts: MAJMARNS Borst, die de operatie vanaf land coördineerde.
Zr. Ms. Johan de Witt en Zr. Ms. Snellius, hier nog bij Sint-Maarten.

Mission command

De commandeur was verantwoordelijk voor de missie vanaf amfibisch transportschip Zr. Ms. Johan de Witt, 8 mijl uit de kust van Abaco. Vanaf het schip gaf hij zijn ondercommandanten (onder mission command) veel vrijheid van handelen mee. “Niet vertellen hoe ze dingen moesten doen, maar wat er moest gebeuren, in de geest van de noodhulp.”

Voorbeeld daarvan was het werk vanuit Marsh Harbour, het coördinatiepunt aan de oostkant van het eiland, waar majoor der mariniers Dennis Borst de leiding had. Deze haven had onmogelijk in gebruik genomen kunnen worden zonder tussenkomst van het hydrografisch opnemingsvaartuig Snellius en haar Very Shallow Water Team. Die vonden samen een route voor de landingsvaartuigen om te kunnen aanmeren.

Het ‘Very Shallow Water Team’ ontdekte een container in de haven van Marsh Harbour.

Opduiken uit de chaos

Aan land wachtten de puinhopen. “Marsh Harbour is een spookstad geworden”, zegt Frederick Brown, commander van de Bahamian Defence Force. Het tropische, groene eiland Abaco had ooit 17.000 inwoners. Duizenden zijn gevlucht, velen vermist. De straten van Marsh Harbour waren leeg en ook Murphy’s Town leek verlaten. Tot het moment dat mariniers van 21 Raiding Squadron toeterend door de straten reden. Een aantal dagen daarvoor werkten ze nog op de Wereldhavendagen in Rotterdam, maar nu hier, met 2 MB’s, volgens sergeant van de mariniers René ‘volgestouwd met spullen’. Water. Rijst. Koekjes. Zelfs tandenborstels. Op het geluid van de claxon doken tientallen gezichten op uit de chaos, die ooit een dorp voorstelde. Vlakbij de krottenwijk ‘The Farm’, waar de Nederlanders, Fransen en Duitsers samen water en voedsel distribueerden, was het niet anders. Een luidspreker kondigde de hulp aan en in no time stonden er weer hordes mensen rond de truck.

SGTMARNALG René voor een volgestouwde MB in Murphy’s Town.

Bob-de-Bouweren

Hoe groot de ontreddering ook was, de sfeer bleef toch ontspannen. De bewoners schudden de handen van de militairen; het regende thank you’s. Het was noodhulp leveren in de puurste vorm. Maar het waren niet alleen noodgoederen waar de bewoners behoefte aan hadden. De mariniers klommen daarom ook op huizen om daken waterdicht te maken.

‘Bob-de-Bouweren’ deed ook het personeel van de technische dienst van de Johan de Witt. Sergeant-majoor technische dienst Cees Zwaan vind je normaliter in de machinekamer; nu stond hij naast een lekke brandstoftank. 40 kuub liep al weg in de lekbak onder de tank. Langzaam sijpelde de dieselolie echter ook de natuur in. Snel werd alles weggepompt en afgevoerd. Eerder repareerden de TD’ers al de koeling voor het mortuarium. En ze plaatsten aggregaten bij een overheidsgebouw. Zwaan: “Waar we kunnen helpen, doen we dat. De mensen zijn immens dankbaar. Ja, daar doe je het natuurlijk voor.”

Foto links: stapels noodgoederen voor de bewoners van The Farm, afgeleverd door mariniers plus Franse en Duitse militairen. Rechts: een marinier repareert een dak.
De TD van de Johan de Witt in actie.

Van apathisch naar actie

Het liet de militairen niet onberoerd als ze door een dorp reden dat helemaal weggevaagd was. “Het enige wat veel mensen nog hadden, was de broek die ze aan hebben en hun sandalen”, zegt luitenant der mariniers Roderic. Over de hulp: “Fijn om ons steentje bij te kunnen dragen.” De lokale autoriteiten waren zo lamgeslagen door de chaos, dat ze zelf nog niet echt in actie konden komen. De hulporganisaties hadden op hun beurt wel de spullen, maar niet de mensen om aan de slag te gaan. “We waren vervolgens de katalysator die de hulp op gang kon brengen”, concludeert Van de Sande trots. De kracht van de operatie? “Joint, met verschillende krijgsmachtdelen, en combined, met verschillende nationaliteiten. Het maakt niet uit welke kleur je pak heeft; we hadden 1 doel en we gingen er samen voor.”

Van luchtmacht tot genie, iedereen kwam in actie.

Verschil gemaakt

Hindernissen waren er ook. Neem de 2 Cougar-boordhelikopters van de Johan de Witt. Het luchtmachtpersoneel voerde medische evacuaties uit en bracht per underslung duizenden liters brandstof en tienduizenden kilo’s goederen aan land. Na een aantal dagen deden zich echter technische mankementen voor. De benodigde reserveonderdelen lagen op Curaçao, ver van het rampgebied. Van de Sande: “De Cougars zijn ook al wat ouder; dan loop je dit risico. In het begin hebben de heli’s echter wel het verschil gemaakt.”

Het is aanpoten voor de bestuurders van onder andere de LCU. Door orkaan ‘Humberto’ is er een flinke deining op zee.

Plan B

Dan was er ook nog het weer. Was orkaan ‘Dorian’ net weg, schurkte orkaan Humberto zich alweer tegen het gebied aan. De sterke wind zorgde voor een flinke deining op de oceaan. Zo heftig, dat LCVP’s, LCU’s en de FRISC niet meer heen en weer konden varen tussen het steunpunt op land en de Johan de Witt. “Daarom moesten we gaan voor plan B, bij ons vertrek van Abaco”, vertelt Van de Sande. De Amphibious Beach Unit zocht en vond vervolgens een geschikte plek, 80 kilometer verderop, aan de zuidzijde van het eiland, waar de deining minder sterk was. De Snellius stippelde een route uit, met genoeg diepgang voor de landingsvaartuigen. “Anders hadden we onze mensen, voertuigen en materialen niet terug kunnen halen.”

Lange weg

Wat voor Abaco lieten ze achter? Borst: “Een eiland dat na de klap is hersteld van de schrik, dat we weer op de been hebben geholpen. De benzineverkoop kwam weer op gang en ook de supermarkten konden weer open. Nu wacht Abaco de lange weg van de wederopbouw, zodat het weer het mooie eiland wordt zoals het tot een paar weken geleden was. De bevolking is gelukkig veerkrachtig; ik heb alle hoop dat het goed komt.”

De cijfers

Militairen van alle krijgsmachtsdelen kwamen in actie van 11 tot en met 20 september. Samen rondden ze 150 projecten af op het eiland Abaco. Op het hoogtepunt waren er 280 militairen aan het werk op de wal. Zij beschikten over 42 kleine en zwaardere voertuigen. De militairen verspreidden 30.000 liter water en 30.000 kilo aan basisnoodgoederen in het gebied. De helikopters maakten 53 uur vlieguren. Ze voerden 2 medische evacuaties uit en transporteerden 5.000 liter brandstof, 3.500 kilo hulpgoederen en 2.000 kilo goederen namens internationale (hulp)organisaties.