Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto Operatie Atalanta
Operatie Atalanta nog steeds belangrijk
Piraten bestaan al sinds de uitvinding van de zeevaart en ook nu vinden er nog regelmatig piratenacties plaats. Zo werd begin mei 2019 een Nederlands schip voor de kust van het West-Afrikaanse Equatoriaal Guinee aangevallen en is eind april voor de kust van Somalië een vrachtvaarder gekaapt. Nederland levert sinds 2 jaar niet langer een schip als bijdrage aan de EU-operatie Atalanta. Wel vult ons land nog 4 functies op het hoofdkwartier van de operatie, in Rota, Spanje.
‘Het aantal piratenmeldingen is weliswaar zeer laag, maar het gevaar is nog niet geweken’
In 2009 stelde Nederland voor het eerst schepen beschikbaar voor de operatie. Daar kwam 2 jaar geleden een einde aan. Wel bleef Nederland betrokken met mensen op het operationele hoofdkwartier (OHQ). Dit is afgelopen maart vanwege de aankomende Brexit verplaatst, van het Verenigd Koninkrijk naar Spanje. De afdeling van Atalanta die het commerciële zeeverkeer bij Somalië in de gaten houdt, verkaste daarentegen naar Brest, Frankrijk. Op het hoofdkwartier werken plusminus 100 mensen. Zij komen uit 19 verschillende Europese landen, vormen dus een behoorlijk goede afspiegeling van de EU.
Waardevolle adviezen
Nederland vervult 4 functies in het hoofdkwartier. Kapitein-luitenant ter zee (LD) Rob de Leeuw is de deputy assistent chief of staff Future Operations (DACOS FOPS). Hij is verantwoordelijk voor de operationele planning van operatie Atalanta. Tevens bekleedt hij de functie van senior national representative. Kapitein-luitenant ter zee (LD) Robert Raasveldt is de legal advisor (LEGAD) van de operatie. Hij verschaft het command team van (on)gevraagd advies. Luitenant ter zee 1 (SD) Ed Warsen is de deputy assistent chief of staff CJ3 (DACOS CJ3). Hij is verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing van de operatie vanuit het Joint Operations Center (JOC). Luitenant ter zee 2OC (KMR) Max Shire is ten slotte de cultureel adviseur (CULTAD) binnen Atalanta. Hij ondersteunt zowel de operationeel commandant in Rota als de varende commandant bij Somalië, met adviezen over de situatie ter plekke. De Nederlanders op het hoofdkwartier kennen in de regel een uitzendduur van 6 maanden.
Dagelijkse werkzaamheden
“De afgelopen weken ben ik druk bezig geweest de planning te maken voor de nieuwe schepen die in juli in het gebied gaan opereren”, vertelt De Leeuw. “Er moet veel worden overlegd met de landen die schepen leveren over bijvoorbeeld het aantal havendagen, de beperkingen en de verplichtingen die de schepen vanuit hun respectievelijke landen hebben meegekregen. Bijvoorbeeld vanwege de diepgang van de schepen, kan niet elke haven in het inzetgebied worden aangedaan. Daarnaast wordt er ook al gelijk nagedacht over samenwerkingsmogelijkheden met andere landen die in het gebied rondvaren, zoals Japan of Zuid-Korea. De contacten met de internationale gemeenschap zijn intensief, maar ook erg enerverend.”
Vooral randvoorwaardelijk
Overste Raasveldt, de LEGAD, werkt op het OHQ nauw samen met de politieke adviseurs, aangezien het OHQ op het operationeel-strategische niveau opereert. Hierdoor kunnen legal issues al snel consequenties hebben binnen het politieke domein. “De dagelijkse praktijk op een OHQ bestaat voor een LEGAD dan ook niet zozeer uit tactische zaken, maar vooral uit randvoorwaardelijke zaken”, verduidelijkt De Leeuw. “Die zijn belangrijk om de missie zo soepel en effectief mogelijk uit te kunnen voeren, zoals de informatie-uitwisseling met Interpol.”
“Collega Warsen, de DACOS CJ3, zorgt voor de dagelijkse aansturing van het JOC”, vervolgt De Leeuw. “Tevens brieft hij de missiecommandant over de actuele situatie in het inzetgebied en de geplande acties voor de komende 7 dagen. Het JOC is 24/7 bezet door een watchkeeper en zijn team. Zij beschikken continu over een beeld van het inzetgebied en nodige communicatie- en verbindingssystemen om contact te hebben met het inzetgebied.”
Vertalingen en toelichtingen
Wie van de Nederlanders ook daadwerkelijk zijn werk doet in dat gebied, is de CULTAD. Zo bracht Shire onlangs een aantal weken door aan boord van het Spaanse fregat Navarra. De Leeuw: “Dit had te maken met het bezoek van de Atalanta-commandant aan hoogwaardigheidsbekleders in Somalië. Ter voorbereiding op deze bezoeken stelde Shire een dossier samen over te bezoeken VIP’s. Ook leverde hij vertalingen en toelichtingen over gevoeligheden in de regio. Als voorbeeld: zo vinden veel lokale vissers dat Europa de illegale visserij beschermt, terwijl dat niet het geval is. De CULTAD verzorgt hierover dan de communicatie ter plaatse.”
Rota ligt ver van het Oost-Afrikaanse operatiegebied, maar de communicatielijnen zijn kort
Gevaar niet geweken
“Het aantal piratenmeldingen voor de kust van Somalië is momenteel weliswaar zeer laag, maar een actie in april 2019 laat zien dat het gevaar nog niet geweken is”, stelt De Leeuw. “Een groep piraten kaapte in die maand eerst een dhow (koopvaarder). Met deze dhow en hun eigen snelle skiffs zijn ze vervolgens ver de zee opgevaren en hebben ze 2 pogingen gedaan om grote vissersschepen te kapen. Die aanvallen mislukten, doordat deze vaartuigen gewapende beveiligingsteams aan boord hadden. Uiteindelijk hebben special forces van het Spaanse schip Navarra, varende onder het commando van Atalanta, de gekaapte dhow geboard. Het team nam de piraten gevangen en bevrijdde de bemanning van de dhow.”
Zorgen dat het niet meer loont
Op het hoofdkwartier wordt hard gewerkt om ervoor te zorgen dat piratenacties in de toekomst zo mogelijk niet meer kunnen worden uitgevoerd. Dit gebeurt niet alleen binnen Operatie Atalanta. OHQ werkt ook nauw samen met de Combined Maritime Forces (CMF), in Bahrein. Dit is een Amerikaans geleide taakgroep, waar Nederland ook personeel heeft geplaatst. Ook wordt er samengewerkt met andere EU-missies in Somalië en met VN-organisaties. De Leeuw: “Deze gezamenlijke aanpak moet er voor zorgen dat het niet meer loont om piraat te worden, zodat uiteindelijk Operatie Atalanta kan ophouden te bestaan.”
Onwennige blikken
Hoewel Rota in geografisch opzicht ver van het Oost-Afrikaanse operatiegebied afligt, zijn de communicatielijnen kort. “Door middel van satellietcommunicatie, netwerkverbindingen en telefonisch contact, blijft ons operationeel hoofdkwartier op de hoogte van de situatie in het gebied”, licht De Leeuw toe. “Zonder deze communicatie zou het lastig zijn om eenheden aan te sturen en maatregelen te nemen.”
Werken in dit Europese hoofdkwartier vinden De Leeuw en zijn collega’s bijzonder. “Anders dan op NAVO-hoofdkwartieren, kom je hier mensen tegen uit landen die nog moeten wennen aan het werken in een internationale omgeving. Dit levert soms onwennige blikken op, maar uiteindelijk is iedereen toch vooral erg gedreven en zeer bereid om van elkaar te leren.”
Operatie Atalanta
Meer informatie over Operatie Atalanta via: www.eunavfor.eu.