Tekst Vanessa Strijbosch
Foto Herman Zonderland
Herinneringsmedaille Internationale Missies (Resolute Support) | LTZ 2OC (LD) Miriam van Oeveren (29)
Medailles. Onlosmakelijk verbonden met de militair. Een officiële blijk van waardering. Ze vertegenwoordigen trots. Ze zijn een erkenning voor de onvoorwaardelijke inzet van de militair, soms met gevaar voor eigen leven. Elke medaille heeft een verhaal. In deze rubriek vertelt een militair over zijn of haar waardevolste onderscheiding. De andere kant van de medaille…
Precies een jaar geleden stapte de toen nog 28-jarige Miriam van Oeveren in het vliegtuig naar Afghanistan, met maar 1 gedachte: “Ik wil het meemaken”. En dat gebeurde ook: ze droeg haar steentje bij aan een bijzondere adviesmissie. Tijdens deze, voor haar allereerste, uitzending kwam ze zichzelf op verschillen vlakken tegen. “Je werd soms belazerd waar je bij stond.”
Huilen
“Mijn vriendin barstte in huilen uit toen ze hoorde dat ik naar Afghanistan uitgezonden werd. En ook mijn zus had het er moeilijk mee”, memoreert de geboren en getogen Rotterdamse de periode voorafgaand aan haar uitzending. “Maar ik stond te trappelen en tegelijk vond ik het ook super spannend. Dat was heel dubbel.”
Sceptisch
De jonge officier werd samen met een landmachtcollega voor bijna 7 maanden als genderadviseur in Mazar-e-Sharif geplaatst, onder de paraplu van de missie Resolute Support. “Ik wist eerst totaal niet wat de functie van genderadviseur inhield”, geeft ze toe. “Ik was enigszins sceptisch. Moesten we nu onze Westerse normen en waarden projecteren op een andere cultuur?”
Ze kwam er al snel achter dat het anders in elkaar zat. “Onze taak was het adviseren van het Afghaanse leger en de politie ten behoeve van genderintegratie. Feitelijk hield dat in dat we Afghaanse vrouwen, die al een functie hadden binnen leger of politie, op een hoger professioneel niveau probeerden te krijgen.”
Adviseren en coachen
Dat gebeurde bijvoorbeeld door scholing te faciliteren en commandanten en staffunctionarissen te adviseren en te coachen op het gebied van HR, gedrag en leiderschap. Projecten zoals het opleveren van een kinderdagverblijf vielen daar ook onder.
Van Oeveren gelooft sterk in de kracht van gender. “Natuurlijk is het veel minder kinetisch dan wapens, maar gender draagt wel degelijk bij aan de effecten van een missie. Gender maakt een concreet onderdeel uit van het operationele planningsproces. Vrouwen vormen 50% van de samenleving en wanneer zij niet maatschappelijk betrokken en zichtbaar worden, zal de wederopbouw van een land per definitie niet duurzaam zijn.”
Loodzwaar
Gelijke kansen creëren voor vrouwen in een land als Afghanistan, lijkt alleen al op papier een loodzware klus. Dat de praktijk dat ook uitwees, kan Van Oeveren alleen maar beamen. “Gender werd er niet altijd even serieus genomen, zelfs niet op het hoofdkwartier. Als er issues waren, merkte ik dat ze liever met een grote boog om ons heen liepen. Ergens begrijp ik ook wel dat gender niet altijd de hoogste prioriteit heeft, als er nog hard gevochten wordt aan het front. We zochten daarom de dialoog met onze Afghaanse counterparts op het hoofdkwartier om het in ieder geval bespreekbaar te maken.”
‘Enkelen liepen dagelijks risico om aangevallen te worden’
Zaadjes planten
‘Wat kunnen betekenen en een bijdrage leveren aan een veiliger Afghanistan.’ Met die idealistische doelstellingen ging Van Oeveren haar missie tegemoet. Een jaar later kan ze concluderen dat dit is gelukt, zij het op kleine schaal. “Het is veelal zaadjes planten, in de hoop dat je opvolgers dit werk voortzetten. Er waren best wat tegenslagen en teleurstellingen. Ik herinner me een incident waarbij vrouwen elkaar letterlijk in de haren vlogen, vanwege een cursus die door ons werd gefaciliteerd. En sommigen logen waar je bij stond, met krokodillentranen en al, om je vervolgens om een gunst te vragen. Dat vond ik wel eens lastig. In hoeverre ben je empathisch en wanneer moet je wantrouwend en streng zijn?”
Keiharde confrontatie
Van Oeveren herinnert zich nog enkele schrijnende gevallen die indruk maakten. “Er waren dames die er helemaal alleen voor stonden, van wie zelfs hun families hen niet steunden, omdat werken bij politie en leger in hun cultuur als ‘oneervol’ wordt gezien. Zij liepen elke dag een groot risico om aangevallen te worden. Op weg naar hun werk moesten ze werkelijk 4 keer van taxi wisselen, om er zeker van te zijn dat ze niet gevolgd werden. Dan kom je erachter dat niet alles vanzelfsprekend is. Dat is een keiharde confrontatie met de beperkte rol die ik als adviseur eigenlijk had. Uiteindelijk moeten de Afghanen het zelf doen. Ik voelde me wel eens machteloos.”
Bezinning
Was dat haar keerzijde van de medaille? Dat durft Van Oeveren niet helemaal zo te stellen. “Maar leerzaam was het zeker”, vindt ze. “Ik heb mezelf best moeten overtuigen dat ik met gezond verstand en hard werken aardig wat kon bereiken. Ik merkte ook dat ik momenten van bezinning nodig had. Ik bezocht de diensten van de Geestelijke Verzorging en deed aan hardlopen en yoga. Ik had dat echt nodig. Ik zag bij mensen om me heen dat ze afstompten. Ik wilde dat niet, ik wilde dichtbij mezelf blijven. In zekere zin was dat mijn missie binnen de missie.”
‘Toen ik thuiskwam, merkte ik pas hoe moe ik was’
Moe
Onlangs ontving Van Oeveren, die momenteel werkt als stafofficier Future Operations voor de Vessel Protection Detachment-cel, haar herinneringsmedaille. “Ik durf te zeggen dat ik deze echt heb verdiend. Het was keihard werken en daar kwam ik eigenlijk pas achter toen ik weer thuis was. Toen merkte ik hoe moe ik werkelijk was. Het was een hele mooie en bijzondere uitzending, waar ik altijd met warme gevoelens aan terug zal denken.”