02

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 04

Alle ogen op Rusland

Tekst RITM Charlotte Snel
Foto SM Gerben van Es I Video: SMJRBDAV Robbert Harteveld

Inzet SNMG-2: hoe spannend is het nu echt?

Zr. Ms. Evertsen nam 1 januari het stokje over als vlaggenschip van de Standing NATO Maritime Group-2 (SNMG-2). Na een kort havenbezoek aan Georgië zette het schip afgelopen week koers richting Roemenië. De ideale gelegenheid voor een korte evaluatie. Hoe gaat het met de inzet in de Zwarte Zee? En hoe spannend is de situatie daar nu écht?

Het rommelt in de commandocentrale aan boord van de Evertsen. Er klinkt wat geroezemoes, beeldschermen zijn gevuld met complexe kaarten en rondom de stoel van Commandocentrale Officier (CCO), luitenant ter zee 2OC Max, wordt het steeds drukker. Het nieuws verspreidt zich als een lopend vuurtje door het schip: de Russen hebben ons in de smiezen. 
Max, bijkomend van zijn vroege shift, wrijft in zijn ogen en haalt de schouders op. De CCO zit er ogenschijnlijk kalm bij. Nee, hij kan in het belang van de inzet niet in detail treden over vannacht. “Laten we het erop houden dat er inderdaad Russische activiteit is gemeten. Dit keer vanaf de landzijde. Ze weten dat we hier zijn en houden ons in de gaten. Maar dat wisten we al, toch?” 

Commandeur Boudewijn Boots: “We moeten elkaar vooral niet gek maken.”

De Russen hebben ons in de smiezen

No stress

Dat deze oversteek door de Zwarte Zee, dwars door de Russische achtertuin, langs de Krim zou kunnen rekenen op de nodige aandacht was verwacht. Zr. Ms. Evertsen is bij vertrek uit de Georgische havenstad Poti in hogere staat van gereedheid gebracht, gebruik van het mobiele netwerk is tot nader order verboden en in de commandocentrale is het drukker dan normaal. Maar daar houdt het wel op. Of...?

Komen de Russen dan tóch?

Nog geen uur later wordt het schip opnieuw opgeschrikt: ‘Air event, air event, air event’. Commandeur Boudewijn Boots, commandant SNMG-2, staat net buiten op de bak voor een interview met ons. Het valt even stil. Met een kleine frons op het gezicht: “Ga maar door, hoor jongens.” De directe commandeur is duidelijk niet voor een gat te vangen. Maar wanneer er vanuit de brug wordt geseind, besluit hij toch ‘even een kijkje’ te nemen. Bij binnenkomst wordt er een verrekijker in zijn handen geduwd. “Let op commandeur, daar komt zo een Russisch vliegtuig over.”

Gemengde gevoelens

Vanuit een hoekje slaan we het geheel gaande. Als een geoliede machine staat ieder bemanningslid binnen no time op zijn of haar post. Die Russen… Zouden ze dan tóch komen? De adrenaline is haast voelbaar, maar zo snel als de actie begon is hij ook weer voorbij. Het vliegtuig zet keurig koers richting het oosten. Niks te zien, air event opgeheven...

Boots, verrekijker nog om de nek, blijft met gemengde gevoelens op de brugvleugel achter. Enerzijds is er overduidelijk trots. “Zoals je ziet: hier zijn we op ingericht. Bedenk goed, we varen amper 15 mijl uit de kust van de Krim. Het kan inderdaad zijn dat de sfeer opeens omslaat. Daar moet je absoluut rekening mee houden. Je weet het nooit.” Daarna, schokschouderend: “Maar eerlijk? Ik zie het nu niet snel gebeuren.”

Bulgarije, Roemenië, Polen, Albanië, Spanje, Duitsland, Turkije, Griekenland en het VK. Ze zijn hier allemaal vertegenwoordigd.

‘Air event, air event, air event’

Cowboyverhalen

De commandeur heeft inmiddels genoeg van alle cowboyverhalen die de ronde doen. Ja, de Russen zijn meer, langer en vaker in de buurt. Maar we moeten elkaar vooral niet gek maken. “Alle actie, zowel op zee als in de lucht, is tot nu toe professioneel en binnen de gestelde perken gebleven. Dat wil ik graag zo houden. Ik lig er nog niet wakker van. Zij houden ons in de gaten, wij hen.”

Binnen no time staat iedereen op zijn of haar post.

‘De sfeer kan opeens omslaan’

Met ‘wij’ verwijst de commandeur naar zijn internationale partners. Het viel eerder vandaag al op, we hebben te maken met een kleurrijke staf. Bulgarije, Roemenië, Polen, Albanië, Spanje, Duitsland, Turkije, Griekenland en het Verenigd Koninkrijk. Ze zijn hier allemaal vertegenwoordigd. Hoewel Boots met alle input en steun blij is, leunt hij deze weken vooral op zijn Turkse, Bulgaarse en Roemeense collega’s. Met enige regelmaat roept hij hen bijeen om gedetailleerd naar bepaalde situaties te kijken. “Dat werkt heel prettig. Zij kennen dit gebied, zoals wij Nederlanders de Noordzee kennen, patrouilleren constant in de Zwarte Zee en weten dus op welke bewegingen, op zee of in de lucht, we extra moeten letten.”

Sterk elftal

De lat ligt hoog voor de staf. Er is enerzijds een duidelijke vraag vanuit de NAVO en er zijn eisen die gehaald moeten worden. Anderzijds hebben we te maken met een Standing NATO Maritime Group die vandaag de dag minder ‘standing’ is dan oorspronkelijk de bedoeling was. Tegen wil en dank van de commandeur in wordt er op het moment vaak gerouleerd.
“Logisch, ieder land moet veel doen met relatief weinig schepen, maar dat is wel lastig. Het is net als een voetbalteam; je hebt niet veel aan goede spelers als ze niet kunnen samenwerken. Dat is denk ik wel mijn grootste uitdaging, ondanks die wisselingen toch een sterk ‘elftal’ vormen en behouden. Als de NAVO op de knop drukt, of het nu voor een antipiraterij-missie of humanitaire crisis is, moeten we er wel staan.” 

‘Ik wil een sterk elftal vormen en behouden’

Recht zo die gaat

En dus wordt er met alle fregatten keihard doorgestoomd. Niet alleen hier, maar ook in de Egeïsche Zee, waar de andere task unit van SNMG-2 zorgt voor naleving van de migratiedeal tussen de Europese Unie en Turkije. 15 juni geeft Nederland het commandostokje door aan een Canadese collega aan boord van het fregat HMCS Toronto. Tot die tijd gaat Boots gewoon door, recht zo die gaat. “Ik wil bij de eindstreep een sterk team afleveren.”