10

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 08-09

Andere kant van de medaille

Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto René Verleg

Ereteken van Verdienste in Brons – LTKOLMARNS Jur van Nee

Medailles. Onlosmakelijk verbonden met de militair. Een officiële blijk van waardering. Ze vertegenwoordigen trots. Ze zijn een erkenning voor de onvoorwaardelijke inzet van de militair, soms met gevaar voor eigen leven. Elke medaille heeft een verhaal. In deze rubriek vertelt een militair over zijn of haar waardevolste onderscheiding. De andere kant van de medaille...

Het was 1980 toen Jur van Nee werd opgeroepen voor de keuring van de dienstplicht. Hij had wel wat met de dienst. “Ik wilde per se bij het Korps Mariniers of het Korps Commandotroepen. Na het lezen van ‘Gezworen Kameraden’, van Leon Uris, was ik helemaal in de ban van de mariniers. Ik werd echter niet geselecteerd voor de vervolgkeuring bij de marine. Daar wilde ik me niet bij neerleggen, dus schreef een brief aan de minister van Defensie. Toen kreeg ik alsnog de kans om mij 3 dagen te bewijzen bij het Marine Keurings- en Selectiecentrum, te Hilversum. Dat pakte goed uit en zo kwam ik in de officiersopleiding terecht.”

‘Ik werd niet geselecteerd voor de vervolgkeuring; daar wilde ik me niet bij neerleggen’

Jongensboek

Na zijn opleiding kreeg Van Nee de functie van pelotonscommandant binnen de 1e Amfibische Gevechtsgroep in Doorn. “Ik deed de berg- en koudweertraining, net als de parachutisten- en commando-opleiding (in Roosendaal). Tijdens dat laatste traject kwam ik in contact met kikvorsmannen van het Korps Mariniers. Daar wilde ik ook bij en dat lukte. Al deze opleidingen bij elkaar, dat is toch een jongensboek!? En ik zag wat van de wereld. Dat begon in de West, bij de Amfibische Sectie, eerst als tweede man en later als commandant.”

LTKOLMARNS Van Nee bij zijn commando-overdracht, begin juli. (Foto: Louis Meulstee)

Niet laten lopen

Zijn eerste missie vervulde Van Nee in Afrika, waar hij een half jaar VN-waarnemer was in Angola. Koud terug op Schiphol, kreeg hij de instructie zich te melden bij zijn commandant, (destijds) luitenant-kolonel der mariniers Patrick Cammaert. “Ik kon meteen door naar Cambodja, met het detachement Cambo 2. Die belangrijke missie mocht ik niet laten lopen...”

Later vertrok Van Nee nog voor een korte periode naar Zaïre, ten tijde van de massaslachting in Rwanda (1994) en naar Eritrea (UNMEE, 2000). “Ik ben eigenlijk van vóór de Irak- en Afghanistan-missies. In die periode bekleedde ik voornamelijk staffuncties.” 

‘Niet alleen in het buitenland moest terreur bestreden worden; ook in Nederland stond het gevaar letterlijk op de stoep’

Niet veel op met medailles

De onderscheidingen die op de borst prijken zijn inmiddels talrijk. Het zijn blijken van waardering en tastbare herinneringen die voor iedereen een eigen waarde hebben. “Maar eerlijk gezegd had ik lange tijd niet zoveel op met medailles. Zeker niet met het soort dat je bijna automatisch krijgt. Toen ik 21, 22 jaar oud was, lag het eerlijk gezegd anders. Die van de 4-daagse was de eerste. Daar was ik erg blij mee, want toentertijd voerden we nog geen missies uit waar je herinneringsmedailles voor kreeg. Onlangs kwam het eremetaal in een ander daglicht te staan, toen de overste het commando overdroeg van de Netherlands Maritime Special Operations Force (NLMARSOF). Hij kreeg bij zijn afscheid tot zijn grote verrassing het Ereteken van Verdienste in Brons uitgereikt, namens de Commandant Zeestrijdkrachten. 

“Natuurlijk zijn het vaak zeer eigenwijze lui, maar dat komt voort uit overtuiging en betrokkenheid.”

Organisatie optimaliseren

De bijbehorende oorkonde vermeldt dat Van Nee ‘immer het belang van de eenheid en van het Commando Zeestrijdkrachten voor liet gaan op zijn eigen belang’ en dat hij ‘een tomeloze inzet’ vertoonde. Ook wordt ‘zijn invloed op de verdere ontwikkeling en professionalisering van de maritieme speciale eenheden’ geroemd. “Deze medaille is toch wel heel bijzonder”, geeft Van Nee toe. “Waar hij vandaan komt? Laat ik het zo zeggen: NLMARSOF bestond pas 1,5 jaar toen ik eind 2014 commandant werd. De eenheid was opgericht in een tijd dat Defensie zwaar onder druk stond, met alle beperkingen voor de organisatie van dien. 2 weken na mijn aantreden vond de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo in Parijs plaats. Niet alleen in het buitenland moest terreur bestreden worden; ook in Nederland stond het gevaar letterlijk op de stoep. Ik heb vanaf die tijd geprobeerd de organisatie te optimaliseren, door kritisch te kijken naar werkprocessen, operaties, planning, ondersteuning, uitrusting, wapens en voertuigen.”

‘Voor mij is de medaille een ereteken naar de hele eenheid toe’

Eigenwijs uit betrokkenheid

Van Nee is bijzonder tevreden dat hij de omvorming van de eenheid ‘vanaf het beleidsvoornemen tot het einde van de reorganisatie’ heeft kunnen begeleiden. “NLMARSOF mag nu 20% groeien; een kwantitatieve verbetering die leidt tot kwalitatieve verbetering. Belangrijk, want wij voeren opdrachten uit die ertoe doen, op het scherpst van de snede. Dat geeft de mariniers van NLMARSOF een enorme operationele focus. Ik prijs mij gelukkig dat ik leiding heb mogen geven aan deze hardwerkende, gemotiveerde professionals. Natuurlijk zijn het vaak zeer eigenwijze lui, maar dat komt voort uit overtuiging en betrokkenheid. Voor mij is de medaille dan ook een ereteken naar de hele eenheid toe.”