Tekst André Twigt

Maar ambitie met biobrandstof reikt veel verder

Dat het thema voor de Wereldhavendagen dit jaar ‘Energize!’ zou zijn, liet zich een beetje raden. Al langer koestert Rotterdam de ambitie de allerschoonste haven ter wereld te worden. Daaraan gaat ook de Koninklijke Marine een bijdrage leveren. Als het een beetje meezit, vaart de vloot medio 2019 op een mix van 90% scheepsdiesel en 10% biobrandstof.

Het wordt nog aanpoten om die nobele doelstelling te bereiken, maar hoofd Kenniscentrum Conditiebewaking van de Directie Materiële Instandhouding (DMI) Leo van Leersum heeft er vertrouwen in dat het gaat lukken. Door de CO2-uitstoot van de schepen significant te verminderen, levert de marine een grote bijdrage aan een beter milieu. En daarover is het laatste woord nog niet gesproken. Want volgens de Operationele Energiestrategie moet in 2050 de hoeveelheid brandstof van fossiele oorsprong met 70 procent zijn afgenomen.

Momenteel doet de marine er alles aan om medio 2019 op 10% biobrandstof te varen. (Foto: SMJRBDAV Peter van Bastelaar)

Door de CO2-uitstoot significant te verminderen, levert de marine een bijdrage aan een beter milieu

In de pas

Momenteel focust Van Leersum zich op toevoeging van 1/10 deel zogenoemde Hydrotreated Vegetable Oil (HVO). Dit goedje – dat zich moeiteloos met scheepsbrandstof mengt – bestaat uit een combinatie van afgewerkte dierlijke en plantaardige vetten. Na een uitgebreide chemische bewerking is het volledig geschikt om als scheepsdiesel te worden gebruikt. Sterker nog: beproevingen tonen aan dat de mengverhouding moeiteloos kan worden opgeschroefd. “Maar dat gaan we niet doen”, haast de chemicus zich. “Om binnen de NAVO geen problemen met de uitwisseling van brandstof met de partnerlanden te krijgen, blijven we in de pas lopen. Het huidige percentage is 10. Punt!”

Doordat de Koninklijke Marine aan zowel eigen eenheden als aan buitenlandse NAVO-schepen brandstof levert, is ze is gehouden aan de vastgelegde 10 procentnorm. (Foto: SM Gerben van Es)

Proefbank

Dat hogere concentraties HVO geen kwaad kunnen, bewijst Zr. Ms Snellius. Als enige binnen de marine vaart het hydrografisch opnemingsvaartuig op een toevoeging van 30%. Proefnemingen met een Aztazou-gasturbine (wordt gebruikt in mijnenjagers) toonden aan dat toevoeging van zelfs 50% geen verrassingen oplevert. Met het oog op de Operationele Energiestrategie is dat bijzonder goed nieuws. “De daarin vermelde doelstelling van 70% zouden we weleens moeiteloos kunnen halen”, aldus Van Leersum.

Rotterdam de schoonste haven ter wereld? De marine doet hieraan met een doordacht uitstoot besparend initiatief mee. (Foto: Phil Nijhuis)

Beproevingen tonen aan dat de mengverhouding probleemloos kan worden opgeschroefd.

Fraude

De uitdaging waarvoor de marine en de overkoepelende Defensie Materieel Organisatie zich momenteel zien geplaatst, is het verificatieproces. Want straks wil je wel zeker weten dat het te verstoken mengsel daadwerkelijk uit 10% biobrandstof bestaat. “Wij willen dat de leverancier aantoont dat zijn brandstof afkomstig is van afgewerkte plantaardige en dierlijke oliën en vetten bevat”, specificeert Van Leersum. Naast de marine is volgens de expert ook de overheid bij de certificering een partij. Ook die wil alles rondom de uitgifte heel helder hebben. Dat met het oog op mogelijke fraude en de heffing van accijnzen.

Om voorlopig zelf track te houden op wat er aan de scheepsdiesel wordt toegevoegd, gaat de marine zelf bio mengen. Die werkwijze zal een paar jaar aanhouden. Daarna komt voorgemengde F76 (NATO-)scheepsdiesel gewoon van de leverancier. “Die taak is overigens voorbehouden aan het Bedrijfsstoffen Bedrijf van Defensie. Zij regelt namelijk de aankoop.”

Thema van de Wereldhavendagen 2018 was 'Energize!'. De koninklijke Marine haakte moeiteloos op dit thema aan. (Foto: Phil Nijhuis)

Midden-Oosten

Nederland is niet het eerste land dat biobrandstof toepast. Zo gingen de Amerikanen en Italianen ons al voor. Afgezien dat beide het milieu een warm hart toedragen, heeft vooral de VS nog een goede reden om biobrandstof te gebruiken. En dat is een verminderde afhankelijkheid van fossiele brandstoffen uit het Midden-Oosten. “Wereldwijd bekijken ze ook de mogelijkheden om van aardgas scheepdiesel te maken”, vertelt Van Leersum. “Gas to liquid heet dat proces. Onze keuze is dat duidelijk niet. Wij willen niet van fossiel naar fossiel. De hele actie bestaat eruit om de fossiele CO2-uitstoot juist te verminderen. Door alsmaar fossiele brandstoffen uit de grond te halen verstoor je een natuurlijk evenwicht. Dat moet je gewoon niet meer willen.”