Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto Karin Stroo
Hulphond (her)opgevoed in marinegezin
Militairen die door indrukwekkende gebeurtenissen op missie moeite hebben met het gewone leven, na terugkeer. Er is meer en meer oog en adequate zorg voor hen, bijvoorbeeld door het inzetten van hulphonden. Deze worden veelal opgeleid door vrijwilligers, zoals sergeant-majoor TD Wolf de Wilde. Zijn vrouw Mascha, jongste dochter Sara en hij ontfermden zich 14 maanden over de labrador Zayne. Daarna zou het dier klaar zijn om een geestelijk gewonde veteraan bij te staan. Maar het liep heel anders. “Ik kreeg een raar gevoel in mijn buik.”
De geboren Haarlemmer Wolf de Wilde (52) kwam in 1986 op als dienstplichtig matroos bij de Operationele Dienst Nautische Dienst terecht. Op het KIM zorgde hij voor de zeilboten van de Marine Jachtclub en Hr. Ms. Urania. Door zijn achtergrond als MTS’er ging zijn belangstelling al snel uit naar de Wapentechnische Dienst van de KM. “Ik vond de marine een leuke werkgever, dus ben gebleven. Na de opleiding op Marinekazerne Erfprins ging ik eerst naar Hr. Ms. Witte de With. Die lag splinternieuw in Vlissingen. Na de plaatsing op dit L-fregat volgden nog vele varende functies op S-, M- en LCF fregatten. Tot 2008 heb ik eigenlijk geen walplaatsing gehad. Toen mijn eerste 2 dochters geboren werden, was ik op missie. Gelukkig mocht ik voor die belangrijke gebeurtenissen wel even heen en terug naar huis.”
Raketten heen en weer
Door zijn uitzendingen richting het voormalige Joegoslavië is De Wilde weliswaar veteraan, maar hij wil dat nuanceren. “Ik benijd de jongens niet die op de grond zitten. Op zee, aan boord van je eigen schip, voelt zo’n vredesmissie anders aan. Hoewel, ook daar kun je de spanning voelen. Als verantwoordelijke voor het Goalkeeper-snelvuurkanon had ik bij een storing dan ook meteen de commandant of het Hoofd Wapentechnische Dienst in mijn nek. ‘Doet-ie het alweer?’. Begrijpelijk, want je zag de raketten boven land heen en weer vliegen.”
Vooral praten met mensen
In 2008 kwam De Wilde door gezinsomstandigheden dan toch eindelijk aan land. Eerst kreeg hij een tijdelijke walplaatsing op het Marine Etablissement Amsterdam, als schietinstructeur en munitiebeheerder. Toen hij vanuit die functie een managementcursus volgde op de SMVBO, kreeg hij de smaak van het ‘mensenwerk’ te pakken. Hij werd in 2010 trainer en was dat tot 2015. Aansluitend kwam de sergeant-majoor op zijn huidige stoel terecht bij het Veteraneninstituut. “De functie hier heet officieel ‘activiteitenbegeleider’, maar die naam dekt de lading niet echt. Ik zorg niet voor de bingo en zo. Ik ben hier meer manusje van alles en praat vooral met mensen. Meestal met veteranen die hier voor ondersteuning komen.”
Hulphond belangrijk
Zo kwam de sergeant-majoor in aanraking met militairen die een hulphond hadden. “Zelf hadden we thuis 12 jaar lang een hond gehad, maar die was net overleden. We wilden best wel een nieuwe hond nemen, maar keken er tegenop om er weer zo lang aan vast te zitten. Toen kwamen we uit bij de Stichting Hulphond van generaal b.d. Peter van Uhm. En zo kregen we de zwarte labrador Zayne in april 2017.”
Wolf, maar vooral zijn vrouw, maakte zich vanaf dat moment sterk voor de opvoeding van het beestje. “Mascha was er elke dag mee in de weer. 1 keer per week kwam er een trainster bij ons thuis in Vogelenzang. En 2 of 3 keer per maand kreeg Zayne training bij de Stichting Hulphond in Alphen aan den Rijn. Onderdeel van de opleiding was ook dat de hond 1 dag per week met mij mee ging naar het Veteraneninstituut. Er waren altijd veteranen die op de wachtlijst stonden en vroegen: ‘Is dat mijn hond? Is die straks voor mij?’. Dan merk je hoe belangrijk zo’n hulphond is.”
‘Zayne zocht een militair op die bijzonder gespannen overkwam; daarna was die jongen helemaal rustig’
Naar het Rijksmuseum
Om te wennen aan alle mogelijke omgevingen, ging de hond ook mee in de trein, metro, bus en bijvoorbeeld naar festivals. “Maar ook naar het Rijksmuseum, waar gewone honden natuurlijk nooit mogen komen. Voor Zayne was het echter belangrijk om ook te leren rustig zijn in een rustige omgeving en niet iedereen te gaan besnuffelen.”
De opleiding verliep voorspoedig, zo bleek na een aantal maanden. “Een trainster van de Stichting Hulphond oordeelde dat Zayne geschikt was voor iemand met posttraumatisch stressstoornis (PTSS) of bijvoorbeeld epilepsie. Ons hart sloeg over! Dat wilden we juist bereiken. De proef op de som volgde al snel, tijdens een seminar over ‘moral injuries’ op de School voor Humanistiek. Daar zocht hij tijdens een filmvoorstelling spontaan een militair op die bijzonder gespannen overkwam. Na de film was die jongen helemaal rustig. Heel bijzonder.”
‘Hij accepteerde de situatie niet, wilde geen moment alleen zijn en pakte eten van het aanrecht’
Dubbel gevoel
Na 14 maanden kwam het onvermijdelijke moment: Zayne werd opgehaald voor zijn vervolgtraining. “Daar waren we best een beetje overstuur van.” Toen gebeurde het: “Al na 2 dagen werden we gebeld; het ging niet goed met Zayne. Hij accepteerde de situatie niet, wilde geen moment alleen zijn en pakte zelfs het eten van het aanrecht. Zo hadden we hem niet opgevoed! Onbegrijpelijk. Waarop mijn vrouw Mascha zei: ‘Het klinkt gek, maar hebben we hier te maken hebben met een hond met PTSS?’ De vraag kwam vanuit de stichting of Zayne weer bij ons terug mocht voor een heropvoeding. Wij waren door het dolle heen; ik kreeg er helemaal een raar gevoel van in mijn buik. Toch gaf het ook een dubbel gevoel, want je wilt toch vooral een goede hulphond afleveren.”
Doel is hetzelfde
Sinds vorige week (3 september) is Zayne weer bij Wolf en zijn gezin. “Zayne is weer helemaal ‘thuis’”, vertelt De Wilde. “Het klinkt gek, maar zo ziet het eruit; het is alsof hij niet is weg geweest. Hij voelt zich helemaal op z’n gemak. Van een mogelijk trauma is gelukkig niets te merken. We gaan nu verder met het opleidingstraject van Zayne. Het doel is nog steeds hetzelfde: een hulphond opleiden en deze zo snel mogelijk overdragen aan iemand die hem nodig heeft.”