03

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 07

Deinend leslokaal

Tekst RITM Djenna Perreijn
Foto John van Helvert

Op zoek naar nieuw personeel via VeVa

Een klaslokaal dat deint, waar je de meeuwen hoort en de zee ruikt. Na 3 weken theorieles op het ROC is het voor Veiligheid en Vakmanschap (VeVa)-leerlingen tijd voor een meer maritieme omgeving. De instructeurs doen er alles aan om de studenten 1 week in de maand te enthousiasmeren voor een baan bij de marine. Want net als in het bedrijfsleven is technisch personeel schaars.

12 ROC’s in het land werken samen met de opleiding Veiligheid en Vakmanschap. Na elke 3 lesweken lopen de MBO-niveau 2- of 3-studenten van de opleidingen Maritiem en Mechatronica een week stage bij Defensie. In Den Helder begint het voor de leerlingen met gele epauletten, ook wel ‘kaasplankjes’ genoemd, met militaire basisvorming. “Het zijn minderjarige burgers, nog geen militairen”, vertelt luitenant ter zee 2OC Marcel Raaijman, hoofd Opleidingen Bijzondere Instroom. “Dat betekent dat ze nog niet alles mogen, maar het bed strak opmaken, af en toe opdrukken en stevig doormarsen horen er natuurlijk al wel bij. Sommige leerlingen hebben teveel Amerikaanse films met drilsergeanten gekeken en verwachten er veel meer van. Maar een centimeter van het gezicht af staan en hard schreeuwen gebeurt niet.”

Bij de Defensie Vaarschool beoefenen VeVa-leerlingen het manoeuvreren met een rubberboot. Klasgenoten helpen elkaar door met de handen aan te geven hoeveel ruimte steeds tussen de bootjes zit.

Juiste beroepshouding

De eerste 4 weken lijken op de vorming die matrozen tijdens de Elementaire Maritiem Militaire Vorming krijgen. Daarna gaan de leerlingen aan de slag bij de richting Maritiem of Mechatronica. Bij Maritiem leren ze onder meer knopen en steken. Aan boord werken ze met radio, verbindingen en manoeuvreren ze met een hijskraan. “De juiste eigenschappen zijn weerbaarheid en flexibiliteit”, aldus Raaijman. “De jongeren moeten doorzettingsvermogen hebben en in een groep kunnen samenwerken.” Dat geldt ook voor de studenten die voor Mechatronica kiezen. Zij doen sleutelvaardigheid op en leren onder meer werken met hydrauliek, transmissietechniek, sensoren en verbrandingsmotoren. “Tijdens de werkprocessen willen we hen een juiste beroepshouding bijbrengen.” 

De lessen voor Mechatronica-leerlingen vinden afwisselend plaats in de leerstraat op de Marinekazerne Erfprins en op schepen. In de leerstraat brengen leerlingen opgedane theoretische kennis in de praktijk. De lesstof, leerdoelen en de bijbehorende techniek sluiten zo op elkaar aan.
LTZ 2OC Marcel Raaijman (l.) en LTZ 2OC (TD) Henrie Hofsink.

Solliciteren of niet

“Het is nautisch weer vandaag”, stelt VeVa-onderwijscoördinator van de Nederlands-Belgische Operationele School sergeant-majoor ODND Johan Klem, als hij de zeelucht aan de kust van Den Helder opsnuift. “Maar ook technisch weer”, voegt luitenant ter zee 2OC (TD) Henrie Hofsink (hoofd Initiële Opleidingen van de Koninklijke Marine Technische Opleidingen) er lachend aan toe. Hun VeVa-leerlingen van Maritiem beoefenen vandaag het manoeuvreren met de rubberboot langs de sloep, zodat personeel kan overstappen. Daarna staat een les werken met de hijskraan op het rooster. “Aan het einde van de week bij de marine heb ik altijd het gevoel dat ik een stuk meer heb geleerd dan in het leslokaal op school; ik vind het fijner om in de praktijk te leren”, vertelt maritiem student Shavelli (16). 2 klasgenoten met wie hij achterin de sloep zit, knikken instemmend. Zij weten al dat ze aan het einde van hun VeVa-opleiding willen solliciteren bij de marine. “We twijfelen alleen nog tussen Operationeel of Verbindingsdienst.”

Met een hijskraan takelen de leerlingen de rubberen boot in het water.

Zien, ruiken, horen en voelen

Het is geen vanzelfsprekendheid dat de jongeren na hun VeVa-traject kiezen voor de KM. Nog maar 2 jaar geleden lag het percentage onder de 10%. Maar de opleiding heeft een flinke metamorfose ondergaan, weet Hofsink. “Tegenwoordig is meer dan de helft geïnteresseerd in een technische baan bij de Marine. In de stageweken maken ze kennis met de ‘echte wereld’. Daarbij krijgen we hulp van collega’s; bemanningen vinden het ook leuk om toekomstige collega’s mee aan boord te nemen. Zo belde de Walondersteuningsploeg laatst, toen de douches op Zr. Ms. Karel Doorman stuk waren. Een leuke klus die leerlingen ook kunnen krijgen als ze bij de Technische Dienst gaan werken. Ook varen regelmatig VeVa-leerlingen mee met duikvaartuigen of andere marineschepen. Werkbesprekingen, ‘praaien’ en sleutelen in krappe machinekamers; ze moeten het zien, ruiken, horen en voelen.”

In de leerstraat maakt VeVa gebruik van Gamified Peer to peer At the Job Learning (GPAL). Leerlingen kunnen op hun kamer of tijdens werk opdrachten voorbereiden. Bij de uitvoering worden zij gefilmd en uiteindelijk beoordelen de leerlingen elkaar. Hofsink: “Hierbij komt een competitie-element; leerlingen willen niet voor elkaar onder doen. We merken dat ze kritischer naar zichzelf worden en elkaar helpen, in plaats van het de instructeur te vragen.”

Bewuste keuze

‘Boeien en binden’ is een term die steeds terugkomt bij de VeVa-coördinatoren. Hofsink: “Hoe interessanter het beroepsgerichte praktijkonderwijs is, hoe groter de kans dat ze blijven plakken. Studenten die we de hele tijd in een klaslokaal zetten, raken we kwijt.” Het heeft ook te maken met verwachtingen scheppen, weet schipper Klem. “Door het realistische onderwijs weten ze waarvoor ze tekenen wanneer ze voor de marine kiezen. Want eenmaal operationeel delen ze een hut met 5 collega’s en hoort bijvoorbeeld ook schoonmaken er gewoon bij. Als de VeVa erop zit, hopen we dat ze een bewuste keuze voor de marine of de burgermaatschappij maken.”