Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SGTBDAV Sjoerd Hilckmann

Marinemensen in Mali

De geïntegreerde Minusma-missie van de VN in Mali trekt Nederlandse militairen van divers pluimage naar het Afrikaanse land. Hoewel de zee hier verder weg is dan ooit en alleen de ‘schepen der woestijn’ maritieme associaties oproepen, is er ook steevast een klein clubje marinemensen te vinden. Alle Hens trof enkele van hen op Kamp Castor in Gao. Wat doen zij daar zoal?
 

‘Met goede procedures en onvoorspelbaar optreden zorgen we voor veiligheid’

SGTTD Richard en SMJRODND Jarre, Maritieme EOD

Richard (foto boven): “Ik werk als junior-ruimer van de Maritieme EOD, ingedeeld bij de Long Range Reconnaisance Patrol Task Group (LRRPTG) in Mali. Wat we hier zoal tegenkomen? Heel veel hitte, veel nieuwe ervaringen. Onze apparatuur heeft moeite met de omstandigheden, maar wij hebben een goede Bushmaster als vervoermiddel. Wij checken of de weg veilig is. We verkennen ook in dorpjes om informatie te verzamelen. Met goede procedures en onvoorspelbaar optreden zorgen we voor veiligheid. We gaan steevast naar buiten met een behoorlijk pakket aan voertuigen. Met de helikopters erbij is dat een indrukwekkend geheel.”

Jarre (foto beneden): “Normaalgesproken ben ik als duikmeester bezig met projectielen in het water. De samenwerking met de landmachtcollega’s binnen de LRRPTG is goed; de ‘kleur’ maakt niet uit. Wij opereren samen. Soldaat Martin is bijvoorbeeld onze chauffeur, hij bedient ook de explosievenrobot.”

Richard: “Op het kamp doen we onderzoek naar grondmonsters, slagsnoeren, knopen en andere zaken die na een aanslag te vinden zijn. Dit onderzoek doen we ook voor de Franse operatie Barkhane en UNMAS, de VN anti-mijnen organisatie, die ook in Mali actief zijn.”

Jarre: “Wij doen veel onderzoek naar wat de Nepalese EOD aantreft. Halen we belangrijke aanknopingspunten uit. Springstoffen, munitieartikelen etcetera. We proberen ‘links van de blast’ uit te komen. Vaak zijn VN-voertuigen en bussen doelwit. Wat bereik je ermee, anders dan angst zaaien? Wij proberen de bewegingsvrijheid van de mensen terug te pakken.”

‘Men noemt ons werkgebied nog weleens de ‘softe sector’, maar ik geef het je te doen…’

LTZ 2OC (SD) Mitchell, Bedrijfsmaatschappelijk Werker

“Normaal werk ik in Den Helder. Hier is het mijn taak om militairen zo goed mogelijk inzetbaar te houden in het missiegebied. In het belang van de mensen en de missie. Mijn aandacht gaat uit naar integriteitszaken en psychische en sociale hulpverlening. Soms hebben mensen problemen thuis, heimwee of spanning in de relatie. Ook bied ik ondersteuning na ingrijpende gebeurtenissen.”

“Een zeer droeve taak is de zogenoemde berichtgeving: voor de deur staan met tragisch nieuws. Moest ik vanmorgen nog doen vanwege een tragisch overlijdensgeval in Nederland van een familielid. Men noemt ons werkgebied nog weleens de ‘softe sector’, maar ik geef het je te doen… Ik ben hier voor de uitgezonden militairen, mijn collega’s in Nederland zijn er andersom voor de families. Er is vaak sprake van een mooie dag als ik problemen van mensen gedeeltelijk heb kunnen verlichten.”

‘Belangrijk als iedereen na een interessante missie gezond en met een goed gevoel naar huis kan’

AOOTD Michel, CONTCO-adjudant

“Normaal ben ik stafadjudant Mijnendienst. In mijn rol als adjudant van het Nederlandse contingent in Mali kan ik een goede indruk krijgen van de organisatie tijdens een landmissie. Ik vind het belangrijk als iedereen straks na een interessante missie gezond en met een goed gevoel naar huis kan. Je bemerkt een flow; de eerste maand is alles interessant, de tweede wordt het al wat normaler, daarna kunnen irritaties toenemen. Dat moet ik tegengaan, als een soort vaderfiguur.”

“Verder maak ik me druk om het wel en wee op het kamp en het ceremonieel. Elke dag vind ik een mooie dag, geen dag is hetzelfde. Ik ga ook vaak ergens heen, bijvoorbeeld met de contingentscommandant naar Bamako, om de International Police Officers van de marechaussee en de Militaire Stafofficieren (nu 2 luchtmachters en 1 marinier, red.) op het militaire VN-hoofdkwartier te bezoeken. Kijken hoe het met hen gaat. Werken binnen de VN kan trouwens nog wel wat gestructureerder en soepeler. Dat zou voor ons als militairen een groot verschil maken.”