Tekst RITM Jessica Bode
Foto archief

‘We hebben orkaan Irma onderschat’

Interview met brigadegeneraal Peter de Vin
Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied brigadegeneraal der mariniers Peter de Vin.

Het is goed en wel een jaar geleden dat brigadegeneraal der mariniers Peter de Vin het commando over de Zeemacht in het Caribisch Gebied aanvaardde. “De laatste 12 maanden waren hectisch, zeker na orkaan Irma. Maar ik heb al veel kunnen doen.”

Alle Hens stelde de Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied (C-ZMCARIB) een aantal vragen over de afgelopen maanden én de toekomst. Vanuit zijn kantoor op marinebasis Parera op Curaçao vertelt hij onder meer over Irma, doorgevoerde veranderingen en een betere samenwerking met de lokale autoriteiten en veiligheidsinstanties.

Hoe heeft u zich op deze functie op Curaçao voorbereid?

“Ik had het geluk dat ik al 2 jaar plaatsvervangend C-ZMCARIB was. Ik heb die jaren eigenlijk kunnen afkijken, wat heel leerzaam was. Dat zou ik mijn opvolger ook aanraden. Voordat je het weet zit je eerste jaar er al op.

Bovendien was ik ook betrokken bij de jaarplannen, waardoor ik en het managementteam al een duidelijke visie hadden over wat we met het Caribisch gebied wilden. Plannen konden sneller opstarten en worden doorgevoerd.”

Wat is er dan veranderd sinds uw komst?

“Een belangrijk punt is de vereenvoudigde procedure voor een bijstandsaanvraag. Als een politiecommissaris voorheen een duikteam van ons nodig had of na een inval van het arrestatieteam een searchteam wilde lenen, liep de aanvraag over verschillende schijven. Zoals de gouverneur van het aanvragende land en de minister van Defensie. Omslachtig en tijdrovend. Nu ik voor 3 vormen van bijstand (search, tracking en duiken, red.) het mandaat heb gekregen, kan ik zelf een akkoord geven.

Daarnaast zijn we druk bezig om de Kustwacht beter te laten samenwerken met de lokale politie. De Kustwacht doet binnenkort mee aan een pilot met een nieuw rechercheteam op Curaçao, waardoor ze kunnen aansluiten bij opsporingen.

En vergeet niet dat ook de situatie in Venezuela het een en ander van ons vraagt en we ons ook weer voorbereiden op een zwaar orkaanseizoen."

Orkaan Irma had een vernietigende werking op onder meer Sint-Maarten.

Goed dat u over Irma begint, want toen u goed en wel geïnstalleerd was, raasde de orkaan voorbij. Hoe heeft u deze periode ervaren?

“Beyond imagination! Vooral Sint-Maarten, Saba en Sint Eustatius worden vaker geteisterd door orkanen, maar dit had niemand verwacht. Hels natuurgeweld. Ondanks de ramp was het voor Defensie een unieke operatie. We hebben ons hard ingezet waardoor we veel mensen hebben geholpen. Daar doe je het als militair voor.

Wel ben ik eerlijk over het feit dat we allemaal de situatie aan de voorkant toch wat onderschat hebben. We hebben ons onvoldoende gerealiseerd dat vooral het bestuur en veiligheidsdiensten ook slachtoffer waren. Doortastend optreden was de eerste 48 uur moeilijk. Met plunderingen tot gevolg. Op verzoek van de lokale autoriteiten was onze prioriteit hulp bieden en de schade in kaart brengen. Dit had, met de kennis van nu, ook het handhaven van de openbare orde en veiligheid moeten zijn.”

Hoe hangt de vlag er nu bij in de West?

“In de basis hebben we onze zaken op orde, maar er is altijd ruimte voor verbetering. We weten wat we willen, nu zijn er nog legio uitdagingen. Wij hebben ook hier 20 jaar te maken gehad met bezuinigingen. Er is tot op het bot gesneden in mankracht. Maar we krijgen steeds meer operationele uitdagingen. Zeker in het maritieme hoofdkwartier op Curaçao lopen we dan ook op ons tandvlees. Ja, ik wil meer mensen. Maar ik ben niet de enige binnen het CZSK die dat op zijn verlanglijstje heeft staan.

Er is geen apart investeringsplan voor de Carib. De focus ligt begrijpelijk op Europa, dus proberen we vooral mee te liften op lopende initiatieven daar. Alleen zie je wel dat bij veel projecten in Nederland niet meteen wordt gedacht aan deze regio. Je moet goed de vinger aan de pols houden.”

Brigadegeneraal der mariniers De Vin op bezoek bij een school na orkaan Irma.

Wat vindt u moeilijk aan het werken in de Caribische regio?

“Uitdagingen zijn onder meer de wisselende regeringen. Het verloop van de lokale bestuurders is groot. Daardoor merk je dat het lastig is om een constructieve samenwerking op te bouwen en langdurige projecten aan te gaan. In Nederland rouleren de ministers bij een nieuw kabinet, maar de ambtenaren kunnen vaak blijven. Hier gaat vaak iedereen weg.

Toen ik hier kwam, was er bijvoorbeeld op Curaçao net een nieuwe regering en die zit er nu gelukkig nog steeds. Laten we hopen dat het zo blijft, want op basis van een   vertrouwensband kun je goed samenwerken.

En als ik eerlijk mag zijn, vind ik het ook lastig dat het werken in het Caribisch Gebied vaak wordt gezien als een vakantie. Ja, er is zee en zon. Dus in het weekend, of als je vrij bent, is het zeker zalig. Maar het is in werkelijkheid ook heel hard werken. En je kunt ook op stel en sprong weg moeten en wekenlang van huis zijn. Bovendien is het sociale vangnet hier minder groot. Als je kind ziek is en je vrouw werkt hier ook, dan wordt de oppas nog weleens een probleem. Men moet zich goed realiseren dat we ook hier in een operationele omgeving werken met frequente operationele inzet.”