Tekst Leo de Rooij
Foto John van Helvert
Met nieuwe testbanken klaar voor de toekomst
Als binnenkort de nieuwe motoren-proefstand in gebruik wordt genomen, beschikt de Techniekgroep Platform van de Directie Materiële Instandhouding (DMI) over een state-of-the-art testbank. Kwalitatief en kwantitatief geschikt voor de toekomst, op arbo- en milieugebied aangepast aan de laatste eisen. “Hiermee lopen we voorop in de wereld van het onderhoud van kleine dieselmotoren en dragen zo bij aan een betere operationele inzetbaarheid”, meldt een trotse Daan de Jong, hoofd engineering bij DMI.
De Techniekgroep Platform is verantwoordelijk voor al het onderhoud van dieselmotoren van de Koninklijke Marine. Onderhoud van de grotere motoren gebeurt vanzelfsprekend aan boord. De kleinere dieselmotoren (onder 500 kW) worden van boord gehaald en in de immense loods van de Motorenwerkplaats getest en onderhouden. Daar sleutelen 25 man aan de circa 250 motoren die daar regelmatig langskomen. Denk aan motoren van de snelle FRISC (50 vaartuigen, met ieder 2 motoren), het landingsvaartuig van het type LCVP, maar ook aan de varende diesels van landmacht en marechaussee.
Endoscoop
“Die worden allemaal hier, in gebouw 300 van DMI, getest en onderhouden”, zegt Wouter Mooij, engineer dieselmotoren en onderhoudsverantwoordelijke voor ‘klein bovenwater’. “Dat betekent een intake, waarbij we met een endoscoop uitgebreid de binnenkant van de motor bekijken, waarna het besluit valt welk onderhoud we toepassen. Variabelen als aantal draaiuren, toestand-afhankelijkheid en voorschriften van de leverancier spelen daarin natuurlijk ook een rol. En incidentele reparatie, als er schade is ontstaan.”
Verscherpte eisen
Om die motoren te kunnen testen heb je een proefstand nodig. Oneerbiedig gezegd een soort bok, waarop de motor ligt en draaiend getest kan worden. “Zo’n proefstand heeft een zogenoemde ‘rem’ nodig om vermogen op te wekken, waarmee de motor wordt belast. Om het geheel te laten draaien zijn diverse voorzieningen nodig, zoals brandstof- en luchttoevoer, koeling, spanning, uitlaat en een monitoringsysteem. De oude proefstand voldeed niet meer op deze punten. De modernere motoren, hoe klein ook, leveren relatief veel vermogen. Dat konden we op de oude proefstand niet meer testen. En ook de arbo- en milieueisen zijn de afgelopen jaren aanzienlijk verscherpt. Hoog tijd dus voor een hypermoderne testbank.”
Naast de nieuwe motoren-proefstand vormen ook de testbanken voor brandstofpompen en injectoren een nieuw kroonjuweel
Werkvloer denkt mee
Om zeker te stellen dat er iets goeds kwam te staan, werd goed geluisterd naar de ideeën en inbreng van ‘de werkvloer’. De mensen daar moeten er immers mee werken, zij ervaren in de dagelijkse praktijk wat van belang is. Zo kwam er een proefstand te staan, die helemaal is toegesneden op de lokale situatie. Klaar voor de toekomst. Met een aparte controlekamer, van waaruit de bedienaar op afstand alles kan aansturen. Hij hoeft dus niet meer in de nabijheid van de draaiende motor (hitte, lawaai, gevaar) te komen. De simulatie-profielen waarborgen dat er precies getest wordt zoals de motor aan boord draait. Borging van constante condities is verzekerd, waarmee tevens een geldige rapportage aan keurende instanties kan worden afgegeven. Koelvloeistof en smeerolie worden hergebruikt, zodat er milieuvriendelijk gewerkt wordt en minimale milieubelasting optreedt.
Kroonjuweel
De Techniekgroep Platform krijgt niet alleen de beschikking over een nieuwe motoren-proefstand, ook de testbanken voor brandstofpompen en injectoren vormen een nieuw kroonjuweel. Tot volle tevredenheid van technisch specialist Jacco Appel-van der Ende en systeemtechnicus Ben Dieterman. “Met dit apparaat kunnen we alle soorten brandstofpompen – onafhankelijk van de industrie – in eigen huis testen. Dat kon voorheen niet, omdat we geen apparatuur hadden om elektronische inspuitsystemen te testen. Die onafhankelijkheid biedt voordelen, bijvoorbeeld in tijden van spanningen of crisis. Met dit apparaat zijn we voorbereid op alle omstandigheden”, zegt Appel-van der Ende, terwijl hij liefkozend klopt op zijn ‘love baby’.
‘We hopen dit jaar een systeem in te voeren dat lijkt op de lopende band uit de auto-industrie’
Stroomlijnen
Dankzij de nieuwe testbanken kan de Techniekgroep straks ook haar doorloopsysteem stroomlijnen. Mooij: “We hopen dit jaar een systeem in te voeren dat lijkt op de lopende band uit de auto-industrie: de motor glijdt op een soort van luchtkussen langs de verschillende stations: intake, demontage, montage, verfspuiterij en uiteindelijk proefstand. Daarmee halveren we de omsteltijd, dat wil zeggen dat we niet voor elk type motor de proefstand hoeven te verbouwen. De marine heeft een diversiteit aan motoren, met elk hun eigen uitlijning, aansluitingen en koelsysteem. Door hierin te standaardiseren, kan de wisseltijd gehalveerd worden, zodat we – zo is tenminste de planning – minimaal 2 motoren per week kunnen testen en repareren.”
Flink steentje
De Jong, ten slotte: “Door het gebruik van deze nieuwe apparatuur kunnen we zelf de regie gaan voeren over de eindcontrole van het onderhoud. Efficiënt en goed ingericht onderhoud draagt bij aan doeltreffend opereren. Daarmee draagt de Techniekgroep Platform een flink steentje bij aan de operationele inzetbaarheid van de Koninklijke Marine!”