‘Veiligheid is de ruggengraat van het Nederlandse buitenlandbeleid’, stelde minister Blok van Buitenlandse Zaken afgelopen maand bij de presentatie van de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie. Immers, wat in het buitenland gebeurt, raakt rechtstreeks aan de veiligheid van Nederland. De zorgwekkende internationale veiligheidssituatie maakt wereldwijde inzet nodig. Niet alleen aan de randen van ons bondgenootschap, maar zelfs aan de randen van ons eigen koninkrijk. Want op een steenworp afstand van het Caribisch deel van ons koninkrijk, voltrekt zich een humanitaire ramp met mogelijk verstrekkende gevolgen voor de veiligheid in die regio. Eén van de onderwerpen die tijdens mijn werkbezoek aan het Caribisch Gebied afgelopen maand de volle aandacht had.​

De vrees voor grote migratiestromen naar onze eilanden toe is op dit moment groter dan het probleem zelf

De verslechterde humanitaire en economische situatie in Venezuela heeft het land in een diepe crisis geworpen. Geld is door de inflatie niets meer waard en er is een chronische schaarste aan voedingsmiddelen, basisproducten en medicijnen. Een situatie die kan leiden tot significante migratiestromen of die het land nog aantrekkelijker kan maken voor criminelen of andere ontwrichtende netwerken, met alle gevolgen van dien. Hoewel de vrees voor grote migratiestromen naar onze eilanden toe op dit moment groter is dan het probleem zelf, blijft het een reëel scenario waarmee we rekening moeten houden. Daarom staan onze militairen in het Caribisch Gebied altijd paraat om de eilanden bij te staan. Immers, ook in het Caribisch Gebied staat Defensie voor de bescherming van het grondgebied, de handhaving van de (inter)nationale rechtsorde en het verlenen van hulp na rampen.

Handhaving van de nationale en internationale rechtsorde is in het Caribisch Gebied aan de orde van de dag. Naast onze continue strijd tegen de illegale drugshandel over zee, verlenen de eenheden in het Caribisch Gebied met grote regelmaat militaire bijstand aan de civiele autoriteiten. Van het zoeken naar wapens, het beveiligen van objecten tot het zoeken naar vermiste personen. Ook voor hulpverlening na rampen staat Defensie in het Caribisch Gebied altijd paraat. Afgelopen najaar hielpen militairen van de marine, landmacht, luchtmacht en marechaussee schouder aan schouder het zwaar getroffen Sint-Maarten na passage van de allesverwoestende orkaan Irma. Militaire vliegtuigen en marineschepen leverden in totaal 2.260 ton noodhulp af. Van hulpgoederen, water en voedsel tot medicijnen. Ook werden ruim 1.800 mensen geëvacueerd, kritieke infrastructuur beveiligd en honderden reparaties uitgevoerd op het eiland. Door deze inzet konden de bewoners van Sint-Maarten weer beginnen aan de wederopbouw. Daar ben ik ongelooflijk trots op!

Naast de continue invulling van de hoofdtaken, vielen mij de vorderingen op die zijn gemaakt binnen de Curaçaose en Arubaanse militie. De professionalisering die daar heeft plaatsvonden, maar ook de integratie met de politie, andere vrijwilligerskorpsen en onze eigen organisatie, zie ik als een verdienste van de militieleden en natuurlijk onze eigen instructeurs. Dat het personeel in het Caribisch Gebied levert, mag duidelijk zijn. Dat dit niet altijd makkelijk gaat, is mij ook duidelijk. Meer nog dan in Nederland heeft het Caribisch Gebied te maken met de wet van de kleine aantallen, tegenover een veelheid aan taken. Toch weten onze eenheden goed om te gaan met die uitdaging en de klus te klaren. Dag in, dag uit werken zij ver van huis voor een veilig Koninkrijk. 

Vice-admiraal Rob Kramer,

Commandant Zeestrijdkrachten