Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SGT Hille Hillinga
Oog voor Zuid-Amerika bij Caribbean Urban Warrior
De grote Amerikaanse bondgenoot was er weer goed voor: het ter beschikking stellen van talrijke (unieke) trainingsfaciliteiten voor Nederlandse mariniers. Het gros (32 Raiding Squadron) kwam van Aruba. Geheel in de geest van deze tijd, was hun optreden niet los te zien van spanningen op het Zuid-Amerikaanse continent. Een kleine groep Joint Terminal Attack Controllers van 1 Marine Combat Group uit Doorn sloot zich hierbij aan, als force multiplier, net als een Raven-team. Voorbereid zijn, ook op het onverwachte, daar ging het om.
Het immense Camp Lejeune van het United States Marine Corps (USMC) in North Carolina biedt bijna onbegrensde mogelijkheden. Terwijl de artilleriegranaten verderop dof inslaan, scheren uiteenlopende types vliegtuigen en helikopters dagelijks laag over. Onderweg om doelen aan te vallen, troepen af te zetten of oefengewonden op te halen. In de maand maart fungeren de kisten 12 dagen lang ook als oefenitems van het Korps, tijdens Caribbean Urban Warrior.
Kwam veel op ze af
In totaal strijken 110 mariniers neer op de thuisbasis van 2 Marine Expeditionary Force. “We kunnen hier alles trainen, van oorlogvoering binnen het hoogste geweldspectrum tot humanitair optreden”, vertelt commandant 32 Raiding Squadron, majoor der mariniers Oscar Prins. “We focussen natuurlijk op het op orde houden van skills & drills, maar hebben nu vooral ook oog voor het ontwikkelen van ‘junior leiderschap’.”
Dit laatste gezichtspunt heeft veel te maken met de missie naar Sint-Maarten, september 2017, om hulp te bieden na de passage van orkaan Irma. “Hier stonden mariniers 1 bijvoorbeeld bij roadblocks. Daar kwam veel op ze af. Hoe ga je daarmee om en hoe ga je om met plunderaars en overvallers die gasten in hotels belagen?”
‘We kunnen hier alles trainen, van oorlogvoering tot humanitair optreden’
Onrust kan overslaan
Maar er is meer: de Benedenwindse Eilanden liggen tegenover Venezuela, waar momenteel een bijna onhoudbare sociale situatie is ontstaan. Die heeft geleid tot grote vluchtelingenstromen naar buurlanden als Colombia. Van een grote oversteek naar Aruba, Bonaire en Curaçao is nu geen sprake, maar volgens kapitein der mariniers Sebastiaan Horsmeier ‘gebeuren er wel dingen in onze buurt’. “Er is onrust die kan overslaan”, aldus de liaisonofficier bij het USMC. Hij roept graag de 3 VN-missies naar Haïti van de afgelopen 20 jaar in herinnering. “Ook toen kregen mariniers te maken met mensenmassa’s, schietpartijen en ander geweld.”
In de sfeer van het voorgaande, vormt de Infantry Immersion Training in een grote loods op Camp Lejeune een interessant leermoment. Hier kunnen de Amerikaanse gastheren het oefendorp aanpassen aan sociale en geografische kenmerken van veel leefgebieden in de wereld. ‘U vraagt Zuid-Amerika? Dan krijgt u pinchos-barretjes, Latino-muziek, kleurige, handgeknoopte tapijten, de geur van geroosterd vlees en – nog veel belangrijker – professionele Zuid-Amerikaanse roleplayers.’
Eerste buitenlandse eenheid
Aan de mariniers is het vervolgens om hun weg te vinden in het oefendorp en contact te leggen met de Spaanstalige ‘bewoners’. Dat laatste gebeurt met behulp van een tolk. Wie Zuid-Amerika zegt, zegt cocaïne, dus gaat er een Amerikaanse snuffelhond mee op patrouille. Uiteraard is het raak en wil de groepscommandant daar het zijne van weten. Dus volgen er meer gesprekken, ook met een keyleader die voorheen daadwerkelijk kolonel was binnen het Colombiaanse leger. De bevindingen rapporteert de groepscommandant via de portofoon aan zijn Troop Commander en diens plaatsvervanger.
Uniek aan deze locatie is dat dit tweetal zich in een controleruimte bevindt en via vele tientallen camera’s en microfoons en 12 beeldschermen iedere beweging en elk gesprek van de militairen en anderen nauwlettend kunnen volgen. “Het is voor het eerst dat een buitenlandse eenheid hier mag oefenen”, vertelt Horsmeier opgetogen. “Alle beelden worden trouwens opgenomen, om achteraf te kunnen evalueren.”
‘Ook toen kregen mariniers te maken met mensenmassa’s, schietpartijen en ander geweld’
Het echte werk
Bij het optreden in de loods is geen rol voor de genoemde Joint Terminal Attack Controllers (JTAC) Hier is geen eer te behalen aan het op het doel praten van vliegtuigen voor close air support (CAS). Zij doen op ander momenten wel mee tijdens de operaties in de oefendorpen van Camp Lejeune. Hier integreren zij met 32 Raiding Squadron, vooral om de eenheid te laten wennen aan mensen van Fire Support Teams.
Hier blijven luchtaanvallen overigens wel beperkt tot het simuleren daarvan. Het echte werk maken de 3 JTAC’s en 1 Laser Target & Marker Operator (LTMO) al eerder tijdens de oefening mee. Dat gebeurt in een iets noordelijker gelegen oefengebied, waar onder andere F-18 Hornets en Cobra-gevechtshelikopters hun wapens daadwerkelijk inzetten.
Investeren in deze discipline
JTAC evaluator en gunnery sergeant Doug Reinhardt van 2nd Recon USMC over het belang van het werk: “De kracht van de JTAC’s is het combineren van alle wapensystemen, zoals vliegtuigen, mortieren, artillerie en naval gunfire support. Ik kan aanraden om te investeren in deze discipline. Dan kun je nog veel meer CAS-platformen van bondgenoten gebruiken.”
Dit laatste klinkt kapitein der mariniers Casper Steeneveld, trainingsofficier CAS en JTAC-instructeur-evaluator van het Marine Training Command uit Doorn, als muziek in de oren. “Je kunt als JTAC binnen het Fire Support Team (FST) met zware kinetische effecten een groot aandeel hebben in een operatie. Maar een FST kan net ook een vijandbeeld opbouwen voor de eenheid. Wat de aantallen betreft: wij hebben krijgsmachtbreed 43 JTAC’s. Binnen het Korps zijn dat er 7, net als 7 LTMO’s.”
‘Je kunt als JTAC met zware kinetische effecten een groot aandeel hebben in een operatie’
Aan mijn jasje trekken
“Samen met de LTMO vorm ik de Tactical Air Control Party”, licht JTAC en eerste luitenant der mariniers Jarrick Snijder toe. “Mijn buddy houdt daarbij de administratie bij van afstanden, peilingen en coördinaten. Ook onderhoud hij ons contact met de infanterie-eenheden. Hij markeert per laser de doelen voor de vliegers en zorgt voor de eindgeleiding van lasergestuurde bommen. En dan meet de LTMO ook nog de afstand tussen de doelen en de eigen troepen in het terrein.”
Een zeer verantwoordelijke baan, realiseert ook LTMO en marinier 1 Jan-Jaap van Gool zich. “Je moet buiten je rang durven stappen”, zegt hij cryptisch. Snijder: “Maak ik een fout, dan moet hij aan mijn jasje trekken.
Koningen van het slagveld
Om misverstanden en fouten voor te zijn, is veel oefenen van belang. Maar dat heeft zijn prijs. Inzet van een jachtvliegtuig kost de Amerikanen naar verluidt zo’n 20.000 dollar per uur. Met het gebruik van de Supporting Arms Virtual Trainer (SAVT) valt veel geld te besparen. Op de 270 graden-dome zijn complete operatiegebieden te projecteren, zo ervaren ook Snijder en Van Gool tijdens Caribbean Urban Warrior.
Voormalig master sergeant Greg Szczepanik, met 21 jaar ervaring als JTAC bij de US Airforce, is – hoewel ook in de zaal – op dat moment hun ‘vlieger’. “De communicatie verloopt goed”, zo vertelt de Amerikaan tussen de bedrijven door. “Heel soms hebben we andere termen, dan is het even wennen. Goed dus dat we oefenen.” Zijn enthousiasme over het vak van de JTAC steekt hij ten slotte niet onder stoelen of banken: “JTAC’s zijn de koningen van het slagveld! En ken je deze al? ‘God heeft JTAC’s uitgevonden, want ook vliegers hebben helden nodig’.”