Tekst RITM Djenna Perreijn en LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
Oud-Onderzeedienstmilitairen 100 jaar
“We hebben te maken met levende geschiedenis!”, aldus een opgetogen kapitein ter zee Herman de Groot, groepsoudste Onderzeedienst. Hij bracht onlangs een bezoek aan LTZ 1 (KMR) b.d. Aart Hopman in Canberra, Australië, en KTZ b.d. Ruud van Wely in Rotterdam. Dit ter ere van de 100e verjaardag die de oud-marinemannen een aantal weken geleden vierden.
De genoemde bezoeken maakten deel uit van een reeks van 3. De Groot ontving onlangs namelijk nabestaanden van oppermonteur Willem Groen (1917-1944). “Aan een kleinzoon van hem heb ik postuum het Mobilisatie Oorlogskruis mogen uitreiken”, legt De Groot uit. “Dat gebeurde op verzoek van de familie bij de Onderzeedienst op Marinebasis Den Helder. Zo konden de nabestaanden bloemen leggen bij het monument op steiger 19, waarop ook de naam van Groen staat. De oppermonteur diende op de O-19 en het wal-etablissement in Soerabaja. Hij werd krijgsgevangen gemaakt en kwam in september 1944 om toen het Japanse transportschip, dat hem en andere gevangen vervoerde, werd getorpedeerd.”
Aan boord van de Banckert maakte de toenmalige LTZ 2 de Slag in de Javazee mee
Japanse schepen aangevallen
Terug naar het bezoek aan Aart Hopman in Australië. De Groot: “Toen ik binnenkwam vertelde hij meteen aan de staf van zijn verzorgingstehuis: ‘Zo’n uniform heb ik ook gedragen!’. We hebben zeer geanimeerd gesproken. Ik had een aantal cadeaus meegebracht, waaronder een model van een Walrusklasse onderzeeboot, een boek over de zoektochten van de 7 verloren gegane onderzeeboten en een speciaal samengesteld boekje over de carrière van Hopman. Hierin hadden vrijwilligers van de traditiekamer van de Onderzeedienst zijn loopbaan volledig gedocumenteerd.”
Als leerling-stuurman bij de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij werd Hopman in 1939 opgeroepen in militaire dienst als Aspirant Reserve Officier bij de KM. Na 3 maanden kwam hij als jongste officier aan boord van Hr. Ms. KXV. Tot maart 1942 patrouilleerde de onderzeeboot in de Javazee en de Indische Oceaan. In die periode werden 2 Japanse schepen aangevallen. Na de Slag in de Javazee week de KXV uit naar Colombo (Ceylon/Sri Lanka), waar de boot onder bevel kwam van de Royal Navy.
Rijke carrière
Tijdens de oorlog deed Hopman met de KXV verder Philadelphia (VS) aan, voor een nieuwe sonarinstallatie, en Dundee (Schotland) voor inbouw van een radarinstallatie. Aansluitend werd de boot weer ingezet vanuit Colombo. Later was Fremantle (Australië) de uitvalsbasis. Hopman was gedurende de gehele oorlog navigatieofficier en tijdelijk oudste officier. Hopman bleef bij de KM en kwam terecht op de korvetten (tijdens de Politionele Acties). Daarna was hij personeelsofficier en commandant van een squadron mijnenvegers. Vlak voor de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië kreeg Hopman nog het bevel over de onderzeeboot Hr. Ms. O27.
In 1951 nam hij ontslag en vertrok met zijn Australische echtgenote naar haar vaderland. Van 1954 tot 1977 werkte Hopman opvallend genoeg nog voor de Royal Australian Navy. Zo was hij commandant van HMAS Emu en Assistant Director Naval Intelligence for Electronics and Weapons. Hopmans rijke carrière kreeg extra glans door een reeks onderscheidingen: Bronzen Kruis, Oorlogsherinneringkruis met vier gespen, Ereteken voor Orde en Vrede met drie gespen, Nieuw Guinea Herinneringskruis en Member of the Military Division of the Most Excellent Order of the British Empire.
Ternauwernood wegkomen
Op naar Rotterdam, naar Ruud van Wely. KTZ De Groot viel onlangs zijn appartement in Kralingen binnen met een marine-delegatie. De 100-jarige voormalig commandant Onderzeedienst en Hr. Ms. Poolster toonde zich blij verrast en vertelt die dag honderduit. Zijn grootste avonturen startten in 1941, in het voormalig Nederlands -Indië. “Toen voer ik al op de torpedobootjager Hr. Ms. Banckert, als tweede artillerist.” Aan boord maakte de toenmalige LTZ 2 in februari 1942 de Slag in de Javazee mee. Hij bleef ongedeerd.
Na de inval van de Japanners op Java kon Van Wely ternauwernood wegkomen uit Nederlands-Indië. Met het afgeladen vrachtschip Kota Baroe voer hij naar Colombo. Dankzij een kruik jenever kon hij last minute een plek aan boord veroveren. Ook op zee hadden Van Wely en de rest geluk, toen ze onopgemerkt bleven door de Japanners die zij wèl zagen. Na aankomst in Colombo zette de latere kolonel de strijd voort.
‘Het waren verhalen die ik alleen kende uit de geschiedenisboeken’
Open mond
“Van Wely heeft tijdens zijn lange loopbaan bij de marine – tot eind jaren ’60 – veel meegemaakt”, vat De Groot het kort samen. “Hij praat er gemakkelijk over en geeft nog steeds lezingen aan geïnteresseerden.” Van Wely sloot zijn carriere af met de volgende decoraties: Commandeur in de Orde van Oranje Nassau, Oorlog herinneringskruis met 3 gespen, Ereteken Orde en Vrede met één gesp, Jeneverkruis voor 30 jaar langdurige trouwe dienst en Eremedaille huwelijk Juliana en Bernard.
Net als Hopman was Van Wely zeer ingenomen met de cadeaus die De Groot en zijn delegatie meebrachten; vooral met het boekwerk over zijn persoonlijke omzwervingen en belevenissen. Het vormt een feest van herkenning. Ook De Groot geniet van de ontmoeting. “We hebben 4 en een half uur zitten praten. Het waren verhalen die ik alleen kende uit de geschiedenisboeken. Ik heb met open mond zitten luisteren. Dit soort gesprekken, ook met Hopman, zijn uniek. Ik zag de jaren terugkomen.”