Tekst RITM Djenna Perreijn
Foto SGTBDAV Sjoerd Hilckmann en video: AOO Richard Frigge
Bij antipiraterij-missie vooral aandacht voor opbouw op land
Na 3 maanden patrouilleren voor de Somalische kust zwijgt radiokanaal 69 in alle talen. Voor de bemanning van Zr.Ms. Rotterdam zit operatie Atalanta er op. Op 3 december vaart het amfibisch transportschip naar verwachting weer thuishaven Den Helder binnen. Na 9 jaar jagen op piraten, is zeeroverij voor de kust van Afrika geen acuut probleem meer. Nu is het nog wachten op het moment dat Somalië deze kwestie zelf de baas kan.
Tijdens het dieptepunt in 2011 kaapten piraten nog 32 schepen en hielden ze 730 mensen gegijzeld. Meer dan 1.100 verdachten werden overgedragen aan justitie. Dankzij de inzet tijdens missies Atalanta (EU) en Ocean Shield (NAVO) kon handelsverkeer veiliger langs Somalië varen. Maar sinds 2014 hebben de ingezette marineschepen geen piraat meer gevangen. “De criminaliteit is teruggedrongen naar de kust. Toch varen we hier niet voor niets”, meent kapitein-ter-zee Harold Liebregs. Volgens de commandant van de Rotterdam hebben de zeerovers andere lucratieve manieren gevonden om te ontsnappen aan armoede, werkloosheid en honger: “Zij houden zich tegenwoordig meer bezig met wapen-, drugs- en mensensmokkel. Verder verkopen ze bijvoorbeeld visserijvergunningen tegen extreem hoge bedragen. Alleen als het hen echt gemakkelijk wordt gemaakt, wagen ze nog een poging om schepen te kapen.”
Piraten afschrikken
Aan dit soort informatie komt de commandant onder meer door contact met de lokale bevolking te houden. “We varen met een snelle FRISC of de Zweedse combatboat naar vaartuigen in de buurt en vragen de bemanning naar wat zij weten van piraterijnetwerken en hoe de situatie aan land is. Zo weten we bijvoorbeeld dat Somaliërs niet precies doorhebben wat die grijze marineschepen voor hun kust doen behalve piraten afschrikken. Verder zijn we benieuwd naar de invloed van Al-Shabaab.”
Oplossing op land
Terreurorganisatie Al-Shabaab pleegt regelmatig aanslagen op prominente plekken en militaire bases. Half oktober leverde de bemanning van de Rotterdam nog medische hulp aan slachtoffers van een zware bomaanslag in hoofdstad Mogadishu. De situatie op zee is dan verbeterd, daar merken de Somalische burgers weinig van. Liebregs: “Piraterij op zee kunnen we onderdrukken, maar een structurele oplossing moet op het land gevonden worden. We richten ons tegenwoordig meer op het opbouwen van het land.” Zo kwamen zo’n 50 militairen van de kustwacht van Galmudug, een deelstaat ten noorden van Mogadishu, een paar dagen aan boord voor een training."
Geen schoeisel
Tijdens rollenspellen leerden de militairen friendly approaches uitvoeren. Verder kregen ze les in Zelfhulp Kameradenhulp, fouilleren en doorzoekingen. “De meesten beginnen bij 0, maar ze doen moeite alles uit de training te halen; dat is bemoedigend om te zien.” De kustwachters droegen uniformen, maar beschikten niet over schoeisel. “We hebben aan boord een schoeneninzamelactie gehouden, zodat de meesten met nieuwe kisten weer van boord stapten." Naast dat de kustwacht zelfredzamer wordt, heeft de training nog een doel. "Via de Somaliërs komen we aan meer informatie. Zo vinden we zogenoemde persons of interest. Via hen kwamen we bijvoorbeeld in contact met een coördinator uit Galmudug die piraterij bestrijdt. Uiteraard is hij aan boord uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek."
Ogen en oren onmisbaar
Informatie verzamelen is één van de belangrijkste taken tijdens deze missie. De Cougar vliegt bijna dagelijks uit voor Intelligence Surveilance and Reconaissance (ISR)-vluchten. De boordhelikopter is als ‘ogen en oren van de vloot’ onmisbaar voor Atalanta. Per vlucht maken doorgunner en rescue operator tientallen gedetailleerde foto’s van dorpen en schepen om een inschatting van eventuele dreiging te maken. “We analyseren de patterns of life van de bevolking”, vertelt vlieger Jimmy. Somalië heeft een lange kustlijn. Die brengen de ‘fotografen’ samen met Spaanse en Italiaanse collega’s (ook ingezet binnen Atalanta) zo volledig mogelijk in kaart. “We zien tentenkampen, samenscholingen en boten die wel of juist niet uitvaren. En één keer langsvliegen, is niet voldoende. Dat is slechts een momentopname. We willen zien wat er verandert.” De afdeling Intell analyseert aan boord in de Amphibious Operations Room de foto’s, voordat hogere echelons ermee aan de slag gaan. Zo kan sneller worden besloten om (vissers)boten in de buurt een vriendelijk bezoek te brengen.
Exoten aan boord
Naast het helikopterteam, zijn er nog andere ‘exoten’ aan boord van het marineschip. De belangrijkste taak van het Enhanced Boarding Element (EBE), bijvoorbeeld, is counter piracy. “Als piraten een schip kapen, is het aan ons om de bemanning te bevrijden”, vertelt commandant eerste luitenant der mariniers Frank van den Berg. “Dat is het hoogste geweldspectrum waarin we werken. Verder beveiligen we het team dat met FRISC’s en de snelle Zweedse CB90’s de friendly approaches uitvoeren en geven we trainingen aan de lokale kustwacht. Op het moment dat we het missiegebied uitvaren, trainen we onszelf fysiek en tactisch om op niveau te blijven. Zo schieten we aan dek en oefenen we met de boordwapens.”
Nederlanders jaloers
Het EBE werkt ook veel samen met Zweedse mariniers, die aan boord van de Rotterdam Atalanta ondersteunen. Voor aanvang van de missie hebben de militairen een integratietraining gehad om elkaar te leren kennen en de missie soepel te laten verlopen. “De CB90 is een soort varende tank. Zij heeft een snelheid van 45 knopen en kan bovendien een stuk langer doorvaren dan FRISC’s. Zo bestrijken we grotere delen van de kust.”