06

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 05

Marineclub in spagaat

Tekst TLNT Bianca Brasser
Foto Phil Nijhuis

Jongeren trekken én tradities bewaren

x

‘Je wilt het mysterieuze van een besloten plek behouden, maar de club ook in leven houden’

Het is 1868 als de Marineclub in Den Helder de deuren opent. Uitsluitend officieren en hun partners zijn welkom. Het tenuevoorschrift is strikt: uniform of jasje-dasje. De bar is verboden terrein voor dames. En wanneer een hogere officier het volle restaurant binnenstapt, dient een lagere officier zijn tafel af te staan. Hoe anders gaat het er vandaag de dag aan toe. Bijna 150 jaar later is de Marineclub nog altijd een besloten plek, maar de strakke teugels van regels en tradities vieren.

Het zijn geen makkelijke tijden voor de exclusieve club. “Je wilt het mysterieuze van een besloten plek behouden, maar de club ook in leven houden.” Lisette Voet, directeur dagelijks beheer, noemt het een spagaat waar ze in zit. “We willen jongeren trekken, maar ook ouderen moeten zich thuis blijven voelen.” 

Door verstevigingen aan de zeedijk, moest de Marineclub in de jaren ‘70 van de Hoofdgracht verhuizen naar Fort Harssens. Bij een grote verbouwing in 2015 werden 6 metershoge ramen aan de achterkant geplaatst, die uitzicht bieden op de Waddenzee en Texel.
Lisette Voet, directeur dagelijks beheer, kwam 9 jaar geleden in dienst bij de Marineclub.

Boordtenues en hamburgers

Sinds 9 jaar zwaait Voet, dochter van een kapitein ter zee, de scepter in de Marineclub. Het toegangsrecht werd in haar tijd verruimd. Zo zijn tegenwoordig naast officieren ook burgermedewerkers (vanaf loonschaal 9), partners van toegangsgerechtigden en stafofficieren welkom in de club.

Van haar hand is ook het 2 jaar geleden geopende Grand Café. Wie rond lunchtijd in de gang van de club niet rechtsaf naar het restaurant loopt, maar de linker afslag pakt, stuit op jonge officieren in boordtenue. De een eet een hamburger, een ander kipsaté. Geen flikkerende kaarsen op strak tafellinnen, maar beukenhouten tafeltjes, in een zee van daglicht dankzij metershoge ramen. “Een moderniseringsslag”, noemt Voet het Grand Café. “Hier kun je even snel wat eten, in boordtenue of spijkerbroek.” Een succesformule als het gaat om jongeren trekken. “Rond lunchtijd zit het hier vrijwel altijd vol.” 

Manon Jansen en Dorien van der Hulst-De Vries komen zo eens per maand naar het Grand Café. “We kennen elkaar van de opleiding, maar hebben een andere functie. Hier kunnen we even gezellig bijpraten.”

Linnen en whisky

Het contrast is groot voor wie het Grand Café links laat liggen en rechts afslaat. Diegene komt in de voorbar van het restaurant, waar zware koloniale meubelen de sfeer bepalen. Schilderijen van historische zeeslagen sieren de wanden en ook de whiskycollectie ademt allure. Wie verder loopt, langs het knapperend haardvuur, komt in het restaurant waar met linnen gedekte tafels wachten op de gasten.

Dit is de plek waar wel een kledingvoorschrift geldt, maar allang niet meer zo strikt als in 1868. Aan het verplichte jasje-dasje-concept werd door de voorganger van Voet al een einde gemaakt. “Als er vóór die tijd iemand binnenkwam die niet aan de kledingvoorschriften voldeed, kreeg deze een leen-jasje en dasje uit de kast in de gang. Dat moet je niet willen. Nu geldt: 'gepaste kleding'. Dus geen spijkerbroek en sneakers. Het hoort bij de sfeer dat mensen moeite nemen zich mooi te kleden. Dat geeft cachet.”

In de bar en bij de open haard kunnen gasten genieten van een aperitiefje of een glaasje whisky.

‘Het is zo'n mooie plek voor stelletjes, families of vriendengroepjes, om zich in de watten te laten leggen’

Reuring

De jongere generatie lijkt het idee van 'verplicht jasje-dasje' nog wel te hebben, waardoor die groep wegblijft uit het restaurant, denkt Voet. Ook de tijden werken niet mee, bekent ze. “Wie vroeger in Den Helder werkte, ging hier met het hele gezin wonen. Een etentje op de club was toen een uitje. Tegenwoordig reizen mensen veel meer tussen woonplaats en werk heen en weer.”

Voor officiële diners en afdelingsuitjes weten officieren het restaurant nog wel te vinden. “Het restaurantgedeelte wordt zo steeds meer een zakelijke locatie. Ik zie liever meer 'reuring'. Het is juist ook zo'n mooie plek voor stelletjes, families of vriendengroepjes, om zich een avondje in de watten te laten leggen. Verfijnd eten, een aperitiefje, amuses en bijpassend wijnadvies van onze sommelier. Dit ‘sterrentent’-gevoel willen we zo houden." Voor de prijs hoeven bezoekers het niet te laten, maar ook dit is onbekend bij de jongeren, vreest Voet. "Een luxe 3-gangen-diner kost hier nog geen 25 euro. We zijn een stichting.”

Het restaurant is er volgens Voet zeker niet alleen voor officiële diners. “Er mag meer reuring komen.”

Introducees

De exclusiviteit van de club zorgt volgens Voet ook nog wel eens voor misverstanden. De Marineclub is er voor officieren van álle krijgsmachtonderdelen, maar ook voor burgerpersoneel met officierenstatus. En zij mogen meenemen wie zij willen. "Een besloten plek zorgt misschien voor een drempel, maar ook voor charme, mystiek, en het maakt nieuwsgierig. Het toegangsrecht gaan we niet verder verruimen. Ik krijg vaak de vraag van mensen uit Den Helder: 'Mag ik ook 1 keer naar binnen?' Mijn antwoord is dan steevast: 'Zoek een vriend bij Defensie!'”

SAIL Den Helder/Marinedagen: Marineclub open met Defensiepas

Een bijzonder moment voor de Marineclub. Tijdens SAIL Den Helder/Marinedagen (22 t/m 25 juni 2017) opent de besloten club de deuren voor iedereen met een Defensiepas plus zijn of haar vrienden en familie. “Dan zit je hier echt op de eerste rij; de schepen varen bijna over je benen heen”, aldus Voet. In het Grand Café en op het terras kun je vrij inlopen. Wie wil genieten van een diner in het restaurant doet er goed aan te reserveren. 

Stichting Marineclub

De Marineclub is een Defensiestichting. De club heeft geen winstoogmerk en wordt bestuurd door een stichtingsbestuur. Aan het hoofd van dit bestuur moet een actief-dienende KTZ/KOLMARNS staan. Op dit moment zetten 6 mensen zich vrijwillig in als bestuurslid.