Tekst KAP Jaap Wolting
Foto SM Eva Klijn
Mariniers bootsen in Suleimaniya realiteit na
De Koninklijke Marine draagt vanuit uitvalsbasis Erbil haar steentje bij aan de Capacity Building Mission Iraq (CBMI). Op verschillende locaties in Iraaks Koerdistan doceren mariniers van het 21ste Raiding Squadron de Peshmerga’s die standvastig hun leefgebied verdedigen. Zo bestieren ze onder meer – samen met coalitiepartners – een trainingslocatie relatief dicht bij de Iraanse grens. De expertise die het 21ste inbrengt, speelt tijdens de cursus Wide Area Security (WAS, zie kader) een essentiële rol.
Als marinier 1 Menno bij Suleimaniya in een fuik rijdt, heeft hij geen keus. Uitstappen, gebaren de bewapende Peshmerga’s. Aan de strakke blik in hun donkerbruine ogen is te zien dat beleefd weigeren geen optie is. ‘Vehicle checkpoints’ inrichten is een belangrijk onderdeel van de training die de mariniers geven. Met complexe scenario’s proberen ze de realiteit in het turbulente land zo goed mogelijk na te bootsen. Menno speelt duidelijk de bad guy en met zijn gespeelde gejaagdheid drijft hij zijn cursisten tot het uiterste.
Met complexe scenario’s proberen ze de realiteit in het turbulente land zo goed mogelijk na te bootsen
Protesteren zinloos
Als hij té ongeduldig wordt, grijpen ze – zichtbaar geïrriteerd – fysiek in. Waar Menno eerst slechts verbaal werd gesommeerd om uit de buurt van zijn Ford te blijven, is de maat vol als hij de voorklep demonstratief dichtgooit, terwijl de Peshmerga’s nog op zoek zijn naar explosieven, wapens of munitie.
Zonder pardon werken de militairen Menno tegen het hete asfalt. Zijn armen binden ze met tie-wraps strak op de rug. Protesteren heeft geen zin. De jonge marinier wordt op zijn knieën in de brandende zon gezet. Sound barrier op het hoofd, een blinderende zonnebril voor de ogen. De boodschap is duidelijk: ‘Don’t mess with the Pesh’.
Grotere plaatje
Een uurtje later komt Menno lachend de keuken ingelopen, op het nabij gelegen gecombineerde Nederlands-Italiaanse kamp. De striemen op zijn polsen zijn al verdwenen. “Het is belangrijk de lessen interactief te houden”, steekt hij na een broodje omelet enthousiast van wal. “We geven dus veel demonstraties. Daarnaast maken we gebruik van sand tables om het grote plaatje te verduidelijken. Je zoekt telkens weer naar de meest geschikte manier om de informatie over te brengen. Ik kwam er snel achter dat je sowieso niet langer dan 30 minuten moet praten.”
Wekelijks vooruitgang
“Ik zie wekelijks vooruitgang, wat natuurlijk mede voortkomt uit het feit dat de Peshmerga’s de trainingen interessant en handig vinden”, vervolgt Menno. “Kijk je naar counter-IED, zie je dat ze daar vroeger weinig over geleerd hebben, terwijl ze daar ontzettend veel baat bij hebben. Wat me opvalt, is dat er relatief veel niveauverschil is. Er zitten gelukkig ook echt slimme gasten tussen; zij kunnen helpen de rest van de eenheid naar een hoger plan te tillen. Wat me ten slotte eigenlijk best verbaast, is dat je met sommige cursisten een band krijgt, terwijl je niet eens dezelfde taal spreekt.”
‘Wat me verbaast: dat je met cursisten een band krijgt, terwijl je niet eens dezelfde taal spreekt’
Wide Area Security (WAS)
Deze cursus van CBMI – gegeven door een coalition of the willing van onder meer Duitsland, Groot-Brittannië en Noorwegen – richt zich op het handhaven van stabiliteit en vrede. WAS is te vergelijken met de training voor NAVO-stabilisatieoperaties. De Koerdische Peshmerga’s krijgen op verschillende locaties in Iraaks Koerdistan onder meer les in patrouilleren, opzetten van vehicle checkpoints, inrichten van observatieposten, verdedigen van een basis, en cordon & search-operaties. De trainingsbegeleiding wordt gecoördineerd door het Kurdistan Training Coordination Center.
Arts multi-inzetbaar in Irak
“Het klinkt misschien heel vreemd, maar als árts waren alle oefeningen die ik hiervoor heb gedaan, interessanter dan deze missie. Hier heb ik namelijk nauwelijks patiënten. Maar hoewel ik het liefst meer medisch-inhoudelijk doe, heb ik het hier erg naar mijn zin. Zo is de eenheid waarmee ik hier zit, de club mariniers waartoe ik zelf óók behoor. Ik zit al jaren in Doorn en heb de berg- en wintertraining met deze mannen gedraaid.”
Aan het woord is de enige Nederlandse ‘vlootvrouw’ in Suleimaniya. Luitenant ter zee 2OC (AR) Judith is er aanwezig voor de medische afdekking, omdat de locatie van de mariniers niet binnen 1 uur met een helikopter te bereiken is. En uitgezonden militairen moeten binnen 60 minuten bij een dokter kunnen zijn – the golden hour.
Het grootste deel van haar tijd gaat op aan HPG-taken. “De Italianen op dit kamp wilden bijvoorbeeld een hond als huisdier”, vertelt de marine-arts. “Ik heb uitgelegd waarom ik dat niet handig vond. Daarnaast houd ik in de gaten dat in de keuken alles hygiënisch verantwoord verloopt. Ik moest aan het begin zelfs nog uitleggen dat rauwe kip apart van andere ingrediënten moet worden gesneden. En ik ga mee naar de winkel om zeker te zijn dat we de juiste producten inslaan.”
“Als er medische scenario’s in de trainingen zitten, ben ik natuurlijk present. Daarnaast geef ik mijn chauffeur medische lessen. En elke ochtend drink ik espresso met de Italiaanse arts, die ik heb opgeleid in het chloreren van water. Zelf had hij noch die expertise noch de juiste spullen. Omdat het kamp waar we zitten van Italië is, is schoon water wél zijn verantwoordelijkheid. Ook bespreken we medische zaken van patiënten. Zo daag je elkaar toch een beetje uit op je vakgebied.”