07

Dit artikel hoort bij: Alle Hens 05

Vertrokken, maar nooit vergeten

Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto John van Helvert | Historische beelden: Nederlands Instituut voor Militaire Historie

Zoektocht naar onderwater-oorlogserfgoed gaat door

De dodenherdenking van de Onderzeedienst trekt jaarlijks meer dan 150 nabestaanden naar Den Helder. Een deel van hen worstelt nog met de vraag wat er met hun familielid is gebeurd op de O13, de enige gezonken WO-2-onderzeeboot die nog niet gevonden is. De zoektocht gaat nog steeds door, ook door toedoen van kapitein-luitenant ter zee (b.d.) Jouke Spoelstra, een gedreven specialist op het gebied van onderwater-oorlogserfgoed. “Antwoorden krijg je pas als een wrak gevonden wordt.”

‘Het vinden van het wrak is een belangrijk element; het ‘weten’ neemt een hoop van de scherpte van het verdriet weg’

“Zr. Ms. Walrus is teruggekomen van zee, na een succesvolle reis”, zo houdt kapitein ter zee Hugo Ammerlaan, groepsoudste van de Onderzeedienst, zijn gehoor voor bij de herdenking. “De Bruinvis was al een paar weken daarvoor teruggekeerd en ligt nu op de werf. De boten gaan naar zee en ze komen weer terug; wij weten niet beter, u wel. De boten gingen naar zee en kwamen in een aantal gevallen niet meer terug. Vertrokken, maar nooit teruggekeerd. Vertrokken om te strijden, gesneuveld in de diepte van de zee. Vertrokken, maar nooit vergeten.”

Gebeurtenissen terughalen

Ammerlaan noemt herdenken ‘één van de onderdelen van het verwerken’. Maar, zo vult hij aan: “Het vinden van het wrak is ook een belangrijk element; het ‘weten’ neemt een hoop van de scherpte van het verdriet weg. De zoektocht naar de O13 gaat daarom onverdroten voort.” Dit voorjaar stond een expeditie op stapel, maar deze kon om technische redenen niet doorgaan. Het wachten is nu op een volgende kans, weet ook Spoelstra. De oud-onderzeebootman coördineert de zoektocht binnen de Werkgroep Onderzeeboten, een samenwerkingsverband van CZSK en de Stichting Nabestaanden Onderzeeboten 1940-1045.

“Nabestaanden zijn op zoek naar wat er met hun familielid is gebeurd”, stelt Spoelstra. “Dat antwoord krijg je pas als het schip of vliegtuig gevonden wordt. Als je de locatie kunt linken aan de geschiedenis, zijn gebeurtenissen terug te halen. We hebben wel een idee in welk deel van de Noordzee het moet zijn gebeurd. De O13 is echter wel 1 van 30.000 puntjes op de kaart van de Noordzee. In zoveel gevallen weten we dát er iets ligt, maar vaak niet wát.”

Noordzee zwaartepunt

De O13 is een aansprekend voorbeeld van onderwater-oorlogserfgoed, maar duidelijk niet het enige. “Onder dit erfgoed vallen grofweg alle militaire schepen en vliegtuigen die tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog zijn gezonken of neergestort in zee, wereldwijd”, vat Spoelstra de materie samen. “Het zwaartepunt ligt voor ons op de Noordzee, maar ook in de Zuid-Chinese Zee en de Javazee liggen belangrijke wrakken, zoals van Hr. Ms. De Ruyter, Java en Kortenaer die ten onder gingen tijdens de Slag op de Javazee in 1942.”

Voor wat betreft de Noordzee, is er helaas nog geen compleet register van oorlogsschepen op het Nederlands Continentaal Plat, geeft Spoelstra toe. “Sinds 2015 is onze werkgroep bezig om samen met de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed alle vaartuigen en vliegtuigen te verzamelen in één database. Hierover hebben we ook contact met Rijkswaterstaat en de Dienst der Hydrografie van de KM.”

‘Het is zaak om alle info te verzamelen en te combineren; zo kun je de zeebodem 3-D in kaart brengen’

Classificatie én identificatie

Ook op de hulp van vissers en de offshore-industrie hopen Spoelstra en consorten. “Zij komen ook veel wrakken tegen en noteren deze op hun kaarten. Zo weten ze waar netten kunnen blijven haken of waar je vooral geen kabel moet leggen of windmolen moet plaatsen. Tot 10 jaar geleden vond er binnen deze beroepsgroepen overigens weinig classificatie plaats. Het maakte vissers ook niet veel uit of er een zeecontainer, kruiser, sub of koopvaarder lag. Inmiddels geven ze echter gedetailleerdere gegevens door omtrent de sonarreflecties van de objecten die zij aantreffen. “Ook de offshore heeft nu wel door dat het belangrijk is om te weten of er mogelijk een oorlogsbodem of koopvaarder met munitie aan boord ligt, vanwege explosiegevaar.”

Het is nu al met al zaak om alle info te verzamelen en te combineren, aldus Spoelstra. “Zo kun je de zeebodem 3-D in kaart brengen.” Scheepswrakken, bijvoorbeeld, die al geclassificeerd zijn, kun je zo makkelijker identificeren, omdat je weet waar je moet zoeken. 

Deze verhoging van de informatiedichtheid zou uitkomst kunnen bieden bij de zoektocht naar de O13. Wat ook helpt, is de vastberadenheid waarmee de Werkgroep Onderzeeboten blijft puzzelen om de verdwenen onderzeeboot terug te vinden. Ook bemoedigend voor de nabestaanden van de O13-opvarenden zijn de afsluitende woorden van groepsoudste Ammerlaan: “Het feit dat u hier vandaag bent geeft aan dat de herinnering aan de helden van toen nog levend is. Hier in Nederland, maar ook elders in de wereld. We zullen hen niet vergeten.”

Expeditie Javazee 2016

Volgend voorjaar wordt herdacht dat de Slag op de Javazee 75 jaar daarvoor plaatsvond. Nederland verloor bij deze slag Hr. Ms. De Ruyter, Java en Kortenaer en ruim 900 opvarenden, onder wie schout-bij-nacht Karel Doorman. Op initiatief van het Karel Doorman Fonds wordt, gewerkt aan een vergelijkbare onderneming als van de duikexpedities van de Stichting Nabestaanden Onderzeeboten voor de gezonken oppervlakte-eenheden. Het Karel Doorman Fonds werkt hierbij nauw samen met de Oorlogsgravenstichting, de Stichting Nabestaanden Onderzeeboten 1940-1945 en het Commando Zeestrijdkrachten.

De O13 in onderhoud.

KTZ Hugo Ammerlaan: “De boten gaan naar zee en ze komen weer terug; wij weten niet beter, u wel”.

“Herdenken is ‘één van de onderdelen van het verwerken’.”

KLTZ (b.d.) Jouke Spoelstra, oud-onderzeebootman en specialist op het gebied van onderwater-oorlogserfgoed.

KLTZ (b.d.) Jouke Spoelstra: “In veel gevallen weten we dát er iets ligt, maar vaak niet wát”.

De O13 op volle zee. (Foto: NIMH)