Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SM Maartje Roos

Nederland heeft bondgenoot ook wat te bieden

x

Nederland neemt de militaire relatie met de Verenigde Staten zeer serieus en ziet het land als een belangrijke strategische partner. Dat blijkt ook uit het feit dat de defensieattaché in Washington een 'one star' is en de krijgsmachtdelen en de Defensie Materieel Organisatie op kolonelsniveau zijn vertegenwoordigd. Namens CZSK is kolonel der mariniers Carlo van den Berg marineattaché op de ambassade in de Amerikaanse hoofdstad. “De Amerikanen zijn zeer resultaatgericht. Aan welke operaties doe je mee? Dat telt zwaar.”

KOLMARNS Carlo van den Berg, marineattaché in Washington.

Voor zijn vertrek naar de VS, vervulde Van den Berg de functie van hoofd Faciliteren binnen CZSK. “Vanuit Den Helder was ik verantwoordelijk voor de marinehaven, kazernes, stafbureaus, muziek, eten en slapen; om maar wat te noemen”, zo somt de kolonel op. Die onderwerpen staan in schril contrast met zijn huidige aandachtsgebieden. Sinds 2 jaar is hij de contactpersoon voor alle maritiem-militaire zaken die op de Nederlandse ambassade Washington voorbij komen. Hij kwam hier in 2014 terecht na een opleiding van een half jaar op het NATO Defense College in Rome. 

‘De VS zoeken steeds meer partners voor samenwerking, om krachten te bundelen en lasten te verdelen’

“We monitoren en rapporteren wat er hier om ons heen gebeurt.”

Valt goed

Wat Van den Berg van de VS vindt? “Een fantastisch land, met enthousiaste, extraverte, gastvrije mensen en een prachtige natuur. Het is heel bijzonder om hier met veel verschillende mensen, organisaties en culturen in aanraking te komen.” De kolonel heeft het naar de zin op de grootste Nederlandse diplomatieke vestiging ter wereld, waar vrijwel elk departement stevig is vertegenwoordigd.

Waar de marinier het zelf zoal druk mee heeft? “Om te beginnen zit ik hier namens het Bureau Internationale Samenwerking van de Defensiestaf als intermediair. Het partnerschap en samenwerking met de Amerikanen staan centraal, bij mijn werk. De VS zoeken steeds meer partners voor internationale samenwerking, om krachten te bundelen en lasten te verdelen. Ze zien graag veel vlaggen op de kaart, de zogenoemde ‘coalition of the willing’, voor internationaal draagvlak. Nederland neemt op zijn beurt graag deel aan bepalende operaties. Dat valt hier goed, want Amerikanen zijn operationeel ingesteld en resultaatgericht. Hoeveel geef je uit aan Defensie? Aan welke operaties doe je mee? Dat telt zwaar. Denk hierbij aan onze strijd tegen IS, in het Midden-Oosten, en de counterdrugs-operaties in het Caribisch Gebied.”

De counterdrugsoperaties in de West vallen goed in de VS.

‘Wij hebben nichecapaciteiten, die de VS hier en daar tekort komen’

“Het partnerschap en de samenwerking met de Amerikanen staan centraal, bij mijn werk.”

Capaciteiten maximaal benutten

Dat laatste leidt er volgens Van den Berg toe dat de Amerikanen eerder en meer bereid zijn om informatie te delen. “De VS leveren bijvoorbeeld inlichtingen vanuit Zuid-Amerika. Daarmee kunnen wij in het Caribisch Gebied, maar bijvoorbeeld ook in Rotterdam, wapens, mensen en drugs onderscheppen.”

Andersom heeft Nederland ook intel te bieden, volgens het bekende principe ‘quid pro quo’: voor wat hoort wat. Logisch dat dit op kleinere schaal gebeurt dan andersom. Toch heeft Nederland de grote bondgenoot ook wat te bieden, aldus Van den Berg. “CZSK heeft nichecapaciteiten, die de VS hier en daar tekort komen. Denk hierbij aan onze amfibische capaciteit, onderzeeboten en ons vermogen om ballistische raketten vroegtijdig te detecteren. Voor onze samenwerking is het goed om die capaciteiten maximaal te benutten.”

Als goed voorbeeld hiervan noemt de kolonel de ‘At Sea Demonstration’ bij Schotland, in 2015. Hierbij volgde de radar van een Nederlands Luchtverdedigings- en Commandofregat een Orionraket, waarna een Amerikaanse Aegiskruiser het projectiel buiten de dampkring vernietigde. Gelet op het dreigingsbeeld rondom Europa, zou het Van den Berg niet verbazen als er binnen de politiek in Nederland en andere Europese landen stemmen opgaan om ook zelf over deze defensieve afvuurcapaciteit te willen beschikken, in de nabije toekomst.

In Washington staat de grootste Nederlandse diplomatieke vestiging ter wereld.

Stereotype receptiecircuit

Het onderhouden van goede contacten met de VS en andere bevriende landen gebeurt niet alleen op hoog politiek of militair niveau. “Natuurlijk heb ik als marineattaché ook te maken met het stereotype receptiecircuit”, vertelt Van den Berg verder. “Daar moet je natuurlijk wel functioneel mee omgaan, want er zijn hier in Washington zo'n 150 ambassades. Je bedenkt je natuurlijk goed wie onze partners zijn, bij het accepteren van een uitnodiging.”

Recepties, diners en ceremonies; ze lopen uiteraard als een rode draad door het werkzame leven van de attaché. Ook vergaderingen met de politieke afdeling van de Nederlandse ambassade horen bij een typische werkdag op de ambassade, vertelt de marinier. “We monitoren en rapporteren wat er hier om ons heen gebeurt. De VS zijn natuurlijk bepalend in de wereld. Vandaar ook dat ik veel symposia bezoek van strategische denktanks of presentaties door politici of topmilitairen van het Congres of het Pentagon. Daar komt een scala aan interessante onderwerpen voorbij, op het gebied van internationale veiligheid. Zoals de vragen: Wat is de impact van cyber op maritieme operaties van vloot en mariniers? Blijven bemande onderzeeboten nodig in de toekomst? Hoe behoudt de US Navy in de toekomst haar maritieme dominantie in de wereld of komt er een nieuwe Koude Oorlog?

‘Internationale samenwerking vergt veel tijd en energie; het is vooral investeren’

Lastig te meten

Minder denkwerk, maar wel veel organisatievermogen, vragen de werkbezoeken vanuit Nederland van de marineattaché. “Denk hierbij aan ministers, operationeel commandanten of militairen die bijvoorbeeld een studieweek hebben, in het kader van de Hogere Defensie Vorming.” Ook vertegenwoordigers van de vaderlandse defensie-industrie steken graag hun licht op in Washington. Het netwerk waarover de Nederlandse ambassade beschikt is daarbij van essentieel belang.

“Internationale samenwerking vergt veel tijd en energie; het is vooral investeren. De output is soms ook lastig te meten.” En met een vrolijke lach: "Dan denk ik zo tegen de avond wel eens: wat levert het nou allemaal precies op wat ik vandaag gedaan heb?"

“Voor onze samenwerking is het goed om capaciteiten maximaal te benutten.”