Tekst LTZ 2OC (SD) Joost Margés
Foto SM Maartje Roos | Video: AOO Richard Frigge
Mariniers mogen handen dichtknijpen op Camp Lejeune
Ratelende MAG-mitrailleurs, opspattende verfpatronen; in het nagebootste Afghaanse dorp wordt de rust ruw verstoord. De mariniers van het 32ste Raiding Squadron, voorzien van Star Wars-achtige maskers, doorkruisen de straatjes en kammen gebouwen uit. In de realistische oefenomgeving van het Amerikaanse Camp Lejeune scherpen de mariniers hun procedures aan rond ‘Military Operations in Urban Terrain’. Wat op deze immense basis nieuw voor ze is: werken met Cobra-gevechtshelikopters en honden, schieten vanaf FRISC’s op doelen op land en meeliften met het ‘hybride’ luchtvaartuig Osprey. Kortom: Uncle Sam toonde zich een ware suikeroom.
Het 32ste Raiding Squadron (RSQN) van Aruba is in maart 3 weken lang in de weer op Camp Lejeune, in de oostelijke staat North-Carolina. ‘The home of the expeditionary force’ – 45.000 militairen van het United States Marine Corps (USMC) wonen en werken hier – heeft een hartelijk welkom bereid aan de broeders van het Nederlandse Korps Mariniers. Het squadron is aangevuld met een FRISC-peloton uit de West, snipers, een team met kleine onbemande verkenningsvliegtuigen van het type Raven, ‘Joint Tactical Air Controllers’ (JTAC) en logistieke plus medische ondersteuning. In totaal zo’n 150 mensen.
'Dit zegt natuurlijk alles over de goede band die wij als Korps Mariniers met het USMC hebben'
Ervaringen op papier
Eerste luitenant der mariniers Jeffrey Zoutendijk, commandant van de FRISC Troop, knijpt met zijn ogen tegen de felle zon als hij uitkijkt over de Atlantic Intercoastal Waterway. Er leven krokodillen tot 4,5 meter lang en het is een broedplaats voor hamerhaaien. Ook spannend. “Wat in Nederland of in de West niet kan, kan hier wel. Dat is vuren vanaf de FRISC richting doelen op het land”, zo vertelt Zoutendijk. “We kunnen hier perfect onze ‘riverine drills’ uitvoeren, inclusief ‘hot extraction’. Dan halen we mensen op terwijl zij en wij onder vuur liggen. Wij geven dan richting 2 flanken onderdrukkend vuur.”
Vooral uniek was de ‘underslung’ van een FRISC onder een Amerikaanse CH53 Super Stallion-transporthelikopter, zo vervolgt de luitenant. “Eerst werd de boot afgezet en wij sprongen daar met 3 man achteraan, vanaf de klep van de heli, met de flippers in de hand. Daarna was het zwemmen, aan boord klimmen, starten en wég. Overal ter wereld heb je waterwegen en op deze manier kun je voorbij een hindernis worden afgezet of juist opgehaald. Dit soort ervaringen gaan we in Nederland uiteraard op papier zetten voor trainingsdoeleinden.”
Humvees met zwarte vlaggen
Wanneer een aantal initiële trainingen is doorlopen, knopen de Amerikaanse en Nederlandse oefenleiders de scenario’s aan elkaar. Optreden op en vanaf het water en patrouillegang door verstedelijkt gebied. 2 Troop van het 32ste RSQN beweegt zich in de lome zon tactisch over een zandweg richting het Afghaanse oefendorp. Wanneer de Amerikaanse snuffelhond (Labrador) plotseling gaat liggen naast de weg, is het duidelijk: hier ligt een explosief verborgen. Eerste luitenant der mariniers Xavier kiest voor een omtrekkende beweging en nadert zo het dorpje. Hier spreekt de ‘dorpsoudste’ hem aan. Er is heisa met radicaliserende dorpsgenoten. Het peloton gaat op onderzoek uit en wordt onder vuur genomen. Humvees met zwarte vlaggen schieten tevoorschijn en verdwijnen net zo snel ook weer uit het dorp. Nu komt de JTAC'er van de eenheid tot zijn recht, op één van de daken. In no time biedt een Cobra ‘close air support’. In het echt zou het pleit dan snel beslecht zijn.
Medische post ingenomen
Een dag later is de eenheid de ‘Quick Reaction Force’ (QRF) die hulp biedt wanneer een zogenaamde medische post van de Rode Halve Maan door strijders is ingenomen. De locatie is trouwens op Camp Davis, dat tegen Camp Lejeune aan ligt. (Kenners weten dat de Nederlandse Mariniersbrigade hier tussen 1943 en 1945 is opgeleid. Meer over deze eenheid verderop in dit magazine.) 2 Troop arriveert hier per Osprey en zuivert het complex. Het laatste woord is daarbij aan de bijthond van het USMC. Deze herder grijpt de Amerikaanse marinier die voor opstandeling speelt in zijn (beschermde) arm.
Aansluitend verplaats de actie zich naar het naastgelegen ‘vluchtelingenkamp’, waar de hond een tweede strijder grijpt en de Nederlandse mariniers zich vooral wijden aan de afvoer van een oefengewonde, per Osprey.
Meerwaarde van ‘enablers’
De commandant van het 32ste Raiding Squadron, majoor der mariniers Roelof Docter, overziet het hele gebeuren met genoegen. “Wat wij hier vooral leren: de meerwaarde die zogenoemde ‘enablers’ hebben. Cobra-helikopters met hun sensoren, honden, JTAC’ers en teams met de onbemande Raven. Door geïntegreerd op te treden kunnen we de vijand sneller opsporen en uitschakelen.”
Docter vindt verder dat zijn eenheid ‘de handen dicht mag knijpen’ met alle Amerikaanse steun. “Ongelofelijk welke ‘assets’ de Amerikanen ons allemaal ter beschikking stellen. Dit zegt natuurlijk alles over de goede band die wij als Korps Mariniers met het USMC hebben.”