Tekst LTZSD 2OC Vanessa Strijbosch
Veteranen vertellen over vrijheidsstrijd en herdenken
Aanstaande 4 en 5 mei staat Nederland weer stil bij vrijheid en al die mensen die ervoor hun leven hebben gegeven. Dit jaar met het thema ‘vrijheid geef je door’. Alle Hens vroeg veteranen en actief dienende militairen over hun missie en oorlogservaringen en hun gevoel bij herdenken.
“Het was mijn plicht om de vijand te vernietigen”
Louis Bernet (1920), Tweede Wereldoorlog veteraan
Sergeant vliegtuig telegrafist (als adjudant de dienst uit)
Dapperheidsonderscheiding Vliegerkruis
Bombardeerde diverse Duitse doelen, was betrokken bij operatie Market Garden (Arnhem) en Overlord (Normandië)
↓
“Ik was ingedeeld bij het 320 Squadron Royal Dutch Naval Air Service. Toen ik later als vliegtuig-telegrafist en vliegtuig mitrailleurschutter gestationeerd werd bij het Coastal Command van het Verenigd Koninkrijk begonnen de gerichte aanvallen op de vijand. We vielen Duitse schepen aan vanuit de lucht. Je gooide gewoon de bommen. Zonder emotie. Als het raak was, dan was het bingo. Achteraf klinkt dat raar. Maar het was oorlog. Zulke dingen gebeurden. Toen we de opdracht kregen om Bremen te bombarderen, zagen we vanuit de lucht dat de stad al in lichterlaaie stond. Er was maar een enkel plekje dat niet brandde. We hebben daar maar de bommen op gegooid. Toen ik overgeplaatst werd naar het Bomber Command, werd ik ook ingezet voor grotere operaties, zoals Market Garden (de grote luchtlandingsoperatie rond Einhoven, Arnhem en Nijmegen, red.). Ik was niet bang, maar voelde wel veel spanning. Het afweergeschut van de Duitsers was verschrikkelijk. Ik heb ontzettend veel geluk gehad en had het net zo goed niet kunnen overleven. Ik zag het als een plicht om de vijand te vernietigen. Ik had geen medelijden en nog steeds niet. Op 5 mei vier ik de vrijheid. Dan ga ik naar Wageningen en merk ik dat ik de erkenning en waardering van de bevolking krijg voor wat ik heb gedaan. Maar ik denk niet meer terug en leef liever in het hier en nu.”
“In plaats van eten, kregen we munitie”
Willem ‘Bill’ Ramakers (1922), Tweede Wereldoorlog veteraan
Korporaal van de mariniers
Verdedigde Nederland bij de Maasbruggen
↓
“Het eerste dat ik me herinner is dat we om 5 uur in de ochtend wakker schrokken van de sirenes en laag overkomende vliegtuigen. Mijn maten Mulder, Triest en ik zijn meteen de kazerne op het Oostplein uitgerend om te kijken wat er gebeurde. We waren als mariniers-in-opleiding gewend aan bepaalde protocollen, maar die werden meteen verlaten. In plaats van ontbijt kregen we munitie uitgedeeld. We hadden pas één keer een schietoefening gehad. De Duitsers waren met hun paratroepen op beide Maasoevers geland, maar we wisten met slechts een paar honderd man de vijand terug te dringen. Ik heb die dag heel wat kogels verschoten, maar heb echt geen idee of ik iemand heb geraakt. Daarvoor was de afstand te groot. Je schoot gewoon op alles wat bewoog aan de andere kant. ’s Avonds zijn we terug gegaan naar het Oostplein, maar ook daar was het niet veilig: we werden bestookt door scherpschutters. We moesten toen loopgraven aanleggen. Om infiltratie van de Duitsers te voorkomen, hadden we een wachtwoord: Scheveningen, lastig uit te spreken voor een niet-Nederlander. In de ochtend hebben we posities ingenomen in het Witte Huis. Op de brug werd heel hard gevochten, waarbij veel jonge mariniers het leven hebben verloren. Na drie dagen van onophoudelijk schieten en beschoten worden, waren we uitgeput. Geen slaap en weinig eten, alleen wat brood en kaas. Ik ben toen naar de keuken van het hotel geslopen en heb een maaltijd gemaakt van de achtergebleven etenswaren. Dat leverde me veel complimenten op. Het was het laatste dat we samen deden, want de volgende dag maakte het bombardement van Rotterdam een einde aan onze strijd.”
(tekst: Evert Brouwer, foto: SGTBDAV Ruud Mol)
“Die dag vergeet ik nooit meer”
Adjudant der mariniers Dirk Vonk, Cambodja veteraan
Als marinier 1 ingezet voor Vredesmissie Cambodja (1992-1993)
Overleefde een hinderlaag van de Rode Khmer
Ontving het Bronzen Kruis
↓
“De dag 4 mei zal voor mij altijd een extra lading hebben. Een dag die ik nooit meer vergeet. Tijdens een patrouille in colonne op 4 mei 1993 reden we in een hinderlaag van de Rode Khmer. Vijf mariniers raakten gewond waarvan sommige zwaar. Ik had granaatscherven in mijn been en arm. Twee Japanse waarnemers, die ook in de colonne reden, kwamen om het leven. Ik denk er elk jaar op 4 mei aan terug. Ik doe mijn normale dingen die dag, maar Cambodja gaat dan wel vaker door mijn hoofd. Ik kan er goed mee om gaan. Ik heb geen nachtmerries en eigenlijk zijn alleen de littekens op mijn arm nog een zichtbare herinnering. Mijn gevoel naar herdenkingen is na die missie wel veranderd. Als ik twee minuten stil ben, denk ik ook aan mariniers Jeroen Houweling en Marc Harders die in 2010 in Afghanistan sneuvelden. Jeroen was een maatje van mij. Ik heb veteranen leren kennen tijdens herdenkingen en de Veteranendag. Door naar hen te luisteren begrijp ik dat zij ontzettend belangrijk zijn geweest voor onze vrijheid.”
“Mijn gevoel over herdenken is veranderd”
Luitenant-ter-zee A 2OC Melissa Westdijk, ISAF veteraan (2010)
Commandant Airport of Debarkation, Military Airport Kabul
Netherlands Support Element
↓
“We boden logistieke ondersteuning voor zo'n 30 Nederlanders in Kabul, zowel militairen als Nederlandse leden van Eupol. Tijdens de missie organiseerde Defensie een nabestaandenreis voor de familieleden van overleden militairen tijdens ISAF. Ook in Kabul zijn 2 militairen om het leven gekomen. Eén van hen op het voormalige militaire vliegveld van Kabul, wat nu het nationale vliegveld in Afghanistan is. De organisatie vroeg mij de familie op te ontvangen en hen zoveel als mogelijk van het (oude) militaire vliegveld te laten zien. Die herdenking van de zoon, broer, geliefde en collega op de plek waar hij gestorven is, maakte veel indruk op mij. Ik ben dankbaar en trots dat wij als team een bijdrage konden leveren. Mijn gevoel ten aanzien van herdenken is daarna zeker veranderd. Sinds kinds af aan ben ik 2 minuten stil op 4 mei, net als een groot gedeelte van Nederland. Uit respect voor alle gevallenen in die oorlog en dat we niet vergeten wat er 70 jaar geleden heeft plaats gevonden, in de hoop dat het nooit meer zal plaatsvinden. Het is voor mij ook een herdenking voor alle gevallen militairen die hebben bijgedragen aan onze vrijheid in onder andere Afghanistan. Ook zij verdienen onze stilte uit respect en nagedachtenis.”
“Doodsbedreiging maakte me bewust van het leven”
Rodney de Vries
Cambodja (UNTAC missie, 1993)
Raakte als marinier 1 zwaargewond
Draaginsigne voor gewonden
↓
“Als 21-jarige MAG-schutter werd ik in de zomer van 1993 uitgezonden naar Cambodja. Tijdens deze CAMBO III periode stond de afwikkeling van de verkiezingen centraal. Het was een boeiende en leerzame periode. Op 25 juli 1993 raakte ik zwaar gewond. Tijdens een patrouille reden we met ons voertuig op een IED (bermbom, red.). Door de verwondingen was ik niet meer operationeel inzetbaar als marinier. Na een langdurige en intensieve revalidatieperiode ben ik na meerdere omscholingen aangesteld als Officier van de Koninklijke Marine der Speciale Diensten. Nu werk ik als burger medewerker bij het Diensten Centrum Re-integratie als Hoofd van het Expertise Centrum. Ik heb nog zichtbare kwetsuren, dagelijkse fysieke beperkingen en chronische rugpijn. Toch kijk ik met plezier terug op mijn missie. De wisselende werkzaamheden en goede collegialiteit zijn een mooie herinnering voor het leven. Ik ben op jonge leeftijd geconfronteerd met doodsdreiging. Mede daardoor ben ik mij zeer bewust van de waarde van leven. Het leven wordt je gegeven en daarin tracht ik op mijn bescheiden wijze een bedrage te leveren aan het goede voor mens en natuur. Helaas is in vrijheid leven niet voor iedereen weggelegd. Dat we vanuit de krijgsmacht deelnemen aan missies om te strijden voor vrede en vrijheid voor onszelf en derden zie ik als bijdrage die er toe doet. Helaas betalen vele militairen en burgers daarvoor een (hoge) prijs. Op 4 mei sta ik stil, denk ik aan degenen die de het leven hebben gelaten en hun nabestaanden. Zo herdenk ik, ook aanstaande 4 mei op de Dam.”