'Zonder Air Support Command staat luchtmacht stil'
Het duurde een paar jaar voordat het van de grond kwam, maar met de officiële oprichting op 1 oktober nam het Air Support Command (ASC) officieel een hoge vlucht. Daarmee is het vierde en laatste commando van de luchtmacht een feit. Alle luchtmachtonderdelen die vielen onder de Koninklijke Militaire School Luchtmacht (KMSL) en het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW), vallen nu onder het ASC. Onder die paraplu valt ook de SERE School. Samen zorgen ze voor de instandhouding en de groei van de luchtmacht. ‘Het is de fabrieksgarage van onze luchtvloot en nog zoveel meer.’
Tekst: Arno Marchand | Foto's: Lex van Lieshout
‘Wie groeit, moet kunnen opleiden, onderhouden en ondersteunen’
Na een periode van reorganisatie vindt afgelopen 9 juli al de commando-overdracht plaats. Daarbij geeft commodore Erwin van Beljouw, de Commandant ASC in oprichting, de touwtjes in handen van ranggenoot Cengiz Sahan, de eerste operationele commandant.
Even daarvoor geven de commandanten van de Koninklijke Militaire School Luchtmacht (KMSL) en het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) hun commando’s terug aan de Commandant Lucht- en Ruimte strijdkrachten (C-LRS) luitenant-generaal André Steur. “Het ASC is de fabrieksgarage van onze luchtvloot en nog zoveel meer”, geeft hij aan in zijn speech. “Zonder het ASC staat alles stil. Zonder het ASC geen air- en space power. Want wie vliegt, moet kunnen landen. Wie inzet pleegt, moet kunnen herstellen. Wie groeit, moet kunnen opleiden, onderhouden en ondersteunen. En precies dat leveren jullie hier.”
'Niet bezuinigen of efficiënter maken, maar vooral effectiever’
Mooi moment
Met Van Beljouws afscheid komt er een einde aan vier jaar bouwen aan het laatste commando van het Commando Lucht- en Ruimtestrijdkrachten (CLRS). “Dat begon medio 2021, net na de bezuinigingen van de decennia daarvoor”, geeft hij aan. “Het was de opdracht van generaal Dennis Luyt om met vier commando’s de hele luchtmacht te vormen." Na als eerste het Defensie Helikopter Commando (DHC) in 2008, volgen in 2021 het Air Mobility Command (AMC) en in 2022 het Air Combat Command (ACC). Het geheel aan ondersteuning moest tot slot ook onder eenhoofdige aansturing komen. Van Beljouw: "Ik had geen opdracht om te bezuinigen of efficiënter te worden, maar vooral effectiever. Op Woensdrecht waren bijvoorbeeld twee werelden ontstaan met de KMSL en het LCW. Dat was zéker niet fout; het was zo gegroeid. Maar omvormen naar één commando was een mooi moment om die staven zoveel mogelijk te integreren tot één en te kijken wat de meeste prio heeft. Met de switch van de hele luchtmacht naar Hoofdtaak 1 móesten we ook wel. Want ook Vliegbasis Woensdrecht levert zéker haar bijdrage aan Hoofdtaak 1.”
Paraplu
Wat onder de paraplu van het ASC zou komen te vallen, is in de loop van de jaren nog wel veranderd. Uiteindelijk zijn dat geworden de KMSL, het LCW en de Survival, Evasion, Resistance en Extraction (SERE) School op Gilze-Rijen. Die laatste viel voorheen onder het Centrum voor Mens en Luchtvaart in Soesterberg. Het nieuwe command omvat nu vijf pijlers:
Bij Program Management hebben alle hoofdwapensystemen van het CLRS hun eigen afdeling waar ze de uitvoering van onderhoud, instandhouding en modificaties aan helikopters en vliegtuigen van het CLRS en componenten uitwerken, voorbereiden, plannen en deels de luchtwaardigheid van de managen.
Bij het Air Depot zorgen 980, 981, 982 (op locatie Dongen) en 983 Squadron voor onderhoud, reparaties en modificaties aan vliegtuigen en helikopters, vliegtuigonderdelen, aandrijfsystemen en andere luchtvaartgerelateerde apparatuur. De squadrons innoveren, bewaken de levensduur en zorgen voor de bijbehorende logistiek van alle luchtwapensysteemgebonden materialen voor het CLRS en andere defensieonderdelen. Ook de stafofficieren vliegtuigberging zijn ondergebracht binnen het Air Depot.
Het Royal Air Education and Training Center (RAETC) zorgt met meer dan vierhonderd verschillende cursussen, opleidingen en trainingen in binnen- en buitenland, de ontwikkeling van personeel en van hun loopbanen. Onder het RAETC vallen de al bestaande squadrons 130, 131 en 133. Nieuw is het 132 Praktijk Leren Squadron. Ook alle opleidingsdetachementen in de Verenigde Staten en die in Duitsland en Italië vallen onder het RAETC, net als het CLRS Expertisecentrum Diensthonden en de SERE-school.
Het 961 Base Support Squadron zorgt voor het Openstellen en volledig operationeel houden van de vliegbasis. Dat heeft prioriteit in het kader van Hoofdtaak 1 en voor Host Nation Support. Het openstellen is tevens van belang voor de civiele medegebruikers op het aangrenzende Businesspark Aviolanda.
De Joint Meteorologische Groep (JMG); ondersteunt eenheden, waar ook ter wereld, met meteorologische weerberichten, zodat er veilig geopereerd kan blijven worden.
‘Het was complex, maar we hebben een mooie organisatie neergezet’
Eilandjes
Tijdens het omvormingsproces draaien de vliegbasis, de KMSL en het LCW gewoon door. Samenvoegen van die eilandjes lijkt heel eenvoudig, maar is volgens Van Beljouw “heel complex om er een effectieve organisatie van te maken. Hoe groot moet bijvoorbeeld de staf zijn? De opgetelde staf van de KMSL en het LCW was kleiner dan die van de andere drie commands. Moesten er dus functies bij? We hebben daarin niet bewust geplust, maar wel gekeken of er functies bij zouden kunnen. Daarover gesproken: de functiebeschrijvingen moesten eerst nog op orde gebracht worden voor de oude organisatie. Daarin is veel tijd gaan zitten. Pas daarna konden we omvormen naar de gewenste nieuwe situatie. Het was complex, maar we hebben een mooie organisatie neergezet.”
Daarmee kan commodore Sahan nu als eerste operationele commandant aan de slag. Zoals hij het zelf zegt bij zijn aantreden op 9 juli: “Niet meer naast elkaar opereren, maar elkaar als eenheid versterken om nog effectiever te worden. Samenwerken, niet alleen binnen onze eigen organisatie, maar ook met onze externe partners.”
‘Groeien van drie lichtingen per jaar naar één iedere twee weken’
Rek
Tijdens de parade benadrukte Sahan dat de reorganisatie niet alleen een formele stap is, maar vooral een opdracht voor de toekomst. “Vanaf vandaag zijn we één organisatie.” Maar dat is niet het eindstation, zo geeft hij aan. “We zijn afhankelijk van het groeiproces van het CLRS en tegelijkertijd vervullen wij daarin een belangrijke rol. Ik verwacht dat organisatie zoals die er nu staat, nog wel op punten aangepast gaat worden aan de veranderende luchtmacht. Van het jaarlijks opleiden van 180 korporaals en onderofficieren een paar jaar geleden, zitten we nu op 800. Daarmee is de rek eruit, maar we moeten uiteindelijk naar meer dan 3000; groeien van drie lichtingen per jaar naar één iedere twee weken. Dat vraagt veel van ons als personen, maar vraagt zeker ook aanpassingen aan onze infra en vormen van lesgeven.”
‘Prio één is zorgen dat we klaarstaan voor Hoofdtaak 1’
Boeggolf
Ook bij het Air Depot en Program Management ziet de nieuwe commandant uitdagingen genoeg. “Een van de gevolgen van een hoger defensiebudget is het kunnen maken van meer vlieguren. Ontzettend nodig voor de getraindheid van de luchtmacht, maar die boeggolf aan uren betekent ook dat vliegtuigen en helikopters eerder onderhoud en modificaties voor instandhouding en updates nodig hebben. Daarvoor zijn heel veel handjes nodig, zowel van militairen als burgers. Voor het hele ASC, zoals de organisatie nu staat, zijn dat er zelfs 1870 paar.”
Uitdagingen genoeg dus voor de kersverse commandant. “Prio één is zorgen dat we klaarstaan voor Hoofdtaak 1; wat moeten we kennen en kunnen, waarvoor zijn we verantwoordelijk? Daarnaast wil ik een besturingsorgaan dat ziet en meet hoe gezond ons bedrijf is. Zo kan ik monitoren of het ASC de opdrachten die het heeft kan blijven uitvoeren. Mocht dat niet zo zijn, dan is het aan ons om dat direct te onderkennen en een oplossing te bedenken, zodat het CLRS air en space power kan blijven leveren.”