01

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 10 | 2025

Groeistuipen van het DGLC

Joint-eenheid aan vooravond van luchtverdedigingsmissie in Polen

Sinds de oorlog in Oekraïne is het wapensysteem Patriot geregeld in het nieuws. Meestal wanneer er leveringen aan het belaagde land zijn. Die kwamen een aantal keer van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC). Daarom de vraag hoe daar de vlag er nu voor hangt. Daarover vertelt kolonel Olav Spanjer, sinds een jaar commandant van de eenheid. Hij heeft één voordeel, binnen en buiten Defensie: "Ik hoef niemand uit te leggen wat de Patriot is."

x
Leestijd: 8 minuten

Tekst: Arno Marchand   | Foto’s: sergeant-majoor Jan Dijkstra

kolonel Olav Spanjer
Als C-DGLC nam Spanjer in september een kijkje bij Warlord Thunder, de meest recente live firing-oefening van de Taskforce Patriot op de NATO Missile Firing Installation (NAMFI) op Kreta.

‘Hoe zit het met onze grondgebonden luchtverdediging?’

Aan de vooravond van een DGLC-missie van zes maanden naar Polen staat er heel wat te gebeuren voor de gecombineerde land- en luchtmachteenheid. Die stuurt bijna 300 militairen met zowel de Patriot (voor de lange afstand), als de NASAMS (middellange afstand) en een Counterdrone-eenheid (C-UAS) naar de rand van het NAVO-grondgebied. Daar beschermen ze het logistieke centrum van de NATO Security Assistance and Training for Ukraine (NSATU), wat de Nederlandse en Noorse F-35’s nu nog doen.

Eerst maar eens kijken waar de grondgebonden luchtverdediging vandaan komt. Ook al is Spanjer commandant van een joint-eenheid, dit verhaal is vooral gericht op de luchtmachtmilitairen die hoofdzakelijk zijn ondergebracht bij 800 Ondersteuningssquadron en het 802 Patriotsquadron die samen de Taskforce Patriot vormen.

Na 24 februari 2022, de dag van de Russische inval in Oekraïne, was een van de vragen binnen Defensie ‘Hoe zit het met onze grondgebonden luchtverdediging?’ “Die moeten we rap op orde brengen”, verwoordt de commandant het algemene gevoel van daarna. Want van wat ooit een zeer groot deel van de luchtmacht vormde, was niet veel meer over.

Een militair op de grond, praat met een militair in de cabine van een vrachtwagen.
De oefening is tweeledig; zowel het behalen van de NAVO-certificering staat op het programma…
En vrouwelijke militair ziet toe op het veilig manoeuvreren van een colonne militaire vrachtwagens.
…maar ook de voorbereiding voor de missie naar Polen die 1 december start.

Op het hoogtepunt zestien squadrons en zo’n vijfduizend man en vrouw personeel.

Van groepen geleide wapens naar DGLC

Een stapje terug in de tijd. Wanneer de dreiging van de luchtmacht van het Warschaupact in de jaren 50 groter wordt, legt de NAVO een gordel met luchtverdedigingseenheden aan rondom die landen: van Noord- tot Zuid-Europa. Alle NAVO-landen dragen hun steentje daarin bij. Onze luchtmacht levert in midden-Duitsland met diverse groepen geleide wapens op het hoogtepunt zestien squadrons en zo’n vijfduizend man en vrouw personeel. Nadat in 1989 de Muur valt, gevolgd door het uiteenvallen van de Sovjet-Unie een paar jaar later, wordt de gordel opgeheven. Het personeel gaat terug naar het land van herkomst en heel veel luchtverdedigingseenheden worden opgeheven.

In Nederland wordt wat overblijft – vier squadrons – vanaf 1994 geconcentreerd op Luchtmachtbasis De Peel. Na nog meer bezuinigingen, worden de Patriotsquadrons samengevoegd tot één operationele eenheid, omdat het vierde Squadron ontmenst wordt; het materieel wordt in reserve gehouden. In 2007 komt het Korps Luchtdoelartillerie van de landmacht naar de basis in Vredepeel. Vijf jaar later volgt de volledige samenvoeging tot DGLC, met landmachtbatterijen, luchtmachtsquadrons en een klein deel marine, vallend onder het Commando Landstrijdkrachten. De voormalige luchtmachtbasis krijgt de naam Luitenant-generaal Bestkazerne.

Een vrouwelijk militair is bezig met het in de juiste positie brengen van een hijs-oog.
Eens in de paar jaar moeten de mannen en vrouwen van het DGLC hun kunnen bewijzen tijdens de tactical firing evaluation.
Een lanceerbuis van de Patriot hangt in de takels en wordt door militairen op de grond naar de juiste positie geleid.
Nederland trekt daarbij vaak op met Patriot-partner Duitsland. Deze keer niet, maar het buurland leverde wel de evaluators.

‘Het materieel is opnieuw besteld, maar het duurt een aantal jaar voordat het er weer is’

Verdubbelen

Spanjer geeft aan dat op het dieptepunt op het DGLC nog maar zo’n 750 man werken. Maar na 2022 stijgt de vraag naar grondgebonden luchtverdediging in zeer rap tempo. In april van dat jaar stuurt het DGLC meteen al een Patriot Fire Unit naar Slowakije om daarvandaan de NAVO-grens te bewaken. “In de Defensienota van dat jaar krijgen we er voor het eerst geld bij om te groeien met 250 man zodat we onder meer de vierde Patriot-batterij weer konden bemensen.” In de jaren daarna is een complete fire unit ook weer weggegeven aan Oekraïne. Het materieel is opnieuw besteld, maar het duurt een aantal jaar voordat het er weer is. Ook de landmacht groeide ondertussen met extra systemen.

“De grote klapper voor ons was de Voorjaarsnota 2024”, vervolgt Spanjer. "Toen is geïnvesteerd in middelen zodat we de Patriot weer op twee assen kunnen wegsturen, en in NASAMS die samen met de Patriot gaan optreden.” Voor de duidelijkheid, daarmee is de Patriot-wereld niet gegroeid, maar terug op het oude niveau. Spanjer: “In de Voorjaarsnota '25 zitten vervolgens nog extra Patriot-launchers en tevens andere wapensystemen voor de middellange en korte afstand, waaronder counter-drone-systemen. Door die laatste twee nota’s groeien we naar eerst 1.500 en daarna 1.700 werknemers. Ten opzichte van 2022 gaan we dus meer dan verdubbelen en mijn indruk is dat het hier niet bij blijft.”

Een militair sleurt met een grote kabel.
Alle materieel komt per boot aan in de haven van Chania. Daarvandaan gaat het op transport naar de range.
Een militair volgt heel precies hoe een kabel in een voertuig gaat.
Het in elkaar zetten van alle elementen luistert net zo nauw als het uiteindelijke afvuren van een raket.

‘Diverse landen hadden afscheid genomen van grondgebonden luchtverdediging’

Expertise behouden

Luchtverdediging heeft dan ook hoge prioriteit voor alle NAVO-landen. Het ‘waarom’ is dagelijks te zien op beelden uit Oekraïne. “Luchtverdediging doen wij als grondgebonden eenheid natuurlijk niet alleen. Dat doen we samen met het vliegende deel van de luchtmacht, de luchtgevechtsleiding en de command and control-keten. Als dat goed op elkaar is afgestemd, vormt dat samen Integrated Air and Missile Defence (IAMD). Die IAMD-kennis heeft de luchtmacht gelukkig behouden. Dat geldt lang niet voor alle NAVO-landen om ons heen. Diverse landen hebben afscheid genomen van grondgebonden luchtverdediging. Samen met Duitsland en Noorwegen hebben wij luchtverdedigingscapaciteit en -expertise in huis gehouden. Al was het soms nog maar heel klein, het wás er. En daar zijn we nu heel erg blij mee, want landen die het geheel hadden afgestoten, zijn al tig keer hier op bezoek geweest om te kijken en leren. Ze hebben echt concrete stappen gezet hoor, maar het is verdraaid lastig om echt vanaf nul weer iets op te bouwen.”

Een militair is bezig met de aansluiting van een grote kabel.
Tijdens de oefening werken 800 en 802 Squadron als Task Force Patriot samen met 133 Herstelpeloton van de landmacht.
Een vrouwelijk militair volgt het omhoogkomen van de Patriot-radar.
In totaal deden tweehonderd man en vrouw mee aan de oefening die drie weken duurde.

‘Wat ik nodig heb? Zelfstandigheid’

‘We gaan op missie’

Luchtverdedigingscapaciteiten zijn dus een schaars goed, dat ingezet wordt om de belangrijkste zaken in een samenleving te beschermen. Wat dat is of zijn, bepaalt het NAVO-hoofdkwartier Aircom, op Ramstein Air Base in Duitsland. Op het wensenlijstje van de DGLC-commandant verwacht je dan wellicht meer middelen om daarmee ook meer te kunnen beschermen. Dat is niet zo. “Ik heb zelfs letterlijk tegen de minister en anderen gezegd: ‘Ik zit in eerste instantie niet te wachten op meer raketten en radars.’ Wat ik primair nodig heb? Zelfstandigheid. Wij waren vroeger redelijk zelfstandig, maar nu ben ik op veel vlakken afhankelijk van andere eenheden. Dus als ik ergens naartoe wil, moet ik vragen: ‘Gaan jullie mee, kunnen jullie ondersteunen?’

Maar ook diverse andere zaken moet ik bij andere onderdelen aanvragen. Dat kan ten tijde van Hoofdtaak 2, als je de keuze hebt of je wel of niet aan de missie meedoet. Wél? Oké, mooi. Pakketje maken, klaar en weg. Maar nu hebben we Hoofdtaak 1: we gaan op missie naar Polen. Daarvoor heb ik ondersteuning nodig, maar een aantal keren ving ik bot.”

Een Patriot vertrekt met veel vuur en rook uit de lanceerbuis.
De enige plek waar je in Europa live missiles als de Patriot kunt afvuren, is de range op Kreta.

‘Als we dit met z'n allen belangrijk vinden om te fixen, dan vraag ik creativiteit’

Groei

“Dus zelfstandigheid is mijn focus”, vervolgt Spanjer. “Je kunt me allemaal mooie wapensystemen geven, maar als ik er niet de poort mee uit kan, dan heb ik er niets aan. Én force protection. Dat is een hele dikke prio 2. Het besef van de noodzaak hierover is er bij iedereen. Het is nog niet geregeld, maar ik ben ervan overtuigd dat het gaat lukken.”

De grote andere uitdaging waar Spanjer tegenaan kijkt is de toch wel zeer forse personeelsgroei. “Hoe krijg ik er in twee, drie, vier jaar tijd duizend man bij en hoe ga ik ze opleiden? Een gezond bedrijf kan zo’n tien procent per jaar groeien, dus daarmee red ik het niet. Deze groei zit daar ver boven. Waarop ik mijn mensen dan ook uitdaag is omdenken. We hebben hier Oekraïners in tien weken omgeschoold. Die vergelijking gaat een beetje mank omdat het al luchtverdedigers waren, maar toch. Misschien kunnen we opleidingen verkorten door personeel niet honderd procent op te leiden, maar misschien zeventig. Zorgen dat ze hun eerste taak kunnen uitvoeren en ervaring kunnen opdoen. Kijken we daarna verder.

Noem me een naïeve optimist, maar als we dit met z'n allen belangrijk vinden om te fixen – en dat vinden we, want daarvoor wordt ook geld geïnvesteerd – dan vraag ik creativiteit. Dan kunnen we met de landmachters en luchtmachters hier laten zien, het kan wél.”

Een gelanceerde Patriot laat een fel wit spoor achter tegen een strakblauwe lucht.