Studiegroep publiceert boek over luchtoorlog boven Nederland in WO II

De luchtoorlog boven Nederland in de Tweede Wereldoorlog. Is daar tachtig jaar na de bevrijding niet alles al over geschreven? “Overduidelijk niet”, geeft voorzitter Ivo de Jong van de vijftigjarige Studiegroep Luchtoorlog 1939-1945 (SGLO) aan. “Heel veel mensen in Nederland denken bij de luchtoorlog aan neergestorte vliegtuigen. Ja, dat is waar, maar er is nog zo veel meer gebeurd.”
Tekst: Arno Marchand | Foto’s: Hans Roggen


‘Bidden tot Onze-Lieve-Heer dat ze terug zouden schrijven’
En dus was het tijd om Nederland een duidelijker beeld te geven van wat er zich in de oorlogsjaren boven Nederland heeft afgespeeld. Dat doe je niet zomaar, weten de leden van de SGLO inmiddels al vijf decennia. Zo lang al zoeken ze in Nederlandse en buitenlandse archieven naar feiten en foto’s om zo gedetailleerd mogelijk te achterhalen wat er gebeurd is. Zo ook De Jong zelf. Hij raakt in zijn tienertijd met het luchtvaartvirus besmet door zijn vader. Die ziet in de Tweede Wereldoorlog bij Groenekan, even ten noorden van Utrecht, een B-17 zware bommenwerper voor zijn neus crashen. “Rond 1980, toen ik een jaar of zestien was, dacht ik: 'ik ga dat eens uitzoeken'”, vertelt De Jong. “Wie? Wat? Waar vandaan? Want mijn vader wist verder niets. Ja, een zonnige zondag in 1944. Nou, begin maar met zoeken. En dat was nog pre-internet. Ik wist nog niets van de SGLO die drie jaar daarvoor was opgericht.”
Hij schrijft een brief naar de toenmalige luitenant-kolonel A.P. de Jong (geen familie), een zeer bekende naam in de luchtmachtvoorlichting. “Die kwam met een datum. Toen ben ik verder gaan spitten en stuitte ik ook op de SGLO. Via een oud-strijdersclub kreeg ik een adres in Amerika. Brief schrijven, postzegel erop, in de brievenbus en bidden tot Onze-Lieve-Heer dat ze terug zouden schrijven. Dus als je geluk had, had je drie/vier weken later een antwoord.”

‘Heel leuk onderzoek om te doen, ook echt heel spannend’
‘Je spreekt met iemand uit Nederland’
De Jongs werkwijze is illustratief voor onderzoekswerk van alle SGLO’ers, totdat internet ontstaat. Voordeel uit die tijd is dat er dan nog veel overlevenden van de oorlog zijn. “Want inderdaad kreeg ik reactie van één van die bemanningsleden, die razend enthousiast was dat er iemand in Nederland geïnteresseerd was in hun verhaal. Het was eigenlijk wel een heel leuk onderzoek om te doen, ook echt heel spannend. Je werd ook creatief. Hoe kom je nou verder? Hoe kom je aan adressen? Ik hoorde op een gegeven moment dat in de kelder van de Amerikaanse ambassade alle telefoonboeken van Amerika stonden. Ik praat over de jaren tachtig... Fantastisch! Want als je een missing aircrew report had waarin adressen van nabestaanden stonden aangegeven, kon je gaan zoeken. Dat lukte overigens niet best met bijvoorbeeld een Johnson in San Francisco, maar met bijvoorbeeld een Poolse achternaam in een dorpje had je veel meer kans.
Ik had inmiddels de naam van de vlieger van de B-17. Dus ik ’s avonds bellen, want dan is het overdag in Amerika. ‘U spreekt met iemand uit Nederland. Bent u misschien Arthur M. Codding die op 28 mei 1944 z’n B-17 in Groenekan geparkeerd heeft?’ Nou, en daar kwam dus een ‘Yes, that’s me’ op. 'Ik ben met een boek bezig. Zou u misschien alstublieft willen helpen?'”

Vijftig jaar onderzoek
Van de SGLO-initiatiefnemers in 1975 zijn de meesten lid van de Documentatiegroep ’40-’45. Ze missen daar echter het onderzoek naar de luchtoorlog. Momenteel telt de SGLO zo’n vierhonderd leden. “Een redelijk stabiel aantal”, vertelt Peter Grimm, voorzitter van 2000-2010. “Het merendeel woont in ons land en veel leden blijven erg lang lid. Ik ben het zelf sinds eind 1978.” In het zeswekelijkse Bulletin Air War 1939-1945, waarvan dit jaar de vijfhonderdste uitgave verschijnt – delen leden verhalen en onderzoeken met elkaar.
In 2008 verschijnt het ‘verliesregister’ waarmee voor het eerst een redelijk betrouwbaar cijfer kan worden genoemd van alle oorlogsverliezen in en rond Nederland: bijna zesduizend vliegtuigen. De database die te vinden is op de website studiegroepluchtoorlog.nl, is inmiddels uitgebreid met andere registers. Het boek ‘Vliegvelden in oorlogstijd’ komt in 2017 in nauwe samenwerking met het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) tot stand.
Nog steeds liggen vele vliegtuigwrakken in de Nederlandse grond en zijn nog zo’n vierhonderd bemanningsleden vermist. Grimm: “De SGLO doet als groep uitdrukkelijk geen bergingen. We graven in archieven, niet in de grond. Maar we leveren desgevraagd wel zoveel mogelijk gegevens voor een vliegtuigberging.” Het Nationaal Bergingsprogramma, dat op initiatief van De Jong tot stand komt, wordt in 2018 met brede steun in de Tweede Kamer aangenomen. Het plan is om kansrijke bergingen, waarin de aanwezigheid van vermisten hoogst waarschijnlijk is, met voorrang uit te voeren. De SGLO heeft de locaties aangegeven en ondersteunt met historisch onderzoek. De verantwoordelijkheid voor de opgraving blijft echter bij de overheid liggen.

‘In 2025 bestaan we vijftig jaar – weet je wat ik doe?'
Ontroerend
De Jong wil steeds meer onderzoeken. “Soms vond je niets, soms ving je bot, soms kreeg je alle medewerking. Later ben ik ook naar Amerika geweest, onder meer om archievenonderzoek te doen. Want je komt er niet alleen met het aanschrijven van veteranen. Je moet ook de context hebben en die vind je in officiële documenten. Uiteraard bezocht ik ook veteranen. Soms was het bijna ontroerend wat je dan meekreeg: complete fotoalbums. Voor onderzoekers zijn dat echte schatten.”
Uit vergelijkbaar onderzoek door vele SGLO-leden zijn de afgelopen vijf decennia honderden verhalen voortgekomen. Die zijn deels gepubliceerd in het orgaan van de studiegroep, het Bulletin Air War 1939-1945. Vorig jaar bedenkt De Jong zich op een moment: ‘In 2025 bestaan we vijftig jaar. Weet je wat ik doe?’… En zo zadelt hij zichzelf op met een klus van enorme omvang. “Ik maakte eerst een hele lijst van wat ik allemaal wilde behandelen en daarachter zette ik artikelen uit de bulletins. En het moest in context gezet worden, want anders krijg je alleen maar een bak met verhalen. Zo behandel ik in het boek dus alle aspecten van de luchtoorlog, geïllustreerd met artikelen van de leden.”

‘Er is elke dag in Nederland wel iets gebeurd op het gebied van luchtoorlog’
Omgevallen archiefkast
Een greep uit de onderwerpen die De Jong aanhaalt zijn het beschieten van treinen en konvooien, kleine en grote bombardementen, de aanleg van vliegvelden door Duitsers en geallieerden, de luchtoorlog voor de kust, Air Sea Rescue, pilotenhulp en ga zo maar door. Verhalen uit de bulletins daarover, vormen grofweg de helft van het boek. De andere helft – aanvullen, corrigeren, foto’s erbij zoeken en in context plaatsen – komt er dan nog bij. “Het meest trots ben ik op het feit dat ik – denk ik – alle aspecten van de luchtoorlog wel te pakken heb. Je moet je aan de ene kant beperken, want je kunt niet alles diepgravend belichten. Aan de andere kant wil je dat niet, want je wilt eindelijk een boek maken waarin álle aspecten van de luchtoorlog aan bod komen. Dat zijn er nogal veel. Er is elke dag van de oorlog ergens in Nederland wel iets gebeurd op het gebied van luchtoorlog.
Het boek is daarom geen totaaloverzicht, want je kunt niet alle gebeurtenissen beschrijven. Dan wordt het een omgevallen archiefkast, voor zover je het überhaupt al zou kunnen. Het boek geeft een idee van alle aspecten, elk voorzien van een verhaal en geïllustreerd met unieke foto's. Ik vind dat het nodig was voor de BV Nederland om een duidelijk beeld van de luchtoorlog te krijgen. Maar er is nog steeds zoveel meer te onderzoeken. We hebben een levendige studiegroep die daar nog jaren mee verder kan.”


Jubileumboek
Dit is dan het prachtig geïllustreerde boek dat het vijftigjarig bestaan van de SGLO markeert. Een overzicht van ruim vijfhonderd pagina’s, waarin een dwarsdoorsnede van het werk van de studiegroep door auteur Ivo de Jong is samengebracht. Na een voorwoord volgt een (niet genummerde) inhoudsopgave van 68 hoofdstukken, afgesloten met een colofon. In de tijd dat Nederland – niet al te veel – stilstaat bij tachtig jaar bevrijding, is dit boek een absolute aanrader om niet te vergeten wat zich boven Nederland heeft afgespeeld.
‘De luchtoorlog boven Nederland 1939-1945 – Bijdragen door de Studiegroep Luchtoorlog’ met ISBN 9789083312262 is geschreven en samengesteld door Ivo de Jong en uitgegeven door Geromy b.v. in Nieuwegein. De hardback op formaat 25 x 30 cm telt 504 pagina’s en is voorzien van Nederlandse tekst en vele honderden zwartwit- en enkele tientallen kleurenfoto’s en -afbeeldingen. Het boek kost € 59,95 en is onder meer te bestellen bij de uitgever (www.luchtvaartboeken.com) en te koop bij FLASH Aviation.