Na een jaar ‘Irak’ einde missie voor Task Force Lion

Van ‘een droom die uitkomt’ tot ‘een eer om ermee te mogen vliegen’. Wie praat met militairen van Task Force Lion in Irak hoort haast een ode aan Chinooks. Drie helikopters en viermaal een honderdkoppig detachement waren een jaar lang gestationeerd op Al Asad Airbase. Inmiddels is ook de laatste club weer thuis: weg uit de woestijn, terug in het frisse Nederland. “We hebben er het maximale uitgehaald.”
Tekst: kapitein Joris van Duin | Foto’s: adjudant Jacob Kuipers, kapitein Jeroen Verburg en kapitein Joris van Duin | Video: sergeant-majoor Robbert Harteveld
Muisstil is het als een van de vliegers het programma van de dag uit de doeken doet. Een groot beeldscherm licht de donkere briefingruimte op. Slides met weersomstandigheden, kaarten en aanvliegroutes komen voorbij. Maar ook het aantal ‘paxen’ van de zogenoemde redeployment-eenheid, die vanmiddag in Bagdad wordt opgepikt. “Een volle dag. Het is warm, dus neem genoeg eten en drinken mee”, klinkt het. En als slotmededeling: “Laat je telefoons thuis. We komen in gebieden waar veiligheid niet is gegarandeerd.”

‘Wij gaan er altijd vanuit dat buiten de poort een vijand is’

Alle operaties die Task Force Lion afgelopen jaar uitvoert, beginnen met gedetailleerde analyses en briefings zoals deze. “Het is hier toch anders vliegen”, zegt majoor Simba. In Nederland is hij Chinookvlieger, in Irak is hij als Hoofd Operatiën verantwoordelijk voor alle opdrachten van de heli’s. “Wij gaan er altijd vanuit dat buiten de poort een vijand is. Niet alle mensen vinden het fijn dat wij hier zijn. Het werken hier, het vliegen, gebeurt daarom onder verhoogde spanning en met wat extra stress. Tegelijkertijd geeft dat ook meer voldoening.”
Twee missies in één
De drie Chinooks van het 298 Squadron vlogen voor twee missies in Irak: de NATO Mission Iraq (NMI) en anti-IS-missie Operation Inherent Resolve (OIR). NMI is gericht op het versterken van de Iraakse veiligheidssector. Zo kan het land weerstand bieden aan dreigingen. Voor deze missie vervoerden en beveiligden de helikopters NAVO-adviseurs, eenheden en materieel. OIR is een door de Verenigde Staten geleide missie tegen IS. Ook hierin speelden de Chinooks een belangrijke rol. Door deze inzetten te combineren, werd de Nederlandse helikoptercapaciteit optimaal benut.

Camp Grizzly
Thuisbasis van de vier helikopterdetachementen was de Amerikaanse vliegbasis Al Asad Airbase (AAAB, in het Engels uit te spreken als Triple A-B). Hoge betonnen muren, T-walls genaamd, omringen het tot Camp Grizzly omgedoopte onderkomen van de Nederlanders. Alles maakten ze er mee: van inkomende raketten tot relatieve veiligheid, van verzengende hitte met temperaturen van ruim 50 graden tot hagel en zelfs een beetje sneeuw. Al is van die winterse kou inmiddels niets meer te merken… De felschijnende zon heeft vrij spel op het vliegveld. Niet-vliegende Chinooks staan hier onoverdekt op betonnen platen. Dat merken de mensen van de Technische Dienst (TD) in de kist maar al te goed. Het is in de heli’s – zonder verkoelend briesje – een stuk heter dan buiten.
‘Het geluid, het militaire; de Chinook heeft iets machtigs’
Alles trilt
Met gereedschap in de handen opent techneut sergeant-1 Simon klep na klep in de helikoper. Achterin de Chinook glijden zijn ogen over een wirwar aan leidingen, boutjes, moertjes en kabels. “Alles trilt als-ie de lucht in gaat. Het gevolg is dat onderdelen kunnen loskomen. Dat wil je natuurlijk niet. Elke dag checken we of alles vast zit.”

Simon heeft avionica als specialisme. Met andere woorden: alles wat met elektronica in de Chinook te maken heeft. Hij en zijn collega’s hebben een cruciale rol in het laten vliegen van de heli’s. In de woestijn is dat extra hard werken. “Zand, stof, veel zon: dat tast de kist sneller aan dan normaal. We maken veel uren en dat is eigenlijk alleen maar mooi”, zegt hij. “Deze missie is een droom die uitkomt. Mijn opa nam me vroeger al mee naar de Luchtmachtdagen. Sindsdien vind ik helikopters het mooiste wat er is. Het geluid, het militaire; het heeft iets machtigs.”
Haast ongemerkt hangen we in de lucht.
Voelbaar
Oordoppen in, bril en helm op. Het gebulder en opwaaiende stof van twee opstijgende Chinooks is allesbehalve goed voor oren en ogen. De draaiende rotorbladen zorgen voor een diepe bas in de lijven van alle inzittenden. Dat ‘machtige’, waarover Simon het had, is ineens voelbaar. De wind zorgt voor enige verkoeling in de verder snikhete kist. Loadmaster sergeant Julian steekt zijn duim op. Haast ongemerkt hangt het toestel in de lucht. Op naar Bagdad!
Vliegen in Irak is niet alleen uitdagend door de hitte – in de cockpit is het al gauw tien graden warmer dan buiten – het is ook prachtig. Grotendeels is Irak een eindeloze, sepiakleurige zand- en rotsvlakte. In het olierijke land volgen raffinaderijen elkaar in rap tempo op. Her en der wandelen herders met schapen en kamelen door de woestijn. Sommige stukken van de route komen haast uit een film. Zeker boven de oevers van de azuurblauwe rivier Eufraat kijkt iedereen zijn ogen uit. Achthonderd meter onder de helikopter schuiven felgroene landbouwgronden voorbij, met ontelbaar veel palmbomen.
‘Dat was een paleis van Saddam Hoessein’

Na Fallujah passeert de transporthelikopter de beruchte Abu Ghraib-gevangenis. Boven miljoenenstad Bagdad wijst Julian iconische gebouwen aan. “Dat was een paleis van Saddam Hoessein”, schreeuwt hij buiten de intercom uit. Later, als Chinook terug is op AAAB zegt hij wel gewend te zijn aan de indrukwekkende landschappen. “In het begin van de uitzending maakte ik foto’s van opvallende of mooie dingen en dan zocht ik ‘thuis’ online op wat het was. Het paleis waar we vanochtend langs vlogen, gebruikte Saddam om op eenden te schieten.”
Dat hij deze maanden dag in dag uit de lucht in mag, vindt hij geweldig. “Vliegen is gewoon supervet. Dit is de mooiste baan die er is. Er zijn zoveel mensen bezig om ervoor te zorgen dat die kist met jou erin vertrekt. Denk aan TD’ers, de luchtverkeersleiding, de brandweer en zo kan ik nog wel even doorgaan. Het voelt als een voorrecht.”

‘We hebben het machinegeweer niet hoeven gebruiken’
Brandstoftank
Als loadmaster heeft Julian een dubbele rol. Enerzijds is dat het goed verdelen en controleren van materieel en personeel in de heli. “Als militair ben je gewend alles te plannen. Maar hier krijgen we onbekende ladingen en moeten we ‘op de spot’ een nieuw plan maken en zien of het lukt. Dit is een missie waarin je als loadmaster kan shinen.” Wat hem bijblijft? “We moesten een brandstoftank van een Black Hawk-transporthelikopter vervoeren. Daar sta je echt even van te kijken. Die dingen zijn gigantisch.”
Daarnaast heeft Julian een beveiligingstaak. Want ook al is het nu relatief rustig in Irak; de veiligheidssituatie kan hier zo omslaan. Tijdens de ‘rit’ van vandaag staat hij in een zijdeuropening achter het MAG-machinegeweer. Als doorgunner tuurt hij naar buiten. “We hebben ‘m niet hoeven gebruiken, maar als het nodig is, dan doen we dat zonder aarzeling.”

‘We wilden tactisch complexe operaties uitvoeren’
Raketten
Het is die militaire mindset waarop detachementscommandant luitenant-kolonel Boudewijn Stevens heeft gehamerd. Die moest in de koppies zitten van zijn mannen en vrouwen. In augustus vorig jaar werd AAAB namelijk nog bestookt met Katyusha-raketten. Daarbij raakten vijf Amerikaanse soldaten gewond. Westerse troepen zijn lang niet door iedereen geliefd in Irak. Waakzaamheid is daarom geboden. Nederlandse militairen dragen dan ook standaard een wapen en scherfvest.
“We zijn hier niet om als koeriersdienst mensen en materieel van vliegveld A naar vliegveld B te vliegen”, blikt Stevens terug op de missie. “We wilden naast relatieve standaardopdrachten ook tactisch complexe operaties uitvoeren. Daarvoor moesten we 24/7 inzetbaar zijn.”


Grootste operatie
Dat is gelukt. “We hebben de capaciteit om onder operationele omstandigheden militaire middelen en eenheden te kunnen inzetten”, vervolgt Stevens. “Militaire eenheden in het holst van de nacht afzetten in een tactische omgeving: daar gaat een uitgebreid planningsproces aan vooraf. Ook omdat we de focus legden op internationale samenwerking. Zo droeg Nederland bij aan de grootste multinationale operatie in Irak van de afgelopen vijftien jaar, waarbij grondtroepen met helikopters zijn ingezet. Van alle vliegtuigen en helikopters waren wij op dat moment de enige niet-Amerikaanse eenheid. Dat maakt me heel trots.”
Meer zien van de Chinook-inzet in Irak? Check de clip!
Redeployment
Een zogenoemde redeployment-eenheid neemt nu de laatste taak op zich. Deze militairen halen de Chinooks uit elkaar, zodat ze op transport kunnen naar Nederland. Dit gebeurt met een C-17 transportvliegtuig. Eenmaal in Nederland krijgen de helikopters een grondige onderhoudsbeurt. Daarover meer in de volgende Vliegende Hollander.