MQ-9 Reaper-detachement van de West naar Oost-Europa

x
Leestijd: 5 minuten

Al zes maanden vliegt de MQ-9 Reaper boven Oost-Roemenië en de Zwarte Zee voor de missie Guardian Reaper. De Roemenen zijn blij met de inzet van het onbemande Nederlandse vliegtuig. “Hoewel de operationele details grotendeels vertrouwelijk moeten blijven, is de bijdrage aan de beschermingsmissie aan de oostgrens van het NAVO-verdragsgebied belangrijk”, vertelt luitenant-kolonel Jan Ruedisueli, Commandant 306 Squadron.

Tekst: luitenant ter zee 2OC (SD) Djenna Perreijn | Foto’s: sergeant-majoor Barend Westerveld

Grondpersoneel loodst en rijdt een MQ-9 met een kleine trekker uit een opvouwbare hangar.
Behoedzaam, het toestel is twintig meter breed, loodst en rijdt grondpersoneel een MQ-9 uit een van de clamshell hangars.

‘Mijn brein begrijpt dat het toestel in Roemenië vliegt en ik hier in Leeuwarden ben’

‘Goedemorgen Roemenië’ – ‘goedemorgen Leeuwarden’, klink het door het communicatiesysteem als vlieger Jan ‘Muezli’ Ruedisueli zaterdagochtend aan zijn dienst begint. De luitenant-kolonel neemt plaats achter het besturingssysteem van de MQ-9 Reaper, in één van de containers op Vliegbasis Leeuwarden. De komende tien uur houdt hij samen met een sensor operator op 2.200 kilometer afstand het toestel in de lucht. “Op het tijdsverschil na is er eigenlijk weinig onderscheid met de cockpit, toch vind ik het een geweldig gevoel”, vertelt de commandant. “Mijn brein begrijpt dat het toestel in Roemenië vliegt en ik hier in Leeuwarden ben, terwijl het volledig voelt alsof ik erin zit.”

Een militair in luchtmachttenue loopt met een zwarte hond bij een MQ-9 Reaper.
Rechts en onder: bewakers van de Luchtvaarttroepen (voorheen Object Grondverdediging) controleren met hun bewakingshonden alles op de 306-compound in Roemenië.
Een militair in luchtmachttenue loopt met een zwarte hond op een platform.

Airmanship

Ruedisueli denkt dat jongere vliegers dat anders kunnen beleven. “Zij hebben niet de cockpitervaring met andere toestellen. Hun referentiekader is niet hetzelfde; dit is dé manier waarop ze leren vliegen. Gaaf natuurlijk, maar des te belangrijker is het om ze goed airmanship bij te brengen. Je vliegt met een wapensysteem op allerlei hoogtes door internationaal luchtruim; omgevingsbewustzijn is dan het meest belangrijk. Vanuit een toestel gaat dat iets makkelijker; je ervaart dan direct de weersomstandigheden en weet welke andere spelers in de buurt vliegen. Daarentegen moeten wij die informatie in de container opzoeken. Wel zien we bijvoorbeeld dankzij camera’s direct wat het weer ter plaatse doet. Ook dat is een extra handeling die het vliegen iets complexer, maar tegelijkertijd ook interessant maakt.”

Personeel dat werkt aan het opstarten van een MQ-9.
De MQ-9 komt tot leven. Het besturen van het toestel op de basis in Roemenië gebeurt ter plaatse. In de lucht neemt Leeuwarden het over.
Het embleem van 306 Squadron.
Beeld- en inlichtingenanalisten van 306 Squadron werken met processing, exploitation and dissemination-capaciteit (PED) om inlichtingenproducten te verwerken, exploiteren en verspreiden.

Missie

De MQ-9 Reapers dienen als oren en ogen van de NAVO. Epicentrum voor de operatie van 306 Squadron is de basis Câmpia Turzii nabij de stad Cluj Napoca in het noordwesten van Roemenië. Vliegend in toegewezen corridors verzamelen de MQ-9 Reapers informatie over manoeuvres van Russische en Oekraïense troepen en schepen. De situatie rond civiele en militaire infrastructuur en bij mogelijke doelwitten wordt ook in de gaten gehouden. Denk aan radarstations, raketlanceerinrichtingen en vliegvelden.

De opnamen gaan voor een analyse naar de inlichtingensectie van 306 Squadron op Leeuwarden. Als dat nodig is, stuurt die ze onder het motto ‘dit moet u weten’ in samenwerking met de Directie Operaties (DOPS) van Defensie en het National Air and Space Operations Center van het Commando Luchtstrijdkrachten naar de NAVO.

Hoe werkt dat, een Reaper die vliegt in Roemenië, terwijl de besturing in Nederland plaatsvindt? Bekijk het in deze infographic.

‘Collega’s die de missie vanuit Nederland ondersteunen’

Weersinvloeden

Ruedisueli vloog zelf 27 jaar in de F-16 en werd in 2019 opgeleid tot MQ-9 vlieger. Vijf jaar geleden ging hij dus van cockpit naar zeecontainer. “We gaan nog steeds lerend voorwaarts. De eerste ervaringen met het onbemande toestel deden we op in Curaçao, een totaal andere omgeving dan Oost-Europa. Voor elke vlucht, waar dan ook, maken we een risicoanalyse. Eén van de belangrijkste dingen daarbij zijn de weersomstandigheden. Bij een verkeerde afweging kun je namelijk flink in de problemen raken. Hoe vaker we vliegen, hoe beter we de weersinvloeden kunnen inschatten. De leercurve is steil. Dat is ook te danken aan alle collega’s die de missie vanuit Nederland ondersteunen: Intel, operationele IT, netwerkbeheer. Er zijn genoeg specialisten bij betrokken.”

Een taxiënde MQ-9.
De MQ-9 Reaper vliegt zes dagen in de week. Als 306 Squadron voldoende vliegers heeft, is het doel zeven dagen in de week. Ruedisueli: ‘Defensiebreed kampen we nu eenmaal met personeelstekorten’.
Commandant 306 Squadron luitenant-kolonel Jan Ruedisueli ging als F-16 vlieger van cockpit naar zeecontainer, nu hij de MQ-9 Reaper bestuurt vanuit Leeuwarden. Foto: sergeant-majoor Cristian Schrik.

Nieuw wapensysteem

Dat geldt ook voor het personeel in Roemenië, waar enkele tientallen luchtmachtmilitairen zorgdragen voor de MQ-9 Reaper. “Een jonge club mensen van de bases Eindhoven, Gilze-Rijen, Leeuwarden en Woensdrecht. Voor de meesten geldt het als een mooie kans voor een eerste missie. Dankzij het werk van collega’s van logistiek en onderhoud op Câmpia Turzii is 306 Squadron in staat de operatie uit te voeren. De rest van het detachement bestaat uit bewakers met honden, koks en IT’ers. “Dankzij deze uitzending raken die allemaal bekend met het nieuwe wapensysteem. De Reaper is toch nog een beetje een vreemde eend in de luchtmacht bijt. ‘Wat is-ie groot’, hoor ik nog steeds collega’s roepen. Ze zijn verbaasd als ze zien dat het toestel twintig meter breed en acht meter lang is.”

Keukenpersoneel aan het werk in een keuken.
Ook dankzij ingevlogen Nederlands keukenpersoneel blijft het moreel op Câmpia Turzii hoog, volgens commandant Ruedisueli.

‘Hoe meer inzet van NAVO-partners, hoe beter’

Verlenging

Ruedisueli bezoekt de collega’s in Roemenië regelmatig. “Om in de gaten te houden hoe het met ze gaat en natuurlijk om de missie te volgen. Tegen de achtergrond van de oorlog in Oekraïne laten we als NAVO-partner onze ondersteuning aan de oostgrens zien”, onderstreept hij Hoofdtaak 1. Tegen het einde van het zesmaandse verblijf van het Nederlandse detachement op Câmpia Turzii, binnenkort, valt het besluit of de inzet wordt verlengd. “Ik weet in ieder geval dat iedereen hier in Roemenië blij is met onze bijdrage”, besluit Muezli. “Hoe meer inzet van NAVO-partners, hoe beter.”

Na een missie, bestuurd vanuit Nederland, weer veilig terug boven Câmpia Turzii.