09

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 07 | 2024

8 dingen die je wil weten

.

Tekst: Arno Marchand

x
Leestijd: 6 minuten

Vierde Patriot fire unit geactiveerd

Het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) werd op 1 juli uitgebreid een vierde Patriot fire unit voor 802 Squadron. Op dezelfde dag werd ook 12 Luchtverdedigingsbatterij van de landmacht opgericht. Luchtverdediging is belangrijker dan ooit tevoren en daarom breidt het DGLC uit.
Volgens Commandant DGLC kolonel Jos Kuijpers is het geen geheim dat Nederland serieus tekortschiet met de luchtverdediging. “De schaarste wordt gezien als een van de kwetsbaarheden van de NAVO. Nu Oekraïne wordt bestookt met luchtaanvallen, er onrust is in Jemen en Israël onlangs werd aangevallen met meer dan driehonderd Iraanse drones en raketten, is duidelijk hoe groot het belang van luchtverdediging is. We moeten ons land, dat van onze bondgenoten en alle kritieke infrastructuur kunnen beschermen. Het is daarom hoog tijd om het DGLC te versterken. Vroeger beschikten we al over vier Patriot fire units. Eén daarvan werd wegbezuinigd, maar het materieel hadden we nog. Veel kennis hebben we hier binnenshuis gehouden dus we kunnen snel opschalen.” Foto’s: sergeant-majoor Aaron Zwaal

NH90 op grootste marine-oefening ter wereld

Een NH90 en een boordvliegploeg van 980 Squadron namen in juli deel aan de grootste marine-oefening ter wereld: Rim of the Pacific, kortweg Rimpac. Nederland was een van de 29 deelnemende landen in de wateren rond Hawaii. De deelname hieraan volgt op die aan Pacific Archer, zie de vorige editie van de Vliegende Hollander.
De NH90 die aan boord stond van luchtverdedigings- en commandofregat Zr.Ms. Tromp, werd ingezet voor onderzeebootbestrijdingsoefeningen maar ook voor logistieke ondersteuning en personeelsvervoer. Aan Rimpac deden veertig schepen en meer dan 170 vliegtuigen en landeenheden mee. Uit Europa waren dat naast Nederland, België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk en Italië. Met deelname aan RIMPAC versterkt Nederland de militaire relaties met bondgenoten en de samenwerking met nieuwe. Foto’s: sergeant-majoor Aaron Zwaal

Na een jaar wereldwijde levering F-35 hervat

Na bijna een jaar mogen sinds 3 juli weer nieuwe F-35’s worden afgeleverd. Luitenant-generaal Michael J. Schmidt, F-35 Program Executive Officer, gaf daarvoor op die dag zijn akkoord. Afleveringen van nieuwe F-35’s lagen al sinds juli 2023 stil. Dat kwam door certificeringsproblemen van de nieuwe software Tech Refresh 3 (TR-3). Nu is door het Joint Program Office (JPO) dat het wereldwijde F-35-programma managet, de ‘ingekorte’ TR-3-software goedgekeurd.
F-35’s werden wel gebouwd, maar in afwachting van het vrijgeven van de nieuwe software opgeslagen. Meer dan negentig exemplaren stonden te wachten op aflevering aan Amerikaanse en andere gebruikers, waaronder de Koninklijke Luchtmacht. Vliegtuigbouwer Lockheed Martin heeft aangegeven dat het de F-35's kan leveren met een snelheid van één toestel per dag. De Amerikaanse rekenkamer wees er echter op dat het bedrijf dat tempo nog nooit eerder heeft bereikt. En zelfs als het lukt, dan nog duurt het ruim een jaar om de leveringen in te halen omdat ondertussen ook weer nieuwe toestellen worden geproduceerd.
Op de foto de laatst afgeleverde Nederlandse F-35, de F-040 die op 31 juli vanuit Cameri in Italië op Leeuwarden aankwam. Foto: Rob Loonstra

Gezamenlijke aanschaf C-390 ondertekend

Zoals al eerder bekend gesteld, schaffen Nederland en Oostenrijk samen in totaal negen Embraer C-390 Millenniums aan. Het contract voor de levering aan beide landen werd op 2 juli in het Verenigd Koninkrijk ondertekend op de stand van het Braziliaanse Embraer tijdens de Farnborough Airshow.
Van deze negen militaire transportvliegtuigen zijn er vijf voor de Koninklijke Luchtmacht bestemd en vier voor Oostenrijkse. In beide gevallen vervangen ze verouderde C-130’s. De samenwerking met Oostenrijk kwam vorig jaar tot stand. Het biedt grote schaalvoordelen voor zowel de aankoop als de toekomstige instandhouding van de toestellen. De gezamenlijke aankoop stelt beide landen bovendien in staat ervaringen en onderdelen uit te wisselen. De overeenkomst voorziet naast de vliegtuigen ook in trainingen, reservedelen en ondersteunend materieel. Nederland is verder voornemens een simulator te kopen.
Naar verwachting worden de eerste drie vliegtuigen voor de Koninklijke Luchtmacht eind 2027 geleverd. Foto: Embraer

Europees F-16 trainingscentrum levert eerste vliegers af

Het Europese F-16 trainingscentrum (EFTC) in Roemenië heeft op 26 juli de eerste geslaagde F-16-vliegers afgeleverd. De Roemenen zijn gevechts-gereed verklaard en nu operationeel inzetbaar. Nederland heeft een belangrijke rol gespeeld bij het opzetten van het EFTC en levert in totaal achttien F-16s's.
De volgende lichting Roemeense vliegers is inmiddels al begonnen. Op termijn volgt ook het opleiden van Oekraïense militairen tot F-16-vlieger. Naast de F-16’s voor het trainingscentrum levert Nederland er ook 24 aan Oekraïne. Samen met Denemarken en de Verenigde Staten leidt Nederland de Europese inspanningen voor F-16-capaciteit voor Oekraïne. Vanwege de operationele veiligheid wordt terughoudend gecommuniceerd over het leveren van de toestellen. Dit is ook op uitdrukkelijk verzoek van Oekraïne (zie bericht in In-Formatie). Foto: EFTC

Nieuwe tijdelijke radar Nieuw Milligen

Op het Air Operations Control Station Nieuw Milligen bewaakt sinds 1 augustus een nieuwe radar het luchtruim in Nederland. Het gaat om de Ground Master 400a van fabrikant Thales. Deze vervult de taken tot het nieuwe SMART-L-radarstation in Herwijnen operationeel is.
Net als de mobiele NAVO-radar die de afgelopen vier maanden dienstdeed, is de Ground Master een interim-oplossing voor de Medium Power Radar. Die werd eind maart na 52 jaar buiten dienst gesteld. De SMART-L al sinds 2021 operationeel in Wier in Friesland. De Ground Master 400a is qua techniek vergelijkbaar met de SMART-L, alleen compacter en transporteerbaar. De SMART-L is bovendien breder inzetbaar. Deze kan op langere afstanden ook ballistische raketten detecteren en volgen.
Met beide typen radars bewaakt Defensie het Nederlandse deel van het NAVO-luchtruim en begeleidt militaire luchtoperaties. Ook ondersteunt de krijgsmacht er civiele partijen mee zoals politie en andere opsporingsdiensten. Foto's: sergeant-majoor Aaron Zwaal

MMU neemt deel aan oefening Pacific Skies

Honderden gevechts-, transport- en tankvliegtuigen uit vier continenten participeerden in augustus in de grootste luchtoefening ooit: Pacific Skies. Ook tanker van de Multinational MRTT Unit (MMU) op Vliegbasis Eindhoven werd ingezet, inclusief een aantal Nederlandse militairen.
De MMU is een gezamenlijke vliegtuigenpool van A330 MRRT tank- en transportvliegtuigen. Zes Europese partners nemen deel aan dit internationale samenwerkingsverband, waaronder Nederland. Naast personeel, levert Nederland ook een bijdrage in vlieguren. Tijdens de oefening Pitch Black in Australië, dat onderdeel is van Pacific Skies, neemt Nederland een groot gedeelte van de vlieguren voor haar rekening. Foto: Bundeswehr

Stoffelijke resten gevonden bij berging

Tijdens de berging van een Duitse Messerschmitt Bf 109 in de buurt van het Noord-Friese Hallum zijn op 8 augustus stoffelijke resten gevonden. Ze zijn naar alle waarschijnlijkheid van de vlieger die tijdens de Tweede Wereldoorlog met zijn toestel neerstortte. Het joint vliegtuigbergingsteam van Defensie en een civiele aannemer begonnen op 1 augustus met het opgraven van het vliegtuigwrak.
Of de stoffelijke resten inderdaad van de 21-jarige onderofficier Georg Wilhelm zijn die op 16 juli 1943 crashte, gaat de Bergings- en Identificatiedienst van de Koninklijke Landmacht onderzoeken. De gemeente heeft de nabestaanden van de Duitse militair van de vondst op de hoogte laten brengen. Dat gebeurde via de Stichting Missing Airmen Memorial Foundation.
Op 1 augustus startte Defensie ook met de berging van een Vickers Wellington vlakbij Holwert. Aan boord zaten vijf bemanningsleden. De bommenwerper ligt op een lastige plek, in een zeedijk. Daarvan moet bijna honderd meter worden afgegraven. Defensie krijgt hierbij hulp van specialisten van Rijkswaterstaat en het Waterschap. Omdat er (mogelijk) stoffelijke resten aan boord zijn, maken beide operaties deel uit van het Nationaal Programma Kansrijke Bergingen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog crashten in Nederland zo’n zesduizend vliegtuigen. Uiterlijk 1 oktober moeten alle werkzaamheden zijn afgerond. Foto’s: John van Helvert