Tekst kapitein Djenna Perreijn
Foto uit collectie Martine Verhulst
Air Attaché in Londen
Ver buiten de landsgrenzen, bij een ander krijgsmachtdeel, een overheidsinstelling of in het bedrijfsleven: luchtmachters zetten zich overal in voor Defensie. In deze rubriek vertellen zij over hun bijzondere plaatsing.
Wie: Luitenant-kolonel (Wing commander) Martine Verhulst (46)
Functie: Air Attaché
Standplaats: Londen
‘De functie van Air Attache is hier nieuw’
Op een half uurtje fietsen van de Nederlandse ambassade in Londen woont luitenant-kolonel Martine Verhulst sinds juni met haar echtgenote en drie honden. Een ‘fijn huis in een prettige buurt’, maar vanzelf ging de zoektocht naar een geschikte plek niet. “De functie van Air Attache is hier nieuw, ik had dus geen voorganger wiens huis we konden overnemen. De zoektocht vanuit Nederland ging moeizaam; ook hier moet je er snel bij zijn en zelfs overbieden om een kans te maken. Daarnaast zijn Britten weliswaar dol op honden, maar zijn huizen met tuinen schaars.
Je kunt vooraf niet bedenken hoe het is om in een ander land te wonen en werken. Je wilt snel aan je nieuwe baan beginnen, maar werkende WiFi, geschikte verzekeringen, een nieuwe huisarts: veel praktische zaken zijn niet zo vanzelfsprekend en eenvoudig geregeld als thuis. Mijn motto in het begin was: ‘als er elke dag iets lukt dan is het goed’.”
‘Natuurlijk zijn wij Nederlanders wat direct, maar dat kun je aanpassen’
Oordeel uitstellen
Inmiddels is Verhulst helemaal gesetteld. “In de cultuurtraining voorafgaande aan de emigratie leerde ik dat Britten gereserveerd zijn, moeilijk ‘nee’ zeggen en dat je vooral goed moet luisteren naar wat er níet wordt gezegd. Daar merk ik niets van. In onze wijk wonen weinig andere expats, maar we hebben veel aanspraak met locals. Ze maken graag een praatje, vragen bijvoorbeeld wat we van de politieke toestand in het Verenigd Koninkrijk vinden. Daar antwoorden we diplomatiek op.”
Ook op de ambassade, één van onze grootste in de EU, gaat het netwerken snel. “In mijn functie zoek ik naar kansen om samen te werken, onder meer met de Britse luchtmacht. Dat kan alleen met een goed opgebouwd netwerk. Natuurlijk kunnen wij Nederlanders wat direct zijn, maar als je je ervan bewust bent, kun je dat aanpassen. Ik vind het een leuke uitdaging om in een andere cultuur te zoeken naar hoe ik op een efficiënte manier aan m’n informatie kom. Relaties opbouwen is niet zo ingewikkeld. Ik vind het leuk om nieuwe mensen te leren kennen, maar Britten moet je een beetje kunnen lezen. Geduld is daarbij belangrijk. Vaak helpt het om je wat diplomatieker op te stellen. Door de tijd te nemen en veel te vragen en te luisteren, stel ik mijn mening of oordeel even uit.”
‘Ik vind discussies met mensen uit een heel andere cultuur interessant’
Invloed uitoefenen
Zo probeert Verhulst tot samenwerkingen te komen. Die interesse voor internationale betrekkingen wordt aangewakkerd tijdens haar master bestuurskunde. “Ik ben bijvoorbeeld nieuwsgierig hoe we als klein land invloed kunnen uitoefenen bij grote, internationale vraagstukken. Door uitzendingen naar Afghanistan groeide de belangstelling om internationaal te werken. “Ik vind discussies met mensen uit een heel andere cultuur interessant. Ze kijken zo anders naar de wereld en dat maakt dat je soms tot andere uitkomsten komt die rijker zijn dan dat je in eerste instantie dacht. Natuurlijk is het soms ook lastig, maar dan zoek ik waar we overeenkomsten kunnen vinden om daarop de focus te leggen.”
Nadat Verhulst in 2016 de Hogere Defensie Vorming afrondt in Noorwegen, groeit de belangstelling voor een buitenlandplaatsing. “In Groot-Brittannië komt veel samen omdat er op het politiek-militaire snijvlak veel gebeurt. Dat spreekt me enorm aan.” De Brexit brengt nog steeds ingewikkelde gevolgen met zich mee, er is een troonwisseling geweest en na tal van schandalen trad de nieuwe premier al na 45 dagen af. “En dan is er natuurlijk een oorlog aan de gang. Bij interne overleggen worden veel actualiteiten besproken en geduid, dus hoewel ik niet overal bij inhoudelijk betrokken ben, krijg ik er veel van mee. Dat is belangrijk om zaken op mijn terrein toe te lichten en eventueel advies naar Nederland over te brengen.”
Op het militaire vlak weten beide landen elkaar goed te vinden
Flinke bijdrage
Internationaal optrekken is volgens Verhulst meer dan ooit noodzakelijk. “We kunnen niet zonder, dat onderschrijft ook de nieuwe Defensienota. Het Verenigd Koninkrijk is een strategische partner. Sinds de Brexit intensiveren ze meer en meer de betrekkingen.” Op het militaire vlak weten beide landen elkaar goed te vinden. “Wij maken deel uit van de door de Britten geleide snelle Europese reactiemacht Joint Expeditionary Force en Nederland levert met Operatie Interflex in het Verenigd Konijkrijk een flinke bijdrage aan het opleiden van Oekraïners tot infanteristen.”
Daarnaast zijn de Britten net als de Nederlandse luchtmacht in bezit van de F-35 en de MQ-9 Reaper. “We kunnen samen oefenen en van elkaar leren tijdens bilaterale bijeenkomsten. Dat geldt niet alleen voor operators, ook techneuten wisselen graag waardevolle kennis uit. Ook op het gebied van helikopters en het space-domein liggen samenwerkingen voor de hand.”
‘Zulke bijdrages vind ik heel eervol’
Erkenning en waardering
Verhulst heeft niet alleen een rol als het om potentiële samenwerkingen gaat. Hedendaagse uitdagingen vereisen ook oog voor andere thema’s. “Zoals diversiteit, inclusiviteit en hoe we omgaan met veteranen. Men dealt hier met soortgelijke kwesties: hoe zorg je dat je in de toekomst goed en opgeleid personeel hebt. Dat je wendbaar en innovatief kunt zijn. Daarover praat ik hier met collega’s, rapportages stuur ik naar Nederland zodat ze er daar iets mee kunnen.”
Naast het onderzoeken van kansen voor nieuwe samenwerkingen, heeft Verhulst ook een signalerende, adviserende en verbindende rol voor het versterken van de Brits-Nederlandse samenwerking in een bredere zin. “Zo heeft Nederland ten noorden van Londen ereveld Mill Hill. Hier liggen Nederlandse oorlogsslachtoffers begraven. “Recent speechte ik bij de jaarlijkse bloemenceremonie. Tachtig kinderen van basisscholen uit de buurt legden bloemen op de Nederlandse graven. Verhalen van slachtoffers die op het ereveld hun laatste rustplaats hebben werden verteld. Zulke bijdrages vind ik heel eervol.”