Tekst Jopke Rozenberg-van Lisdonk
Foto sergeant-majoor Jan Dijkstra
‘Op missie zijn we op onszelf aangewezen’
De meest innovatieve onderhoudswerkplaats voor defensiewielvoertuigen vind je op Gilze-Rijen. Opmerkelijk, aangezien wielvoertuigen niet de core business van de luchtmacht zijn. Toch is het de eerste defensielocatie waarop de spiksplinternieuwe Scania Gryphus wordt onderhouden door militair personeel. Daarmee is het 930 Squadron een voorbeeld voor landmacht en marine. Medio oktober werd de officiële opening gevierd.
‘Bang dat 930 de sfeer van een groot productiebedrijf zou krijgen’
De luchtmacht neemt slechts tien procent in gebruik van de drieduizend nieuwe vrachtwagens die Defensie krijgsmachtbreed koopt. Het overgrote deel is bestemd voor de landmacht. Maar omdat Vliegbasis Gilze-Rijen al de modernste onderhoudswerkplaats heeft, wordt die als eerste omgebouwd naar de strenge normen van Scania. Het is een keuze van de projectorganisatie die onder leiding staat van de landmacht. De luchtmachttechneuten kun je op dat moment niet blijer maken.
Onder supervisie
De vreugde is even voorbij als de monteurs horen dat hun werk onder supervisie van Scania komt te staan. ‘Gaat een burger mij binnen de muren van 930 Squadron vertellen hoe ik mijn werk moet doen?!’, is de weerstand onder het overgrote deel van de collega’s. Adjudant Rick Otten weet het nog goed. Hij is hoofd van de werkeenheid mechanica voertuigonderhoud Scania en wordt eind 2019 in de eerste batch opgeleid voor het onderhoud aan de nieuwe voertuigen. “De weerstand was echt heel groot”, benadrukt hij. “Collega’s waren bang dat 930 de sfeer zou krijgen van een groot productiebedrijf.”
‘Een periode van trial and error’
Samen pionieren
Maar niets blijkt minder waar. Er ontstaat juist een sfeer van ‘samen pionieren’. “Samen met Scania onderzochten en ontdekten we wat de beste manier van samenwerken en het onderhouden van de speciale defensievoertuigen was”, vertelt Otten enthousiast. “Een periode van trial and error.”
Supervisor Toine Kokke, van Scania, wordt een vast gezicht op de werkvloer en blijkt zich helemaal niet te gedragen als vervelende controleur. “Hij was al snel een soort derde floormanager die oplossingsgericht werkt en snel schakelt met het moederbedrijf”, vervolgt Otten. “Samen met ons pakte hij de kinderziektes aan waar we tegenaan liepen met de nieuwe voertuigen. En de reserveonderdelen die hij bestelt, worden de volgende dag al geleverd. Dat was met de sterk verouderde DAF wel anders, daarvan was niet alles meer op voorraad of in productie. Al snel liep de samenwerking met Scania heel soepel en ontstond er een wederzijdse vertrouwensband.”
Op missie
De supervisie van Scania is onderdeel van het prestatiecontract. Daarin staat dat de dagelijkse inzetbaarheid op 95 procent moet liggen. Scania is daarvoor verantwoordelijk, dus controleren ze het werk van de militairen. Echter, het gros van de vrachtwagens wordt door Scania zelf onderhouden in eigen garages. Waarom neemt de leverancier dan niet het totale onderhoud voor zijn rekening? Dat komt omdat de prestatieafspraak alleen geldt in vredesomstandigheden. “Zodra een voertuig op missie gaat, wordt die uit het contract gehaald”, legt hoofd productverantwoordelijke eenheid (PVE) mechanica kapitein Stijn Lemmers uit. “Scania is dan niet meer verantwoordelijk voor de inzetgereedheid. Op missie zijn we op onszelf aangewezen en moeten we de voertuigen zelf onderhouden. Deze werkplaats is er dan ook met name op gericht om ervaring en kennis op te bouwen én in stand te houden onder het militaire personeel, zodat we overal ter wereld volgens de eisen van Scania aan de wagens kunnen sleutelen.” Of het voertuig na de missie weer aan de vloot wordt toegevoegd, hangt af van de staat waarin het terugkeert. “Mogelijk heeft een wagen daarvoor teveel geleden.”
Dealers
Om het militaire monteursbestand dat op uitzending kan zo groot mogelijk te maken, zijn de voertuigonderhoudswerkplaatsen op de velden flink gekrompen. “Voorheen had ieder veld zijn eigen monteurs voor de DAF-voertuigen op het veld”, licht Lemmers toe. “Nu ondersteunen wij vanuit het Defensie Helikopter Commando (DHC, red.) de hele luchtmacht met het onderhoud van de Scania Gryphus in missiegebieden. En geloof me, als er twee missies tegelijk draaien, ben je zo door je personeel heen met al die rotaties.” Tijdens de meeste oefeningen in het buitenland kan Defensie wel terugvallen op Scania. Niet alleen omdat het in vredesomstandigheden plaatsvindt, maar ook omdat het bedrijf in de meeste EU-landen dealers heeft zitten. Otten: “Wij gaan wel altijd mee voor een eerste storingsreactie. Soms betreft het iets kleins dat wij snel zelf kunnen verhelpen. Is er meer aan de hand, dan lost Scania het op. Behalve natuurlijk als wij zelf op oefening zijn om onderhoud te leren plegen alsof wij zelf op missie zijn.”
‘Het is de standaard in de burgermaatschappij’
Zwaar achterhaald
Iedere onderhoudsmonteur wordt dan ook allround opgeleid. Daarvoor volgen ze een opleiding van zes weken bij Scania en gaan ze vier weken op stage bij een Scaniadealer. Of de high tech van de Scania’s veel ingewikkelder is dan de ruim dertig jaar oude DAF’s? Het is vooral anders, volgens Lemmers. “Bij de DAF was alles mechanisch. Ging er iets stuk dan was het vaak een kwestie van het kapotte onderdeel opzoeken en vervangen. Bij de Scania moet je een analyse uitvoeren via een computer. Het systeem geeft aan wat er mis is. Daarmee heb je een indicatie van wat er stuk is, maar het kan ook een symptoom zijn van een groter probleem. Eigenlijk werkt het bij ieder voertuig van deze tijd zo, ook bij personenauto’s. De jonge garde is hierin opgeleid. Het is de standaard in de burgermaatschappij. Het systeem van de DAF’s was echt zwaar achterhaald.”
Prioriteiten
“Iedereen was daarop uitgekeken”, weet Otten. “Alles om je heen zie je veranderen, de technieken worden alsmaar moderner en hier stonden we stil. De monteurs zijn blij met deze flinke stap vooruit. En de supervisie vanuit Scania hoort er inmiddels gewoon bij en vinden de meesten zelfs zeer prettig. Kijk, de zeggenschap over het personeel ligt verder gewoon bij mij. Wij bepalen zelf onze prioriteiten en planning. Als wij tussendoor functiegerelateerde sportlessen willen volgen, dat zijn met name core stability-trainingen, dan doen we dat. Dat zullen ze bij Scania niet doen. Maar voor ons is het onderdeel van ons werk en onze inzetgereedheid. Wat dat betreft zijn we dus nog gewoon een militair bedrijf.”
State owned workshop
De Scania onderhoudswerkplaats bij het DHC is de eerste binnen Defensie. Officieel noemt Scania het een ‘state owned workshop’ (SOW). Momenteel worden er ook SOW’s opgestart op het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando en op de marinierskazerne in Doorn. Landmachtmilitairen werken voorlopig op een civiele Scania onderhoudswerkplaats in Zwolle.