Tekst Evert Brouwer
Foto sergeant-majoor Mike de Graaf

MQ-9 bewijst waarde in Caraïben

x
Leestijd: 6 minuten

De zon schijnt niet altijd over 306 Squadron op Curaçao. Zo naar het einde van het jaar wil het wel eens spoken op de benedenwindse eilanden en dat heeft direct gevolgen voor de opleiding en training voor de MQ-9 Reaper. “Je moet hier constant op het weer letten, want het kan van het ene op het andere moment losgaan”, is de ervaring van kapitein Bram, site lead op de Amerikaanse Forward Operating Location (FOL) naast Vliegveld Hato.

De MQ-9 wordt voorbereid op een nieuwe oefenvlucht op de Forward Operating Location op Curaçao.

‘Het nieuwe toestel kent heel andere voorwaarden’

Operatie Caribbean Reaper, ofwel: de Operational Test & Evaluation (OT&E), zoals het proces officieel heet, heeft ook te maken met die onzekerheid. De weeromslag op Curaçao, als trainingsplek juist uitgekozen vanwege de gunstige omstandigheden, mag geen verrassing heten. Het Commando Luchtstrijdkrachten heeft met onder meer 336 Squadron een verleden op Curaçao en de marine zit er al sinds mensenheugenis. Maar het nieuwe toestel kent heel andere voorwaarden dan andere gevleugelde toestellen of helikopters die daar gestationeerd zijn. Denk alleen al aan de tijdelijke onderkomens voor mens en materieel op de grond.

Het onderkomen van 306 Squadron op Curaçao begin dit jaar. Inmiddels zijn de containers op een verhoging gezet om overvloedige regenval aan te kunnen. Foto: sergeant-majoor Aaron Zwaal

“Bij de eerste dreiging van storm en regen leggen we het stormplan naast de weervoorspellingen en beoordelen we hoe we onze spullen hiertegen gaan beschermen”, legt Bram uit. “Afhankelijk van de voorspellingen worden delen van de infrastructuur afgebouwd of ingepakt. Helaas is het weer onvoorspelbaar en kan een storm ook zwaarder uitpakken. Het is de kunst om hier rekening mee te houden, zodat na de storm alles zo snel mogelijk weer up and running is.” Extra uitdaging: de compound ligt op een van de laagste punten van het terrein. Bram: “Dankzij lessons learned na eerdere regenbuien en stormen zijn een aantal onderkomens en stroomvoorzieningen nog verder opgehoogd.”

Sergeant 1 Nic, hond Spike en korporaal 1 Rowan van de OGRV-Zuid zorgen dat het veilig is en blijft op de FOL.

‘De Reaper is geen speelgoed’

Ervaren

Het is nog vroeg in de ochtend als de hangar met twee MQ-9’s na een regenachtige nacht opengaat. Er kan worden gevlogen. Hondengeleider sergeant Nic met de Mechelse herder Spike en korporaal 1 Rowan van de Object Grondverdediging (OGRV)-Zuid houden een oogje in het zeil. “Een prachtbaan”, omschrijft oud-landmachter Nic zijn werk. Het is een van de laatste opdrachten voor de nog altijd speelse Spike (bijna negen jaar oud) die na meer dan zes jaar trouwe dienst met pensioen mag. Baasje en hond hebben een enerverende geschiedenis samen. “We zijn net terug uit Mali. Daarvoor heeft onze vlucht nog geholpen in Pakistan bij de evacuatie van Nederlanders uit Afghanistan en bij de bosbranden in Albanië. Het is veelzijdig werk en we hebben er allebei plezier in.” En straks? “Spike blijft bij me en ik neem geen nieuwe hond aan. Maar ik blijf zeker bij de OGRV.”

De MQ-9 staat met de neus in de wind om de sensoren zoveel mogelijk te koelen.

Ondertussen is de MQ-9 vlieggereed gemaakt door een aantal Amerikaanse specialisten en niet te vergeten sergeant-majoor Roelof. Een onderdeel dat moet worden vervangen is binnen, maar de papieren zijn nog niet rond. Hij is de spin in het web; de liaison tussen operaties en onderhoud, dat wordt uitgevoerd door een handjevol Amerikaanse contractors. “Hier gaat het wel even anders”, zegt hij. Voorheen was hij namelijk wapentechnicus op de F-16. “Dan gingen vier of zes toestellen de lucht in en stond er honderd man klaar op de grond om alles te regelen. Maar prachtig werk. Mij hoor je verder niet klagen.”

Onderhoud op Hato gebeurt door Amerikaanse contractors en eigen personeel van 306 Squadron. Foto’s: sergeant-majoor Aaron Zwaal

Verantwoordelijkheid

Klagen, dat doen ook vlieger majoor ‘Weirdo’ en sensor-operator sergeant 1 Timo niet. “Dit, onbemand, is de toekomst van de krijgsmacht”, zegt Weirdo die bijna niet kan wachten tot volgend jaar de eerste daadwerkelijke opdrachten binnenkomen. Hij heeft na een korte carrière op de P-3C Orion van de Marineluchtvaartdienst een aantal conversies gedaan. Zoals naar achtereenvolgens de E-3 Sentry, de PC-7 en de Cougar. Met ruim 7.000 vlieguren op zijn naam is hij bepaald geen nieuwkomer in het luchtruim. “Het was een bewuste keuze om over te stappen naar de MQ-9. Dit is óók echt vliegen en dat realiseer je je meteen als je in de cockpit zit. Behalve dat je niet beweegt of de motoren hoort, is het gevoel hetzelfde. Het is ook een grote verantwoordelijkheid; het is geen speelgoed. De Reaper is een groot toestel. De wingspan is bijvoorbeeld groter dan die van een F-16. Je moet er dus niet aan denken dat zo’n vliegtuig ergens tegenaan botst.”

Een MQ-9 gaat op de luchthaven van Curaçao op weg naar een volgende oefenvlucht.

Blokken

Samen met Timo en de analisten in de PED-cell (processing, exploitation and dissemination) vormt Weirdo een team dat informatie van levensbelang voor ‘de grond’ kan leveren. De vlieger en de sensor-operator opereren zij-aan-zij vanuit het bijbehorende Ground Control Station (GCS). Die kan in het operatiegebied staan, zoals op Hato, of op grote afstand zoals straks in Leeuwarden.

Aan het einde van de middag keert een Reaper terug van een lange vlucht boven de Caraïben.

Sensor-operator Timo, met een verleden bij de luchtmobiele brigade en de luchtverkeersleiding, heeft flink moeten blokken voor zijn functie. “Het is een zware selectie, met een test bij het Centrum voor Mens en Luchtvaart én een vliegmedische keuring. In december vorig jaar heb ik mijn opleiding afgerond en dit is al de derde keer op Curaçao voor ons.” Dat reizen is straks verleden tijd als de accommodatie in Leeuwarden klaar is. “Het gaat nu om het valideren van onze procedures. De Verenigde Staten, Spanje en Frankrijk vliegen al langer met de MQ-9, maar hebben andere SOP’s (standard operating procedures), weet Timo.

Civiel vliegtuig taxiet achter een stilstaande Reaper.
Terwijl de civiele lijndiensten gewoon doorvliegen taxiet een Reaper op het FOL-deel van Hato naar het werkgebied van 306 Squadron.

‘Een langer verblijf van de MQ-9 zou zeer welkom zijn’

Welkom

Die procedures zijn op Curaçao uit en te na getest, zoals begin deze maand met onder andere joint tactical air controllers (JTAC’ers) van het Korps Mariniers. Een primeur: “De MQ-9 is voor ons een asset van betekenis, een ideaal platform”, legt kapitein der mariniers Rick uit. “Het vliegtuig kan lang blijven hangen en heeft dus minder haast dan een gevechtsvliegtuig of een helikoper als de Apache.” En hij is niet de enige marinier die uitkijkt naar de komst van de nieuwste MQ-9’s, Block 5. Ook Commandant der Zeemacht in het Caribisch Gebied brigadegeneraal der mariniers Frank Boots is bijzonder in zijn schik met de tijdelijke OT&E-aanwezigheid en de capaciteiten van de Reaper. “De MQ-9 levert een waardevol aandeel in de luchtwaarneming en kan zo bijdragen aan het informatiegestuurd optreden in de Carib. Een langer verblijf van de MQ-9 zou wat mij betreft zeer welkom zijn.”