Tekst kapitein Bianca Brasser
Foto DACCC
Commandant DACCC in Poggio Renatico
Ver buiten de landsgrenzen, bij een ander krijgsmachtdeel, een overheidsinstelling of in het bedrijfsleven: luchtmachters zetten zich overal in voor Defensie. In deze rubriek vertellen zij over hun bijzondere plaatsing.
Wie: Generaal-majoor Denny Traas
Functie: Commandant Deployable Air Command and Control Centre (DACCC)
Standplaats: Poggio Renatico, Italië
Zo’n veertig kilometer ten noorden van de Italiaanse stad Bologna ligt Poggio Renatico. Daar op de Povlakte, waar de zomers heet zijn en de winters mistig, huisvest het Deployable Air Command and Control Centre (DACCC). Dit NAVO-commando kan binnen enkele dagen waar ook ter wereld worden ingezet om luchtbeeld op te bouwen en luchtoperaties aan te sturen. Ruim tweehonderd collega’s uit zestien landen werken er samen. Aan het hoofd: generaal-majoor Denny Traas.
Inval Rusland
Sinds januari is de Nederlandse generaal commandant van het DACCC. Zijn plaatsing is voor drie jaar. Toen Traas zich eind december samen met zijn vrouw huisvestte in een opgeknapte boerderij in het agrarische gebied van noord-Italië, kon hij niet vermoeden dat er extreem drukke tijden wachtten. De inval van Rusland in Oekraïne maakte zijn werk naar eigen zeggen ‘professioneel gezien nog relevanter en interessanter’.
Na de inval werd Traas door de ‘hoogste luchtbaas van de NAVO’ – de commandant van het Allied Air Command (AIRCOM) in het Duitse Ramstein, waar het DACCC onder valt – aangewezen als zijn vertegenwoordiger in het Joint Forces Command (JFC) in Napels. “Opeens was ik ook Deputy Commander Air, een heel nieuwe rol”, zegt Traas. “Binnen een paar dagen vertrok ik met een team van tien experts van Air C2 (Command and Control, red.) van het DACCC naar het hoofdkwartier van het JFC in Napels.”
‘Ik ben in Napels als het ware de stem van de commandant AIRCOM’
Het JFC in Napels is een internationaal samengesteld NAVO-hoofdkwartier dat joint operaties aanstuurt in landen ten zuiden van de Alpen. In Brunssum bevindt zich ook een JFC; dit focust op het noordelijk deel van Europa. Door de oorlog in Oekraïne is het aandachtsgebied van het JFC in Napels nu vooral Roemenië, Bulgarije en de Zwarte Zee. “Er zitten weinig luchtmachters bij het JFC. Wij adviseren en ondersteunen de commandant, een Amerikaanse viersterren admiraal, op het gebied van luchtoperaties”, legt Traas uit. “Ik ben als het ware de stem van de commandant AIRCOM.”
Hoogste niveau
Vijf weken lang bleef Traas met zijn team in Napels. Daarna ging hij terug naar Poggio Renatico waar hij nog steeds, deels op afstand, deze nieuwe rol vervult. Hij reist eens per maand naar Napels om contacten te onderhouden of vaker als er belangrijke vergaderingen zijn.
Voor Traas biedt zijn functie als Deputy Commander Air een interessante kijk in de NAVO-organisatie. “Ik heb enorme mazzel met deze rol. Ik zit dicht tegen de commandant in Ramstein aan en ben aangeklikt bij de commandant in Napels. Dit is het hoogste operationele niveau binnen de NAVO. Het is mooi om te zien hoe hier besluiten worden genomen en hoe zij hun staven en eenheden aansturen.”
‘Overal ter wereld kunnen wij een gat in de dekking opvangen’
DARS
‘Thuis’ in Poggio Renatico is er voor Traas ook genoeg werk te doen. Het DACCC kent twee operationele, snel inzetbare eenheden. Te beginnen met het DARS. “Een onmogelijke afkorting”, lacht Traas. Voor wie het toch wil weten, DARS staat voor: Deployable Air control center, Recognized air picture production centre, Sensor fusion post.
Kort samengevat is dit een snel verplaatsbare tactische air command and control-eenheid. Vergelijkbaar met het AOCS in Nieuw Millingen, maar dan deployable. Satellietschotels staan op vrachtwagens en ‘state of the art-radars’, zoals Traas ze noemt, kunnen waar de NAVO dat wil snel worden ingezet voor het opbouwen van luchtbeeld. “We hebben het modernste van het modernste aan sensoren”, zegt Traas. “Dit is echt een unieke eenheid binnen de NAVO. Overal ter wereld kunnen wij een gat in de dekking opvangen, bijvoorbeeld als er ergens een radar is uitgevallen of voor specifieke operaties waar geen radarstation in de buurt is.”
Deze eenheid kan ook alle vormen van luchtoperaties aansturen. Zowel luchttransportoperaties als fighter missions en lucht- en raketverdediging. Traas: “Op dit moment zijn collega’s en een deel van de apparatuur in Roemenië om daar tot het einde van het jaar te helpen het luchtbeeld rondom de oostgrens te verstevigen.”
DAOC
De andere operationele eenheid van het DACCC is het DAOC. Het Deployable Air Operations Centre. Een, zoals de naam al doet vernoemen, snel inzetbaar luchtoperatiecentrum. Hier gaat het vooral om de inzet van Air C2- experts (command and contol) die luchtoperaties plannen en aansturen op operationeel niveau. Zo werd de luchtoperatie boven Libië in 2011 aangestuurd door deze eenheid vanuit Italië (destijds nog CAOC-5 geheten). Het team dat op dit moment samen met Traas de commandant in Napels ondersteunt, wordt ook gevormd door mensen van het DAOC.
Alles op orde
“Naast het uitvoeren van de huidige missies, is mijn taak als commandant de operationele gereedheid van het DACCC op peil houden. We hebben deployable eenheden dus alles moet altijd op orde zijn en klaar staan”, zegt Traas. Ondanks de zestien nationaliteiten die onder Traas vallen, noemt hij de aansturing geen uitdaging, maar vooral ‘heel leuk’. “Ja, het ene land spreekt beter Engels dan het andere. Dat hoort erbij, maar zorgt eigenlijk nooit echt voor problemen. Het verschil in nationaliteit levert soms wel een andere kijk op situaties op. Je leert van elkaar en dat is leuk. Onze taak bindt ons. De operationele gereedheid en inzetbaarheid staan altijd voorop. Een nationale kijk op zaken is daaraan ondergeschikt. Soms is het nodig dat nog eens te onderstrepen.”
‘De grens tussen land- en luchtoptreden verdwijnt. Wie heeft het dan voor het zeggen?’
Toekomst
Wie denkt dat het takenpakket van de generaal zo wel compleet is, heeft het mis. Traas houdt zich ook bezig met het toekomstplaatje. “Ik wil dat wij een expertisecentrum zijn op het gebied van air command and control. Binnen de NAVO zijn veel procedures en doctrines verouderd. Met name als je kijkt naar battlemanagement; hoe werken land- en luchtmachteenheden samen? Nieuwe wapens, aan beide kanten, kunnen verder schieten, hoger vliegen en zijn autonomer. De grens tussen land- en luchtoptreden verdwijnt. Wie heeft het dan voor het zeggen? En waar vindt de afstemming plaats? Mijn visie is dat de aansturing van land- en luchtoperaties meer moet integreren. Over de indeling van ons luchtruim ten tijde van oorlog is bijvoorbeeld al lang niet meer nagedacht. Ik merk dat de NAVO daarmee worstelt. Het is interessante materie en het uitbreken van de oorlog in Oekraïne heeft het onderwerp relevanter dan ooit gemaakt. Bij het DACCC zitten experts; we houden procedures tegen het licht en staan in nauw contact met de landcomponent van de NAVO. Zoals het Allied Land Command in Turkije, de evenknie van het Air Command. We zijn net begonnen. Hopelijk kunnen we achterstallig onderhoud van de NAVO een update geven.”