Tekst Arno Marchand
Foto uit collectie Ronald van der Bij

x
Leestijd: 6 minuten

Wie zijn onze luchtmachtbazen? Wat houdt hen bezig, waarvan krijgen ze energie en hoe vullen ze hun vrije tijd? In elk nummer stellen we één van hen aan je voor.

Wie: luitenant-kolonel Ir. Ronald van der Bij (39)
Functie: Hoofd F-35 Logistics Operations Center (LOC) op Vliegbasis Volkel en Logistiek Centrum Woensdrecht
Sinds: 1 juli 2021
Thuisfront: echtgenote Lies (45), zoon Rocco (11), dochter Elle (9) en hond Lola
Woonplaats: Leiden

‘Het grote verschil met andere wapensystemen: bij de F-35 gaat het niet alleen om het vliegtuig’

“Het LOC – spreek uit als lok – is best een bijzondere organisatie. Wij zijn in Nederland de afdeling die zich bezighoudt met de luchtwaardigheid en instandhouding van de F-35. Dat doen we in samenspraak met de militair type certificaathouder van de Defensie Materieel Organisatie. Daarmee zitten we tussen de operationele gebruiker – het CLSK – en het internationale F-35 programma in. Als LOC coördineren wij bijna alles in Nederland voor en met het internationale F-35-programma. Belangrijk én het grote verschil met andere wapensystemen is daarbij dat het bij de F-35 niet alleen om het vliegtuig gaat. Het gaat om het gehele air system. Dat betekent ook de aan het vliegtuig gekoppelde informatiesystemen, support equipment en simulators. Dat geheel moet gemanaged worden. Wat je met je vloot doet en hoe je hem luchtwaardig houdt, bepaal je als CLSK-organisatie zelf. Dat regelen en optimaliseren zodat je voortzettingsvermogen hebt, dat is wat wij doen.”

Ronald op zijn werkplek op Volkel waar hij onlangs ook training system manager eerste luitenant Ramon Bhageleo tot kapitein bevorderde.

“Het LOC is vanuit het F-35 Joint Program Office bedacht. Dat wil met één entiteit per F-35-operator zaken doen: single point of functionality. Elk land heeft dus een LOC en daarmee werken we veel samen. Door van elkaar leren en samen optrekken, behaal je veel winst.

Wij volgen voor het grootste deel de programmalijn, maar in Nederland hebben we zéker nog een eigen rol. Binnen het CLSK zijn wij als eerste wapensysteem gecertificeerd als CAMO: continuous airworthyness management organisation. Daarmee zijn wij als LOC verantwoordelijk voor de instandhouding van de luchtwaardigheid van het toestel. Wij borgen dat alles wat de fabrikant voorschrijft, naar Nederlandse maatstaven en normen wordt uitgevoerd. En wat wij doen, wordt getoetst door de Militaire Luchtvaart Autoriteit.”

‘Binnen het CLSK wordt de LOC-organisatie verdeeld – daardoor heb ik twee petten op’

“In de ontwikkeling van het LOC zijn we meegegroeid met de initial operational capability van 322 Squadron op Leeuwarden. Met de komst van de F-35 op Volkel zijn we ook daarvoor verantwoordelijk en straks komt daar Luke Air Force Base bij. We zijn dus verantwoordelijk voor alle Nederlandse F-35’s.

Binnen het CLSK wordt de LOC-organisatie verdeeld tussen het Air Combat Command (ACC, red.) en het – toekomstige – Air Support Command (ASC, red.) op Woensdrecht. Daardoor heb ik twee petten op. Binnen het ASC ben ik hoofd programmamanagement F-35, met dezelfde rol als de programmamanagers van de andere wapensystemen. Voor het ACC, mijn andere pet, ben verantwoordelijk voor taken als luchtwaardigheidsborging, technische expertise, korte termijnplanning en rapportage. Als hoofd LOC kom ik waarschijnlijk onder het ASC te vallen, maar ik hou altijd een directe link met de commandant ACC.”

Ronald woonde met zijn gezin vier jaar in Amerika. Yosimite Park in Californië vond hij de mooiste plek, maar ook een bezoek aan het Hollywood sign in Los Angeles leverde een happy family op.

'We werken genetwerkt en volledig hybride'

“Ondanks de splitsing functioneert de LOC-organisatie als één geheel, maar wel in een 5th gen-opzet: niet meer denken in hekjes en hokjes. We werken genetwerkt en volledig hybride vanaf Leeuwarden, Volkel, Woensdrecht en vanuit huis met 29 vaste medewerkers in Nederland en diverse medewerkers in de Verenigde Staten van Amerika; in Huntsville, op Luke Air Force Base en in Washington DC.

Het managen van alles en iedereen is de grootste uitdaging. Een jaar geleden hebben we afgesproken wat we moeten bereiken. Iedereen weet wat hij of zij moet doen. Daarbij geef ik ruimte en richting en stuur ik op resultaat. Dat werkt heel erg goed. Ik maak veel tijd vrij om met mijn team te sparren en beschikbaar voor hen te zijn. Hierbij is mijn belangrijkste focus om mensen vanuit hun natuurlijke kracht en talent te laten werken en ze uit te dagen. Ik stel dan ook altijd drie vragen tijdens een kennismaking: één, waar ben je goed in? twee, waar wordt je blij van? en drie, wat zou je in functie komend jaar willen bereiken waarvan je eigenlijk denkt dat het niet kan? Mensen empoweren en laten groeien, daar word ik blij van.”

In de Verenigde Staten op z’n Hollands – op de fiets – op avontuur bij de Golden Gate Bridge bij San Francisco. En tijdens een bezoek aan Pensacola in Florida toevallig op een familiedag van de Blue Angels beland.

“Ik heb meer leidinggevende functies gehad, maar dit is verreweg de meest complexe met personeel all over de place in een veranderende luchtmacht. Ik heb er eigenlijk nooit zo over nagedacht, maar dat komt best wel overeen met mijn privéleven. We wonen zelf in Leiden na vier jaar in Amerika en onze familie woont op Curaçao en in Den Helder, Suriname en Tokyo.

Amerika had twee kanten. Heel positief was de tijd met familie en collega’s; we hebben veel leuke dingen met elkaar gedaan en veel gereisd. Heel negatief was de bestorming van het Capitool. Dat was echt heel spooky. Je merkte daarna dat de sfeer in het hele land compleet was omgeslagen. Zelfs in de krijgsmacht. Dat was echt heel bizar.”

Buitenavonturen: op zijn favoriete visplek in Reston, Virginia een (kleine) large mouth bass aan de haak geslagen en klimmen in de Ardennen vlakbij Dinant.

‘Ik moet gaan omdenken’

“In Amerika ben ik in de covidtijd begonnen met bomen planten en weggeven. Belangrijkste reden was dat ik bezwaren kreeg tegen het vele vliegen voor mijn werk. Ik beloofde toen mijn kinderen dat ik voor elke vlucht een boom zou planten. Daar begon ik mee in mijn tuin, maar dat liep helemaal uit de hand. Toen ik een keer niet had gemaaid, vond ik in mijn tuin vierhonderd stekjes van een Esdoorn. Toen dacht ik, ‘ik moet gaan omdenken’ en ben ik ze gaan weggeven. Dat explodeerde met een oproepje op social media: iedereen kwam stekjes halen. Daarom sloot ik me aan bij een boomplant-community.”

Ronalds bomenafhaalplek met stekjes van de Esdoorn voor zijn huis in Amerika. ‘Klanten’ brachten vaak spontaan lege plantenpotten mee. Terug in Nederland, samen met dochter Elle bij een Cool Down City-locatie in de Leidse speeltuin.

“Terug in Nederland deed ik hetzelfde; ik sloot me aan bij Cool Down City in Rotterdam. We geven bomen weg om steden te verkoelen. Dat doen we op meerdere manieren, maar onder andere leveren wij een soort parkeerplek waar mensen stekjes uit hun tuin kunnen laten opgroeien tot volwassen planten en bomen. In Rotterdam hebben we tien van dat soort plekken. Soms halen we ook stekjes uit parken en laten die op ons depot in Rotterdam groeien. Daar staan er nu zo’n drieduizend en we hebben er al vijfduizend kunnen weggeven. We worden gesponsord door de gemeente Rotterdam. Dit wordt mede mogelijk gemaakt door financiers. Het begon als hobby, maar het loopt inmiddels een beetje uit te hand.

Onlangs hebben we bij de speeltuin waar mijn kinderen altijd spelen een plek geopend waar mensen gratis bomen kunnen halen. Mijn doel is dat straks iedere Leidse wijk zo’n plek heeft.”