03

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 09 | 2022

Patriot-eenheid zij aan zij met Duitsers in Slowakije

Tekst kapitein Saminna van den Bulk
Foto Phil Nijhuis

‘Het gaat niet om de vlag op je arm’

x
Leestijd: 6 minuten

Met de Multi National Air and Missile Defence Task Force (MNAMDTF) in Slowakije staan Nederlandse en Duitse militairen sinds april schouder aan schouder om het NAVO-grondgebied te beschermen. Het is de eerste keer dat de landen zo verweven een luchtverdedigingsmissie draaien.

Kolonel Dirk Kraus, commandant van de Multinational Air and Missile Defence Task Force.

De directe dreiging? Op dit moment niet groot. Maar… er hoeft maar een raket onberekenbaar af te zwaaien, oftewel een rogue missile, en het NAVO-grondgebied is in gevaar. Sinds de Russische inval wordt Oekraïne namelijk niet alleen bestookt vanaf de grond, maar ook vanuit de lucht. Dat is precies waarom het Patriot-squadron met ondersteunende eenheden sinds april in Slowakije is voor Operation Brave Shield.

Een aanwezigheid die een duidelijke boodschap verkondigt, zegt de Duitse kolonel Dirk Kraus, commandant van de MNAMDTF. “Slowakije is onze bondgenoot: het staat er niet alleen voor. Met deze missie komen wij op voor de lidstaat en we laten Rusland zien: tot hier en niet verder. We schrikken de Russen af. Mocht het nodig zijn dan gebruiken wij de Patriots voor luchtverdediging.”

De vliegbasis in Sliač is voor een half jaar de tijdelijke thuisbasis van 802 Squadron.

Landmacht of luchtmacht?

De Patriot van het Defensie Grondgebonden Luchtverdedigingscommando (DGLC) is een wapensysteem bij een landmachteenheid. De operators ervan zijn luchtmachters. 

Luitenant-kolonel Roland Roos, detachementscommandant van de Nederlandse Patriot-eenheid.

Schoolvoorbeeld

In het Slowaakse landschap staan de luchtverdedigingssystemen van de Duitsers en de Nederlanders misschien op afstand van elkaar, toch zijn de eenheden nauwer verweven dan ooit. Niet gek, want het pad was immers reeds geplaveid met Project Apollo. Sinds de start in 2017 werken de landen nauw samen op het gebied van opleiden en trainen, maar ook in het gelijktrekken van de werkwijzen.

MNAMDTF is daarvan het summum. Hoewel de missie in Slowakije versneld uit de grond werd gestampt, was ‘inklikken’ bij de Duitsers relatief makkelijk. “Dit is misschien wel het schoolvoorbeeld van een binationale samenwerking”, vertelt detachementscommandant luitenant-kolonel Roland Roos. “Binnen de fire units kent men elkaar. De wapensystemen werken hetzelfde, we kennen bijna dezelfde procedures. Onze logistieke- en commando-elementen zijn volledig met elkaar verweven.”

Alle vlaggen vertegenwoordigd.

Tweede rotatie

Patriot is de afkorting van Phased Array Tracking Radar to Intercept on Target. Defensie beschikt sinds 1987 over dit grond-luchtgeleidewapensysteem, dat een nichecapaciteit is in Europa. De Patriot volgt zijn doel en onderschept raketten, vliegtuigen en helikopters tot een hoogte van twintig kilometer. Tijdens deze missie zet DGLC een fire unit in, met twee launching stations, een vuurleidingscentrale, een radar en een command and control-element. De luchtverdedigers worden ondersteund door logistiek- en onderhoudspersoneel. Alle krijgsmachtdelen zijn vertegenwoordigd in het MNAMDTF-team, dat in deze tweede rotatie bestaat uit ruim honderd mannen en vrouwen.

‘Niet eerder brachten we zoveel tijd in readiness state samen door’

Groeien

De samenwerking tussen Nederland en Duitsland verloopt goed. Volgens de Duitse commandant Kraus is er volledige integratie op zowel tactisch, operationeel als strategisch niveau. “Nederland en Duitsland gaan deze missie samen aan en volbrengen de taak.” Hij is ervan overtuigd dat de volledige taskforce gereed is het grondgebied te verdedigen. Maar, voegt hij direct toe: “Die situatie is nu niet aan de orde. Op dit moment gebruiken we de tijd vooral om de crews te trainen in het optreden. Niet eerder brachten we zoveel tijd in readiness state samen door.”

Patriots met de blik op de hemel gericht.

Interoperabiliteit en integratie kunnen altijd nog groeien. Kraus noemt als voorbeeld informatievoorziening. De Nederlandse Patriot heeft reeds een midlife-update met software-updates gehad. Voor de Duitse wapensystemen moet deze nog volgen. “Wet- en regelgeving maakt dat nog niet alle informatie uitwisselbaar is. Begrijpelijk, maar wel iets waar we tegenaan lopen.”

Op de grond is de missie, maar in de lucht wordt ruimschoots getraind door Slowaakse gevechtsvliegers.

‘Bij een gevecht in de lucht kan er geen discussie zijn op de grond’

In de lucht en op de grond

Een missie draaien, brengt andere zaken aan het licht dan een binationale oefening. Dit is pionieren. Eerste luitenant Thom, commandant van de Force Protection (FP) ziet dat iedere dag. Zijn FP is een verbindende factor tussen Slowakije (host nation) en Duitsland (framework nation).

“Beren op de weg zien, is ons vak. Je krijgt vragen die je vooraf niet had verwacht. Kwesties waar je als samengestelde taskforce een antwoord op moet vinden.” Of het nu gaat om het omgaan met weersinvloeden of een CBRN-dreiging die de kop opsteekt. “Onze rol: de commandanten adviseren bij alle calamiteiten die de inzetbaarheid van de mensen tijdens de missie kunnen beïnvloeden.”

Luitenant Thom in gesprek met een Slowaakse collega.

Afstemmen

Ja, de Duitsers en de Nederlanders delen een wapensysteem. “Wat nog niet gelijk was in onze werkwijzen, wordt nu tastbaar. Dat kan in kleine dingen zitten”, zegt Thom. “Wij gebruiken het MARCH-protocol bij Zelfhulp Kameradenhulp, de Duitsers kennen een andere procedure. Dit soort onderwerpen stemmen we continu met elkaar af. Elke dag raken we meer op elkaar ingespeeld. Belangrijk, want als er een gevecht in de lucht gaande is, kan er geen discussie meer zijn op de grond.”

Het zijn voorbeelden van kleine hordes, maar zeker niet van onoverkomelijkheden. Volledige integratie kost nu eenmaal tijd. Puntjes worden op de i gezet. Het belangrijkste, volgens detachementscommandant Roos: “We zijn nu combat proven. We kunnen een harde fysieke dreiging zeker aan. Tot die tijd geldt: zolang wij niet vuren, hebben wij ons doel bereikt.”

Ook Duitse en Nederlandse genezerikken van de landmacht werken samen.

Op de brace van de buren

De samenwerking reikt verder dan luchtverdediging. Bij de mannen van Herstel (onderhoud en reparatie van materieel) lopen de nationaliteiten door elkaar heen. Bij de Role 1 is dat niet anders, vertelt sergeant 1 Michel, algemeen militair verpleegkundige. Duitse en Nederlandse genezerikken van de landmacht schieten gezamenlijk te hulp bij eventuele grote calamiteiten. “Aan het begin hebben we duidelijke afspraken gemaakt; wie doet wat en wanneer? Daarnaast trainen we gezamenlijk en delen we materieel.” Wijzend naar een kniebrace van een luchtmachter, zegt hij: “Die komt van onze Duitse collega’s.” Kortom: “De samenwerking gaat heel goed.”

‘Sneller en sterker dan toen we begonnen’

Paraat

Volgens de Duitse kolonel Kraus is de taskforce klaar voor elke uitdaging. “We zijn sneller en sterker dan toen we begonnen; we maken elkaar beter. De problemen die we identificeren, zijn hopelijk met een laatste zet opgelost.” Zijn ideaalbeeld: binationale crews binnen de fire units. Een Duitse lanceerder naast een Nederlander. Een droom die misschien wel werkelijkheid wordt. “Uiteindelijk gaat het niet om de vlag die op je arm staat: het gaat om de missie. Dat laten we nu zien. Samenwerken is geen kwestie van óf, maar van wanneer. We kunnen het uiteindelijk niet alleen.”

Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Dennis Luyt en Plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten generaal-majoor Rob Jeulink brachten in augustus een bezoek aan Slowakije.

Einde missie

Half oktober wordt de samenstelling van de missie gewijzigd. Al het materieel van Nederlandse zijde keert terug. Langer blijven is voor de eenheid niet wenselijk. Nederland heeft slechts één command and control- en één logistiek element. Daarbij zit de eenheid middenin de modernisering van het wapensysteem. Dat betekent overigens niet dat Nederland stopt met de inzet in Slowakije. Militair personeel zal vanaf december ‘inklikken’ bij de Duitse fire units en zo alsnog een bijdrage leveren aan de missie die voor Duitsland 24 maanden duurt.

Kapitein Nemo weer in Nederlandse handen

Dit is niet zomaar een gipsen buste. Dit is Kapitein Nemo. Een wisseltrofee die wordt uitgewisseld tussen Duitse en Nederlandse luchtverdedigingseenheden bij gezamenlijke oefeningen en wedstrijden. Het statige heerschap pendelt al sinds de jaren zestig heen en weer. Corona maakte dat binationale oefeningen de afgelopen jaren lastig te organiseren waren. Daarom verbleef Nemo al drie jaar bij de Flugabwehrraketengruppe 26 in het Duitse Husum. In Slowakije werd Nemo weer overhandigd aan het Nederlandse 802 Patriot Squadron.