.

Eerste operationele vlucht Hercules Mali

De eerste vrachtvlucht door de Nederlandse C-130 in Mali is gisteren, maandag 22 november, uitgevoerd. Het transporttoestel landde drie dagen daarvoor in de West-Afrikaanse republiek. De Hercules is wegens de missie voorzien van VN-markering.

Het detachement opereert vanaf een kamp in de hoofdstad Bamako. Vanaf hier zijn binnen vier uur alle uithoeken van het land te bereiken.

Onlangs werd bekend dat luitenant-generaal Kees Matthijssen voor minimaal één jaar Force Commander van de VN-missie MINUSMA in Mali wordt. Dit jaar nog krijgt hij de troepenmacht van bijna 14.000 blauwhelmen onder zijn hoede. Een vijftienkoppige Nederlandse staf gaat Matthijssen ondersteunen. Het gaat om een politiek, een militair en een juridisch adviseur, een tolk, assistenten en beveiligers.

Van 2019 tot nu was Matthijssen plaatsvervangend stafchef Plannen bij het NATO Allied Joint Force Command in het Limburgse Brunssum. Daarvoor was hij vanaf 2017 plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten.

Voor het Nederlandse kabinet past de positie van Force Commander MINUSMA binnen de ambitie om strategische functies binnen de VN te bekleden. Matthijssen neemt het commando over van de Senegalese interim Force Commander generaal Ndiaye. De Zweedse generaal Dennis Gyllensporre vervulde daarvoor de functie voor drie jaar.

MINUSMA is één van de grootste en meest complexe VN-missies op dit moment en bestaat uit drie delen. De civiele component ondersteunt het Malinese vredesproces en de politieke transitie, en coördineert humanitaire activiteiten. De politiecomponent traint en begeleidt de Malinese politie. Slot slot de militaire component die, onder leiding van de Force Commander, zorgt voor stabiliteit en veiligheid. Randvoorwaardelijk voor het politieke proces.

De benoeming van Matthijssen tot Force Commander is voor Nederland vrij uitzonderlijk. De laatste keer dat Nederland deze eer toeviel is namelijk alweer enige tijd geleden. In 2000-2001 had de Nederlandse generaal-majoor Patrick Cammaert de leiding over de VN-missie in Ethiopië en Eritrea (UNMEE). In 2005 kreeg Cammaert nog eens een VN-commando. Toen leidde hij de oostelijke divisie van de VN-missie in Congo (MONUSCO). Foto: Defensie

Vaker en realistischer trainen met zuurstoftekort

Achter de coulissen van de Nederlandse militaire luchtvaart wordt begin volgend jaar een nieuwe uitvinding in gebruik genomen: een mobiele vliegsimulator met geïntegreerde hypoxietrainer. Vliegers, vliegend medisch personeel, doorgunners en loadmasters kunnen daarmee veel vaker en realistischer een situatie met zuurstoftekort trainen.

Een dergelijk scenario kan ontstaan door het wegvallen van de cabinedruk. In commerciële vliegtuigen valt er dan een zuurstofmasker uit het plafond, maar dat is niet het geval in militaire toestellen. Het probleem van zuurstoftekort – ofwel hypoxie – herkennen en adequaat te lijf gaan is dan ook erg belangrijk. Nu traint vliegend personeel elke vijf jaar in de hypobare kamer op het Centrum voor Mens en Luchtvaart (CML) in Soesterberg. “Jaarlijks testen en een bijbehorend ‘hypoxiepaspoort’ zou qua vliegveiligheid idealer zijn”, is luitenant-kolonel Ted Meeuwsen, hoofd Operationele Training en Toepassing bij het CML van mening.

“Mensen moeten zuurstoftekort persoonlijk ervaren om het te kunnen herkennen”, stelt Meeuwsen. “De symptomen verschillen namelijk per persoon en kunnen met de jaren variëren. Ook qua ernst en snelheid waarmee het optreedt.” Hij noemt hoofdpijn, misselijkheid, versnelde hartslag, warmte en koude sensaties, neerslachtigheid of juist een enorm euforisch gevoel. Herhaling van de training is dus noodzakelijk.

Met de mobiele hypoxietrainer en simulator in één is dit mogelijk haalbaar. Daarbij vervuld het combimodel meerdere wensen. Zo kunnen militairen op de eigen vliegbasis trainen, waardoor onder meer schaarse vliegers operationeel beschikbaar blijven. Bovendien kunnen ze het combineren met bestaande trainingen door de realistische vliegmissies in de simulator. Vaker kunnen trainen zorgt er ook voor dat militairen eerder de test kunnen doorlopen wanneer zij nieuwe uitrustingsstukken ontvangen. Bijvoorbeeld helmen en maskers. Die kunnen van invloed zijn op de verschijnselen bij zuurstoftekort op hoogte.

De mobiele hypoxietrainer is een innovatie die bedacht en uitgevoerd is door het CML, het innovatiecentrum van de Defensie Materieel Organisatie (MIND - Military INnovation by Doing), TNO en fabrikant MultiSim BV. Foto: CML

Drugsvangst in de Carib

De NH90 van patrouilleschip Zr.Ms. Holland ontdekte eind oktober een go-fast met drugssmokkelaars in het Caribisch gebied. De smokkelaars probeerden hun waar overboord te gooien, maar een team van de US Coast Guard en het Korps Mariniers kon dat met snelle onderscheppingsboten (FRISC’s) voorkomen. Aan boord troffen zij negen pakketten cocaïne aan met totaalgewicht van 270 kilo.

Een dag eerder onderschepte de bemanning van de Holland ook al een drugstransport. Ook toen werden de smokkelaars met FRISC’s tot stoppen gedwongen, maar zij gooiden de drugs voortijdig overboord. 265 kilo kon uit het water worden gevist. De rest is in zee verloren gegaan.

Bij beide acties zijn de verdachten en de drugs overgedragen aan de Amerikaanse autoriteiten. De smokkelaars worden in de Verenigde Staten vervolgd. Het Nederlandse marineschip deed de onderscheppingen eind vorige maand, maar maakte het onlangs pas bekend.

Zr.Ms. Holland is met de NH90 sinds mei actief in de regio voor drugsbestrijdingsoperaties en humanitaire hulpverlening. Ook diverse kustwachttaken in het Caribisch gebied zoals het opsporen van illegale visserij, milieudelicten en de inzet tijdens reddingsoperaties behoren tot het takenpakket. Foto: Defensie

AOCS stuurt Belgische F-16’s aan

De luchtgevechtsleiding van het Air Operations Control Station (AOCS) Nieuw Milligen dirigeerde op 12 november twee Belgische F-16’s naar een positie boven de Noordzee. Daar naderden een duo Russische TU-160 ‘Blackjack’ strategische bommenwerpers het Nederlands verantwoordelijkheidsgebied zonder zich bekend te maken. De Russen werden op dat moment al begeleid door Noorse gevechtsvliegtuigen. De Belgische collega’s namen de onderschepping over en gaven de taak vervolgens door aan Britse jachtvliegtuigen.

Het komt regelmatig voor dat Russische bommenwerpers het luchtruim van de NAVO-landen naderen tijdens oefenvluchten. Deze worden door de Russen onder meer gebruikt om de bondgenootschappelijke luchtverdediging te testen. Nederland en België rouleren bij het bewaken van het luchtruim van de Benelux en leveren daarvoor om beurten twee bewapende F-16’s die dag en nacht paraat staan, de zogenoemde Quick Reaction Alert-taak. Foto: Belgische luchtmacht

Docu: Het Verdwenen Vliegveld

Wat was er zo geheim aan het Marinevliegkamp Valkenburg bij Katwijk dat het jarenlang volledig van de kaart was gepoetst alsof het niet bestond? In de vijfdelige documentaireserie ‘Het Verdwenen Vliegveld’ gaan de makers op zoek naar het antwoord op deze vraag. De documentaire vertelt voor het eerst het verhaal van het marinevliegkamp tijdens de Koude Oorlog. Vanaf donderdag 25 november is de serie te zien bij TV West en daarna ook bij de lokale omroepen Sleutelstad en RTV Katwijk.

Ruim drie miljoen mensen hebben het voormalige marinevliegkamp bezocht voor de musical Soldaat van Oranje, die speelt in een van de hangaars. Slechts weinig mensen weten welke rol het in 2006 gesloten militaire vliegveld speelde tijdens de Koude Oorlog. De jarenlange periode van gewapende vrede die eindigde met het uiteenvallen van de Sovjet-Unie in december 1991, nu dertig jaar geleden.

‘Het Verdwenen Vliegveld’ vertelt dat onbekende verhaal, door met oud-marinepersoneel terug te gaan naar de plekken waar ze hebben gewerkt en samen met hen op zoek te gaan naar de sporen van de Koude Oorlog. Tot verrassing van de makers vonden ze die. Variërend van inrichting en achtergelaten instructies tot nog werkende apparatuur.

De documentaire is gemaakt door archeoloog en journalist Ruurd Kok, samen met Kleef & Koop, het videoproductiebedrijf van journalist Reanne van Kleef en cameravrouw Tess van Kooperen. Het project is mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van de Provincie Zuid-Holland (Erfgoedlijn Atlantikwall), Karel Doorman Fonds, Leids Mediafonds en de gemeente Katwijk (Erfgoedplatform). Foto’s: Het Verdwenen Vliegveld

Bekijk voor updates en een blik achter de schermen: https://www.facebook.com/VerdwenenVliegveld/

Nieuwe directeur defensiemusea

Het Nationaal Militair Museum in Soesterberg, het Marinemuseum in Den Helder, het Mariniersmuseum in Rotterdam en het Marechausseemuseum in Buren vallen samen onder de Stichting Koninklijke Defensiemusea en krijgen per 1 januari 2022 een nieuwe algemeen directeur-bestuurder. John Sijmonsbergen volgt Paul van Vlijmen op die de organisatie leidde vanaf de oprichting en fusie in 2014. Van Vlijmen gaat met pensioen.

Sijmonsbergen (1964) vervulde de afgelopen elf jaar een leidende rol in de transformatie van verschillende volkenkundige musea in Nederland tot het Nationaal Museum van Wereldculturen (een fusie van Tropenmuseum, Museum Volkenkunde, Afrika Museum en het Wereldmuseum). Daarvoor was Sijmonsbergen op directieniveau actief met innovatieve publieksprogrammering en zakelijk management in zowel de museale sector als in het bedrijfsleven. Sijmonsbergen is afgestudeerd militair historicus. Hij reageert: “De defensiemusea vertellen indrukwekkende en betekenisvolle verhalen. Ik zie er erg naar uit om samen met mijn nieuwe collega’s de vervulling van onze maatschappelijke missie een stap dichterbij te brengen.”

Hans Hillen, voorzitter van de Raad van Toezicht, is verheugd met de aanstelling: “Met Sijmonsbergen halen we een ervaren museumdirecteur binnen met de juiste mix aan ervaring, achtergrond en ambitie. Hij combineert liefde voor de inhoud met slagvaardigheid en diplomatie.” Foto: Stichting Koninklijke Defensiemusea