Tekst Leo de Rooij

Samenwerken aan voorsprong

x
Leestijd: 4 minuten

Cyber is hot; niet voor niets was oktober uitgeroepen tot cyber awareness-maand. Cyberdreigingen zijn er dagelijks en raken iedereen. Dus ook de luchtmacht. Waar staat het CLSK als het aankomt op cyber-weerbaarheid? Hoe zit het met onze cyber security? En hoe bereiken we samen het beste resultaat?

Sla de krant open en het belang van cyber spat van de pagina's af: Rotterdamse containerterminal platgelegd door hack-aanval, storing bij thuisbankieren ING, gegevens reisbureau liggen op straat, productie bij VDL stilgelegd. Om cyberdreigingen buiten de digitale poort te houden kent het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK) sinds 2018 het CLSK Cyber Warfare Team (CCWT), opgericht als één van de bouwstenen van de doorontwikkeling naar de 5e Generatie Luchtmacht.

Informatiedominantie

“Ons doel is het veilig maken van onze bedrijfsvoeringssystemen, wapensystemen en tactische netwerken op cybergebied, zodat we vrijheid van handelen hebben en houden”, vertelt hoofd CCWT luitenant-kolonel Willy van Kampen. “Zowel in vredestijd als tijdens missies en operaties. We moeten cyber dus verder integreren in ons luchtoptreden, zowel in defensieve als offensieve zin. Dus niet alleen om onszelf te beschermen tegen cyberaanvallen, maar ook om het domein te gebruiken tegen de vijand. Cyber is essentieel voor informatiedominantie; je wilt beter zijn dan je tegenstander en dat bereik je door een betere, betrouwbare en beschikbare informatiepositie”.

Een F-35 verzamelt en ontvangt ontzettend veel data. De informatiepositie die je daarmee krijgt, moet je beschermen. Foto: sergeant Jasper Verolme

Verschillende disciplines

Het CCWT bestaat uit personeel uit verschillende disciplines. “Cyber is meer dan alleen techniek; het vraagt ook om operationeel inzicht en zogenoemde situational awareness en understanding. Je zoekt dus niet alleen mensen met een technische achtergrond, maar ook collega's met een operationele en Intell-achtergrond. Cyber pak je met elkaar aan, waarbij de interactie met de ‘commands’ enorm belangrijk is”, stelt Van Kampen.

Zicht en grip krijgen op de cyberstatus van je eenheid

Om dat te bereiken hebben de experts een Cyber Readiness Index (CRI) ontworpen. Door deze ‘scan’ in te vullen, krijgen onderdeelscommandanten zicht en grip op de cyberstatus van hun eenheid. Het toont de sterktes, maar ook de kwetsbaarheden. Inmiddels heeft het team de eerste stappen op defensief gebied gezet door het uitrollen van de CRI op Volkel, Eindhoven en Leeuwarden.

Van Kampen: “De resultaten van de index zijn ook van belang voor de wijze waarop wij het Cybersecurity Operations Center (SOC) inrichten en de uitrol van de sensoren waarmee wij de CLSK-netwerken monitoren. Inmiddels is het SOC operationeel voor de drie bases waar de CRI al is uitgevoerd. Op dit moment wordt gewerkt aan de CRI op het Defensie Helikopter Commando zodat ook die in het SOC kan worden opgenomen.” Volgend jaar zijn de andere luchtmachtonderdelen aan de beurt. Naar verwachting kunnen ze eind 2022/begin 2023 allemaal vanuit het SOC worden gemonitord.

Op Vliegbasis Eindhoven wordt cyber tegenwoordig standaard meegenomen bij de planning van operaties. Foto: Rob Gieling

Risico's

Een mooi voorbeeld van lokale integratie van cyber bij een onderdeel is te zien bij het Air Mobility Command (AMC) op Vliegbasis Eindhoven. Daar is een functie voor een cyberfunctionaris vrijgemaakt; de eerste in zijn soort binnen de luchtmacht. Tweede luitenant Stijn is junior officier toegevoegd cyber en ziet voordelen: “Met deze functie wordt cyber beter ingebed in het commando. Zo is het hier een vast aandachtspunt bij de planning van operaties. We brengen per gebied en missie de risico’s in kaart en kijken hoe we die kunnen verkleinen. Verder is het prettig dat we met mij als cyberfunctionaris een logische en korte lijn met het CCTW in Breda hebben.”

Schols: “De voorsprong die je met de F-35 krijgt, wil je zo goed mogelijk beschermen.” Foto: sergeant 1 Jan Dijkstra

Niet te evenaren

Voor luitenant-kolonel Guido Schols, commandant 322 Squadron, begint cyber-veiligheid als hij uit zijn bed stapt. “Cyber security is bij ons een dagelijks terugkerend iets. De F-35 is zoveel meer dan een vliegtuig; het is een wapensysteem dat allerlei data aan elkaar knoopt en in één groot overzichtsplaatje op een perfecte manier presenteert. De voorsprong die je hierdoor krijgt, is niet te evenaren. Die wil je dus zo goed mogelijk beschermen, zowel in- als extern.”

Maar ook de raakvlakken met externe partijen kunnen rekenen op extra aandacht als het om cyber gaat. Schols: “Als squadroncommandant ben je ook afhankelijk van die tankwagen die de kisten van peut voorziet. Hier op Leeuwarden geen probleem, maar hoe is dat als je op missie in het buitenland opereert? Of als men de lokale radar weet te hacken? Dat we onze telefoons niet mee de briefing innemen is dagelijkse praktijk, maar hoe zit het met die geparkeerde Tesla vol elektronische systemen op een buitenlands veld? Allemaal zaken die onderdeel uitmaken van het totaalplaatje als het aankomt op cyber security.”

Bijtanken in het veld. De peut op de thuisbasis is gecheckt en okay, maar hoe zit dat in het buitenland? Foto: Hans Roggen

Kennis delen is cruciaal

Cyber doe je samen

Juist daarom is sparren zo belangrijk, weet CCWT-hoofd Van Kampen. “Voor, tijdens en na de missie of oefening: cyber veiligheid en daarmee de beveiliging van je missie doe je samen. Kennis delen is cruciaal. Niet alleen met de cyberteams van de operationeel commando’s, maar ook met de centrale cyber-organisaties, zoals het Defensie Cyber Commando, de MIVD (Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst, red.) en het Defensie Cyber Security Centrum.”

“Cyberveiligheid valt of staat met het gedrag en het omgaan met cyberdreigingen van ons als mens. We moeten ons bewust zijn van de diverse cyberrisico’s en vooral wat de gevolgen daarvan kunnen zijn. Daar kan in de huidige digitale wereld niet genoeg aandacht voor zijn. Een klein foutje kan al leiden tot het stilleggen van een bedrijf en dus ook een wapensysteem. En dat moeten we niet willen!”