Volgens de vlieger is Frisian Flag behoorlijk vergelijkbaar met Red Flag. “Het gevoel is hetzelfde: erg tactisch maar ook erg gecomprimeerd. In Amerika bereid je de ene dag voor en vlieg je de volgende. Hier doe je beide binnen 24 uur. Tamelijk uitdagend, zeker gezien alle taalbarrières. Ik heb nog niet eerder met zoveel landen samengewerkt. Maar dat is dan ook ons hoofddoel: het bouwen van relaties en coördineren met Europese landen. Verder zijn er iets minder deelnemers, maar door alle omstandigheden zeer uitdagend met vergelijkbare trainingswaarde als Red Flag. Amerikaanse collega’s die ik van tevoren over deze oefening sprak, gaven dat ook aan.”
Rollend scenario
Frisian Flag blijft een oefening van vliegers voor vliegers en daarmee qua complexiteit veel kleiner dan Red Flag, waar een permanente organisatie achter het concept zit. Vast recept op Leeuwarden: dagelijks een ander scenario. “Wij hebben geen rollend scenario zoals op Red Flag, dat ‘eenvoudiger’ begint op dag 1 en extreem moeilijk eindigt op dag 14”, legt vlieger majoor Bart van het 322 TACTESS uit. “Voor ons is de uitdaging het werken in grote packages met uitgebreide briefings en debriefings. Jonge vliegers doen hier in heel korte tijd heel veel ervaring op. Daar heb je uiteraard wel ervaren flightleads voor nodig, bij wie ze kunnen meevliegen.”
Beste
Mirage 2000-vlieger van de Franse luchtmacht luitenant-kolonel Raphaël, was zelf nog niet eerder op Frisian Flag, maar zijn squadron wel. “Vanaf 2015 zijn we hier ieder jaar met een andere groep vliegers. We komen graag naar Frisian Flag, omdat we hier we veel van onze trainingsdoelen behalen. De oefening is ook zeer belangrijk om ons Engels en de NAVO-standaarden te oefenen. Een large force excercise als deze is zelfs een noodzaak om voorbereid te zijn op echte inzet die ook altijd in grote formaties plaatsvindt. Er is gewoon geen vergelijkbare oefening in Europa zoals deze.”
Maximaal vlammen
Leuk, 58 jachtvliegen de lucht in sturen voor een gevecht boven de Noordzee, maar iemand moet dat in goede banen leiden. Daarvoor is de gevechtsleiding van het Air Operations Control Station Nieuw Milligen (AOCS NM) die de luchtgevechten ‘controlt’ en de jachtvliegtuigen naar de tankvliegtuigen praat. “We moeten zwaar opmannen voor deze oefening, want we hebben dagelijks zo’n 20 man en vrouw nodig”, geeft Master Controller majoor Carine de Vries aan. “Dat redden we niet alleen met ons eigen personeel. We halen daarvoor ook controllers uit staffuncties van het AOCS en het CLSK.”
‘Nieuw Milligen’ controlt in week in 1 de ochtend- en middag-wave zowel de gevechts- als tankvliegtuigen. In week 2 alleen de laatstgenoemde en staan ze back up voor de NAVO AWACS die vanuit de lucht het gevecht leidt samen met de Duitse equivalent van het AOCS. “Het is flink aanpoten,” geeft De Vries aan, “maar ook heel erg gaaf. Wanneer heb je nou 58 vliegtuigen aan de lijn? Dit doen we 1 keer per jaar en dan is het maximaal vlammen.”