05

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 05 | 2017

Puzzelen met vlieg-, voer- en vaartuigen

x
Afbeelding boven: Leonie Voets-van Helmond

‘Militair reisbureau’ bestaat 10 jaar

Een paar telefoons, computers met lijsten en 32 man personeel. Dat is waar het MCCE (Movement Coordination Center Europe) het mee doet. Ze hebben geen schepen, vliegtuigen, vrachtwagens of treinen. En toch worden dankzij deze internationale organisatie heel wat militairen, munitie, wapens en voertuigen van 28 landen over de hele wereld verplaatst. Zonder dat hier een cent voor betaald wordt. Hoe? Met een slim ruilsysteem en heel wat gepuzzel.

Het MCCE viert dit jaar zijn tiende verjaardag. De organisatie laat zich misschien nog het beste omschrijven als een ‘militair reisbureau’. Het coördineert militair transport, zowel door de lucht als over zee en land. Dat wordt gedaan door creatief gebruik te maken van verschillende capaciteiten van de landen die lid zijn. Een simpel voorbeeld: Frankrijk vliegt met een vliegtuig vol militairen naar Afghanistan. De Franse militairen die hun missie er op hebben zitten, vliegen terug, maar nu is het vliegtuig niet volledig gevuld. 10 stoelen leeglaten? Kan. Maar laat nu net Duitsland 10 militairen naar huis willen brengen. Het MCCE koppelt de 2 landen aan elkaar en voilà: een deal is gesloten.

Groepsfoto voor het MCCE gebouw op vliegbasis Eindhoven, na commando-overdracht aan kolonel Verdierre in 2016. Rechts overste Ciska Boelens. Foto: sergeant-majoor Gerben van Es

‘Het ene land vraagt, anderen bieden aan – wij plakken ze op elkaar’

Puzzelen

En dit is volgens luitenant-kolonel Ciska Boelens, Chief Executive van het MCCE, slechts een simpel voorbeeld. Ingewikkelder wordt het als 1 transport alleen door meerdere landen uitgevoerd kan worden. Nog ingewikkelder: als dit zowel met vliegtuigen als schepen en misschien zelfs ook nog vrachtwagens of treinen moet. “Het ene land vraagt, anderen bieden aan. Wij plakken ze op elkaar”, zegt Boelens. “Vaak moet daarvoor een puzzel opgelost worden.”

Zoals die keer dat Deense militairen op weg naar Zuid-Frankrijk strandden in Amsterdam door een defect vliegtuig. “Om half 1 kwam het rekest van de Denen bij ons binnen”, zegt Boelens. “Ze wilden zo snel mogelijk hun reis vervolgen. Dan begint het puzzelen. Kwart voor 2 waren we eruit en was het rond. Nederland heeft de militairen over de weg naar Keulen vervoerd. En vervolgens zijn ze met een Duits vliegtuig verder gevlogen.”

De OPS room tijdens de wekelijkse briefing. Het MCCE heeft niet veel nodig: Een paar telefoons, computers en 32 man personeel. Bij het MCCE werken 15 nationaliteiten. Foto: MCCE

‘De kracht van het MCCE zit in het betaalsysteem, een soort militaire bitcoin’

De rekening

Denemarken betaalde hiervoor niets aan Nederland of Duitsland. De ‘kracht van het MCCE’, zoals Boelens het noemt, zit voor een groot deel in het betaalsysteem, een soort militaire bitcoin. Atares is de naam: Air Transport & Air-to-Air Refuelling and other Exchange of Services. Vlieguren worden omgerekend in EFH (Equivalent Flying Hour), ook wel Atares-uren genoemd. Alles wat over land en zee gaat, wordt betaald in SEOS. Deze ‘eenheid’ kan weer omgerekend worden naar Atares en andersom. Zo verdienden Nederland en Duitsland met bovenstaand Deens voorbeeld Atares-uren en bij Denemarken gingen er een aantal af. “Simpel”, zegt Boelens. “Wij zijn klein, maar we zijn tegelijk ook heel groot in dingen. Het gesloten beurssysteem is een enorm succes. Je gaat buiten alle beurzen om. Dit wordt niet eens meegenomen in de begroting.”

Dankzij Atares hoeven landen geen geld aan elkaar te betalen. In plaats daarvan worden vlieguren verrekend tot Equivalent Flying Hours. Als een land een groter vliegtuig inzet, levert dit meer EFH’s op dan bij een kleiner vliegtuig over dezelfde afstand.
x

‘Dit is de tijd van samenwerken – wij zijn nodig, een money saver’

Samenwerken

De internationale samenstelling van missies zoals Mali doen het MCCE groeien. Het aantal leden is in 10 jaar verdubbeld tot 28. “De verandering in de wereld zorgt voor druk op logistieke transportmiddelen”, zegt Boelens. “Dit is de tijd van samenwerken. Wij zijn nodig. We zijn een money saver.” Het MCCE-lidmaatschap en daarmee de mogelijkheid om gebruik te maken van Atares, kost 18.000 euro per jaar. “Maar daarmee bespaart een land miljoenen.”

Dit jaar werden ook de Verenigde Staten lid van het Atares-systeem. “Daar zijn we heel blij mee”, zegt Boelens. “Amerika heeft veel vliegtuigen, maar geen grondtransport in Europa. Door militaire oefeningen rond de Russische grens hebben zij daaraan wel behoefte. Ze zullen dus hun vlieguren gaan ruilen tegen grond- en zeetransport van Europese landen.”

‘Er moet nog veel gebeuren om grensoverschrijdend verkeer van militairen en middelen mogelijk te maken.’ Die mening deelt minister Hennis met de directeur Verdierre. Hennis ziet een soort militair Schengen-akkoord voor zich, waarbij militairen en materiaal zich binnen Europa vrij kunnen bewegen. Foto: Leonie Voets-van Helmond

Onbekend maakt onbemind

Naast de groei door internationale samenwerking, plaatst Boelens een kanttekening. “We zien helaas ook dat sommige leden nog veel meer gebruik van ons zouden kunnen maken. Dat is jammer. De drempel om ons in te zetten, lijkt soms nog te hoog. Misschien door ‘oud denken’. Landen willen het zelf doen. Een andere verklaring kan zijn dat we toch nog te onbekend zijn. Landen vergeten ons in te zetten voor de logistieke puzzel. In plaats daarvan cancellen ze de opdracht. Zonde.”

Denemarken is een schoolvoorbeeld van een land dat volgens Boelens wel optimaal gebruikt maakt van het MCCE. “Wie niet sterk is, moet slim zijn. De Denen hebben zelf weinig transportmiddelen, maar hebben goede contracten afgesloten met een commercieel vervoersbedrijf in eigen land. Denemarken zet dat ook in voor requests van MCCE-landen en verdient zo toch Atares-uren.” Nederland doet overigens iets soortgelijks met contracten met Connexion.

Het MCCE coördineert ook het bijtanken van vliegtuigen in de lucht. Ook hiervoor is het soms puzzelen. Sprekend voorbeeld is de reis van 6 Zweedse en 6 Finse jachtvliegtuigen van hun thuisbases naar Portugal voor de oefening Trident Juncture. In plaats van een tanker het hele stuk te laten meevliegen, kwam het MCCE met de economische oplossing. Een Duitse A310MRTT vult de vliegtuigen boven Duitsland, een Franse C-135FR doet hetzelfde boven Zuid-Frankrijk voor de tweede tankbeurt.
Verdierre hoopt het Atares-systeem verder uit te breiden. Met name Japan en Australië zijn geïnteresseerd. Foto: MCCE

Toekomst

Alleen NAVO- of EU-landen mogen lid worden van het MCCE en daarmee deelnemen aan het Atares-systeem. Zonde, vindt Fransman kolonel Franck Verdierre, directeur van het MCCE. Hij onderzoekt nu de mogelijkheid om landen lid te laten worden van Atares, zonder lid te worden van het MCCE. “Een soort Pacific-Ataresgroep kunnen we zo creëren”, legt Verdierre uit. “Kijk naar Japan en Australië. Beide landen hebben interesse in Atares. Deze landen hebben veel militairen in Afrika zitten. Net als veel Europese landen. Australië heeft tankers. Samenwerken zou veel voordelen opleveren.” De Australian Air Force bracht begin mei een bezoek aan het MCCE. “We zijn aan het ‘daten’”, lacht Verdierre. “We zitten in de onderzoekende fase. Maar dit kan een eerste stap zijn. Een klein stapje naar iets veel groters. Zie ons eens over 10 jaar.”

Verschil MCCE en EATC?

Het European Air Transport Command (EATC), en ander Europees samenwerkingsverband en eveneens op vliegbasis Eindhoven, is een internationaal commandocentrum. Niet te verwarren met het MCCE. Het EATC plant het militair luchtvervoer voor missies en oefeningen voor 7 Europese landen, waaronder Nederland. Zij beheren als het ware de vliegtuigen van deze landen en zetten deze in. Het MCCE heeft zelf geen vlieg-, voer- of vaartuigen. Het coördineert alleen, lucht-, zee- en landtransport voor 28 landen.

Tekst: tweede luitenant Bianca Brasser
Infographics: X-Media