02

Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 05 | 2017

Pittig pad naar de toekomst

Airpower Symposium 2017 toont mogelijkheden en uitdagingen

Luyt: “Veiligheid van ons eigen land, begint ook verder weg. Herstel van de brede inzetbaarheid is daarvoor nodig en daarnaast innovatie.”

Hoe ziet de 5e generatie luchtmacht eruit en wat zijn de uitdagingen op de weg daar naartoe? Best heel wat, zo hoorden ongeveer 350 bezoekers van Defensie, industrie en kennisinstituten op het jaarlijkse Airpower Symposium. 9 sprekers lieten hun licht schijnen over technologische ontwikkelingen en broodnodige vernieuwingen. Samen met de aanwezigen gaven ze ook aan waar de zorgen liggen: bij cyber en personeel, zo bleek.

‘Waarom is een 5e generatie zo belangrijk, voor zowel de huidige luchtmacht maar juist ook voor de andere krijgsmachtdelen’, stelde gastheer Commandant Luchtstrijdkrachten luitenant-generaal Dennis Luyt de aanwezigen de vraag. “En is de invoering van 5de generatie platformen zoals de F-35 dan voldoende om de uitdagingen in de nieuwe wereld het hoofd te bieden of is er meer voor nodig?” Van wat de gastsprekers daarover zeiden, volgt hieronder korte samenvatting.

Het jaarlijkse Airpower Symposium vond net als in 2016 plaats op de vliegbasis Gilze-Rijen.

Geen optimistisch verhaal…

Docent aan de Nederlandse Defensie Academie (NLDA) commodore prof. dr. Frans Osinga start met ‘geen optimistisch verhaal’. “En het is een joint verhaal, dus het geldt voor alle krijgsmachtdelen. Het Westen heeft best wel wat strategische fouten gemaakt in de afgelopen decennia. En wat tragisch is: alle aannames van de afgelopen 20 jaar kunnen overboord.

De jaren 90 waren de strategische pauze. ‘Oorlog doen we niet meer’, was de redelijk naïeve gedachte, ‘alleen maar humanitaire interventies’. Er was een sterk geloof in bondgenootschappen en militaire macht was niet meer wenselijk. Ondertussen gaf airpower invulling aan het precieze ingrijpen, beginnend met de Golfoorlog van 1991.”

“Op defensiegebied moeten we vooral afrekenen met de fouten van de afgelopen decennia”, geeft Osinga aan.

“En dan komt 9-11. Religie komt weer in oorlogsvoering. Een heel andere manier van strijden dan men in het Westen ziet. Reactie van Europa is de strijd aanpakken zoals de USA dat doet: bij de bron: in Afghanistan, Irak, Syrië. Op het gebied van wapens is de inzet van drones een geheel nieuw en uitermate potent middel. Wederom blijkt de tegenstander zich aan te passen: geen warfare maar lawfare. Het Westen weet wat je wel en niet mag doen bij oorlogsvoering –  de tegenstander houdt zich niet aan die regels.

En daar waar buiten Europa de defensiebudgetten stijgen, daalt het op dit continent ieder jaar met 10 procent en ging EU-airpower in 20 jaar van 3.000 naar 1.000 gevechtstoestellen. En daarvan zijn er op ieder moment slechts 300 tot 400 inzetbaar... Want, zegt Europa: het gaat niet slecht in de wereld. En toen kwam ISIS. Een strategische schok. Veel krachtiger dan Al Qaida ooit was en neemt Rusland de Krim in. All ghosts are back!”

Osinga: ‘EU-airpower ging in 20 jaar van 3.000 naar 1.000 gevechtstoestellen – op ieder moment zijn er slechts 300 tot 400 inzetbaar’

“Essentieel in de nieuwe strijd blijkt strategische communicatie; Hoe schrik ik af of beïnvloed ik de wereld.” Daarbij geeft Osinga het voorbeeld van 3x dezelfde islamitische vrouw die rouwt bij het verlies van 3x een ander huis dat is gebombardeerd (foto boven). Media is het primaire domein: daarmee bereik je buitenproportionele effecten. Dat weet ISIS ook.

“En ondertussen is het ‘Putinisme’ gaande: de langzaam maar gestage opbouw van de Russische strijdkrachten tot het herstel van een supermacht: antiwesters en juist gericht op het ontwrichten van de westerse samenleving. Rusland koopt om, beïnvloedt en doet alles om ‘strijd’ zoals in de Krim, niet op oorlog te laten lijken.

Tel hier nog bij op de vluchtelingenstromen. Alles leidt tot uiteenvallen van westerse instituten. Onze beschaving staat onder druk. We worden omringd door een ring of fire en de NAVO onderkent dat. Die ziet ook verbrokkeling in Europa en geen eenduidige visie over internationale veiligheid. Met de huidige middelen wordt het voor het Westen steeds moeilijker de internationale veiligheid te handhaven.”

“Het Westen en het Oosten kijken heel anders naar – het dreigen met – de inzet van nucleaire middelen”, geeft Hellendoorn aan.

…en ook niet fraai

Is dit dan ‘het nieuwe normaal’ of zijn er meer in deze veranderende wereld? In dat kader verhaalt dr. Elmar Hellendoorn (Universiteit van Utrecht) over conventionele afschrikking versus nucleaire. “En dat ziet er niet fraai uit. In Russisch denken, ligt de nucleaire drempel erg laag: ‘weet dat we kunnen escaleren’, luidt hun waarschuwing. Nucleaire risico’s zijn nu misschien nog wel groter dan in de Koude Oorlog.”

Vraag vanuit het publiek: “Wat is de positie van Nederland in Europa en de wereld? We zijn 1 van de rijkste landen van Europa en zelfs de wereld, en de 3e investeerder in de USA. Maar ook staan we onderaan de ladder van investeringen, daar waar Frankrijk, Groot-Brittannië en nu ook Duitsland wél investeren.”

Hellendoorn: “MH17 was een wake-up call, net als de Brexit en Trump. Hoeveel wake-up calls heb je als land nodig? Tegelijkertijd, hoe maak je duidelijk dat Defensie belangrijk is. Bijvoorbeeld in een achterstandswijk. Je zult heel erg plat moeten antwoorden en investeren in strategische geletterdheid.”

Met de stelling ‘zou het KCT permanent over een KLu-liaison moeten (kunnen) beschikken, was 90% van de zaal het eens.

Korps Commandotroepen

Naast de luchtmacht was ook de landmacht ruim vertegenwoordigd op het APS met onder andere Commandant Korps Commandotroepen (KCT) kolonel Jelte Groen. “Special Operations Forces is een specialisme en niet overal voor in te zetten. Je hebt er eigenlijk specifieke ‘air assets’ voor nodig; niet parttime, maar SOF Air. Voor dit moment is ‘wie dient wie’ niet de vraag; we moeten als KLu en KCT vooral meer samenwerken.”

Van Deventer: ‘Om een 4tje F-16’s in te zetten, heb je een veelvoud daarvan nodig voor opleiding, training, onderhoud en overname van taken.’

Verrekijker

De luchtmacht kon tijdens gewapende inzet in de afgelopen decennia – vrijwel – ongehinderd gebruik maken van het luchtruim, geeft Luyt aan. “Maar die dominantie staat onder grote druk door nieuwe – vooral Russische – ontwikkelingen zoals luchtverdedigingssystemen. Rusland is bezig om zijn positie als supermacht terug te winnen. Daarbij staat vast dat overige westerse luchtmachten afhankelijk zijn van ondersteuning van de Verenigde Staten. Dat bleek al tijdens de inzet in de oorlog op Balkan in 1999 en is sindsdien niet meer veranderd.”

Dat zijn de inzetmogelijkheden van de F-16 gelukkig wel, geeft vlieger kolonel Johan van Deventer aan. “Destijds in Allied Force was mijn beste sensor een verrekijker – niet gelogen. Intussen hebben we geavanceerdere doelaanwijssystemen en een JTAC’s op de grond. Wanneer ik tijdens een nachtpatrouille boven Irak ineens een gevecht zie ontstaan, kan ik daardoor binnen 5 à 6 minuten een small diameter bomb droppen op de vijand die minder dan 100 meter van onze bevriende troepen zit. Dat is wat we nu normaal vinden.”

Kapitein Ane: “Als je midden in stedelijk gebied een doel moet aanvallen, is het een hele puzzel die je van tevoren al moet oplossen en klaarzetten”
De Amerikaanse kolonel Brian Kravitz vertelde vanuit zijn ervaring bij het 363 Intelligence Surveillance & Reconnaissance Wing; “to see is to know.”

Wat ook het nieuwe normaal is, schetst zijn jongere collega kapitein Ane. “Tegenwoordig heb je een veelheid aan sensoren nodig om een gebied te clearen. Via Link16 komen alle beelden in mijn cockpit en als mission commander neem je daar dan de weloverwogen beslissing over wel of niet aanvallen en hoe. Als vlieger heb je een krukje bij het raam en dus het beste beeld op wat wel en niet te doen.

Daarbij vliegen we met de F-16 alleen in zogenoemd onbetwist luchtruim. Het overgrote deel van Syrië is dat door dreiging van Russische systemen niet. Daar hebben we met onze F-16’s niets meer te zoeken; we kunnen onze missies daar simpelweg niet uitvoeren. Ook dat is het nieuwe normaal. Daarvoor heb je 5e generatie vliegtuigen en heel veel ondersteuning nodig.”

Kapitein Ane: ‘In Syrië hebben we door dreiging van Russische systemen met onze F-16’s niets meer te zoeken’

Brigadegeneraal prof. dr. Paul Ducheine (NLDA) sneed het onderwerp cyber aan en alles wat daarmee samenhangt. “Gaat u manoeuvreren in een informatie-omgeving”, vraagt Ducheine de aanwezigen. Zijn antwoord: “Duhûh. Het is geen vraag. U doet het dagelijks. Cyber is geen ver van ons bed show. De informatieomgeving doorsnijdt alle fysieke lagen. Een hacker met een computer kan daarom net zoveel schade veroorzaken als een gevechtseenheid. Ik heb potentieel wereldwijd bereik als ik verbinding heb. En een batterij”. “Cyber brengt een oorlog ver weg, dichtbij”, geeft Hans Folmer, Commandant Defensie Cyber Commando aan. “Maar omdat ontwikkelingen zo snel gaan, zullen we op dit gebied de komende jaren nog niet volledig operationeel zijn.”

Folmer: “We realiseren ons nog niet voldoende dat we midden in het informatiedomein zitten en niet meer zonder kunnen.”

Niet alleen

De wereld is dus onrustig en verandert snel. Luyt: “Als luchtmacht moeten we mee veranderen, willen we morgen en in de toekomst airpower kunnen blijven leveren. Want de manier waarop we vandaag zaken doen, is niet goed genoeg voor morgen. De nieuwe werkelijkheid dwingt ons tot transformatie. Nieuwe platformen en nieuwe sensoren invoeren en alles eruit sleuren wat erin zit. En als er 1 domein is waarvoor alle krijgsmachtdelen een oplossing nodig hebben, dan is dat wel cyber. Daarbij hebben we veel mankracht nodig om alle informatie te kunnen verwerken. Een grote uitdaging op weg naar die 5e generatie. 1 ding is heel duidelijk; daarvoor hebben we alles en iedereen nodig. Industrie, kennisinstituten en andere krijgsmachtdelen. We kunnen het als luchtmacht niet alleen.”

Luyt: “Dreiging is overal en dat merken we dagelijks: op 17 mei vliegen 2 Russische Sukhoi 24’s dicht langs Zr. Ms. Evertsen, op 10 mei is er de aanhouding van een veroordeelde jihad-ganger op Volkel.”

Tekst: Arno Marchand
Foto’s: sergeant-majoor Maartje Roos