Dit artikel hoort bij: de Vliegende Hollander 09 | 2016
‘Tijdperk van de bezuinigingen ligt echt achter ons’
Minister noemt het tijd voor stip op de horizon
Op Prinsjesdag was er gelukkig weer positief nieuws voor Defensie en dus ook de Koninklijke Luchtmacht, die met haar personeel in ruime mate in Den Haag present was. Op het investeringsniveau zoals de NAVO dat verlangt van haar partners zijn we nog niet, maar opnieuw krijgt Defensie er geld bij. Hieronder de reactie van de minister zelf en de Commandant Luchtstrijdkrachten, luitenant-generaal Dennis Luyt.
Voor het 4e jaar op rij maakt het kabinet extra geld vrij voor Defensie, tekent minister van Defensie Jeanine Hennis-Plasschaert aan. “Euro’s die hard nodig zijn om de basisgereedheid van de eenheden op orde te brengen en problemen en verkeerde keuzes in combinatie met bezuinigingen uit het verleden op te lossen. Tegelijkertijd moeten we ook laten zien wat er inmiddels allemaal wél gebeurt. We krijgen er veel geld bij! We laten het tijdperk van de bezuinigingen echt achter ons. Het is tijd voor die stip op de horizon, en daar stap voor stap naar toe willen werken.”
“Met dit extra budget kunnen de resterende beperkingen in de basisgereedheid worden weggenomen”, gaat Hennis verder. “Daarmee heeft dit kabinet in 4 jaar zo’n € 870 miljoen aan de begroting van Defensie toegevoegd. Terecht en noodzakelijk. De (internationale) veiligheidssituatie blijft tot de verbeelding spreken. En de gevolgen hiervan zijn tastbaar, ook voor onze samenleving.”
Lees meer over de gevolgen voor de Koninklijke Luchtmacht in onderstaande (verkorte) dagorder van de Commandant Luchtstrijdkrachten.
Luchtmachters,
Bij mijn aantreden en vlak voor de zomervakantie heb ik u met een dagorder op de hoogte gebracht van mijn drie speerpunten: herstel van de brede inzetbaarheid, transitie naar de 5e generatie luchtmacht en focus in innovatie. Naar aanleiding van Prinsjesdag wil ik nader ingaan op het herstel van de brede inzetbaarheid.
Op Prinsjesdag heeft het kabinet haar plannen en begroting voor 2017 gepresenteerd. Een belangrijk onderwerp is de verschillende conflicten en dreigingen waar Europa (en dus ook Nederland) voor staat. Deze situatie is in de plannen van het kabinet onder andere vertaald in een focus op een breed inzetbare krijgsmacht. Breed inzetbaar om toekomstige missies succesvol uit te voeren en breed inzetbaar om te voldoen aan de structureel hogere eisen die de NAVO stelt aan de beschikbaarheid en gereedheid van onze militairen en het materieel.
Het kabinet stelt structureel € 300 miljoen extra beschikbaar om tot een breed inzetbare krijgsmacht te komen. De luchtmacht ontvangt hiervan €35 miljoen per jaar. Met het toekennen van dit extra budget – plus het al toegevoegde budget in eerdere rondes – wordt van ons verwacht dat we de komende jaren de basisgereedheid op orde brengen.
Wat betekent dit voor de luchtmacht?
Jarenlang bezuinigen en het voortdurend inzetten van onze luchtmacht heeft grote impact gehad op onze mensen en het materieel. Gelukkig is dat breed onderkend en wordt er nu weer in onze luchtmacht geïnvesteerd. Aan ons de uitdaging om onze organisatie op orde te brengen en deze weer inzetbaar te maken voor alle denkbare scenario’s.
Vanuit dat perspectief zie ik het dan ook als onze gezamenlijke verantwoordelijkheid om met ingang van 2017 de vlieguren conform de opdracht van de CDS te realiseren. Om die vlieguren te kunnen maken, richten we ons voor elk wapensysteem op het wegwerken van het achterstallig onderhoud (aanpassingen in onze materieel logistiek en samenwerking met industriële partners). We zorgen voor voldoende mensen (verdeling schaars personeel) en materieel (nieuwe contracten voor reservedelen en grijpvoorraden op de werkvloer). Daarnaast kijken we kritisch naar nieuwe opleidings- en trainingsconcepten en oefenactiviteiten om de beschikbare vlieguren zo goed mogelijk te benutten.
Het herstel is alleen mogelijk door de beschikbaarheid van voldoende aantallen goed gekwalificeerde en gemotiveerde luchtmachters. Daarom wordt naast de investeringen in reservedelen en instandhouding ook een deel van de €35 miljoen per jaar besteed aan de personele gereedheid, geoefendheid, opleidingen, trainingen en kennisontwikkeling. Daarmee versterken we niet alleen het ijzer en de vlieguren, maar blijven we ook investeren in onze professionals.
Tot slot
Laat ik er geen doekjes om winden: het herstel van de brede inzetbaarheid is een proces van de lange adem. Niet alles is morgen of overmorgen geregeld. Zo hebben we reservedelen en nieuw materieel niet altijd meteen in huis. Maar wat er moet gebeuren is helder. Hoe precies, en wanneer, dat zal de komende tijd in overleg met u als professional verder worden uitgewerkt.
Daarbij is voor mij duidelijk: als team gaan we deze taak aan en gaan we de klus klaren. We gaan met elkaar zoveel mogelijk resultaat halen uit de aan ons toebedeelde extra middelen. Ik zie dat als onze gezamenlijke missie voor de komende tijd.
Commandant Luchtstrijdkrachten
Luitenant-generaal Dennis Luyt
Reactie Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV): Voor Defensie komt het er nu op aan dat een volgend kabinet de lijn omhoog vindt, en tenminste het Europese gemiddelde van 1,43 (van het Bruto Nationaal Product, red.) voor Defensie haalt. Dat betekent dat er minimaal €2 miljard nodig is, waarmee de gevolgen van de bezuinigingen van de afgelopen 20 jaar kunnen worden opgevangen.
Tekst: Arno Marchand
Foto’s: sergeant Hille Hillinga