02

Dit artikel hoort bij: Materieelgezien 08

REPMUS onmisbaar bij gevecht van de toekomst

Tekst Andre Twigt
Foto Sergeant-majoor Maartje Roos

Autonoom opereren en van elkaar leren

Vliegende en varende drones integreren in het operationele zee-optreden is voor fabrikanten, kennisinstituten en marines wereldwijd absoluut geen gesneden koek. De vloot heeft behoefte aan onbemande systemen die autonoom verkenningen achter de horizon kunnen uitvoeren. Maar een panklare oplossing hiervoor is er nog niet. Wel waren er tijdens de laatste editie van het experimenteerplatform REPMUS in Portugal enkele mooie successen te melden. ‘Stap voor stap boeken we vooruitgang’, aldus drone-expert en integrator Jeroen van het Commando Materieel en IT (COMMIT).

De High Eye Airboxer is volgens de fabrikant te vergelijken met een bemande helikopter: bewezen ontwerp en degelijke techniek.

Prestaties kunnen boven zee flink tegengevallen

Voor het eerst voerden een vliegende en een varende drone zelfstandig – dus zonder hulp van buitenaf en ver weg van het moederschip – een verkenningsmissie uit. De test was volgens integrator Jeroen van de Afdeling Maritieme Systemen (Directie Wapensystemen & Bedrijven) om meerdere redenen een succes. Op het moment van de test waren talloze spelers in het zeegebied voor de kust van Portugal bezig met experimenteren. “Dat bemoeilijkte het in stand houden van de verbinding met de drones, domweg doordat we allemaal vrij dicht op dezelfde golflengte zaten.”

Waard hierbij te vermelden, is dat volgens de specialist de opgetuigde infrastructuur ook heel goed functioneerde. Daardoor slaagden verscheidene schepen van het vlootverband er in om los van elkaar opdrachten naar de twee autonoom opererende drones te sturen. Daarmee werd een eerste stap gezet richting hoe de Koninklijke Marine in de nabije toekomst met vliegende drones wil opereren: in clusterverband en interoperabel. In die filosofie gebruikt niet alleen het moederschip, maar ook andere schepen van een eskader de drones. En worden onbemande systemen zo breed mogelijk ingezet.

Een digitale besturingsunit van een drone waarop een militair met een pen een commando geeft.
Op zee speelt het voortzettingsvermogen van een drone een veel grotere rol dan boven land.

Wat is REPMUS?

REPMUS staat voor Robotic Experimentation and Prototyping with Maritime Uncrewed Systems. Deze proeftuin voor onbemande systemen en militaire robotica brengt marines, industrie en kennisinstellingen samen om nieuwe technologie te testen op zee. Waar REPMUS ooit begon als kleinschalig experiment, groeide het uit tot éen van de grootste internationale laboratoria voor maritieme innovatie. Bij REPMUS ligt de focus op experimenteren. Tijdens de aansluitende NAVO-oefening Dynamic Messenger worden maritieme ontwerpen in een realistisch scenario en dito omgeving ingezet.

Een Acecore Noa drone, herkenbaar aan de 6 op zijn kop gemonteerde propellers.
De Acecore Noa van Nederlandse makelij is volgens de fabrikant bestand tegen de zwaarste omstandigheden. Zij kan een grote variëteit aan sensoren en camera’s meevoeren.

Direct en intensief

REPMUS bood deelnemers in de Baai van Tróia de gelegenheid om hun bedenksels naar believen te testen. “Voor fabrikanten is zo`n realistische omgeving onontbeerlijk”, begint collega-integrator Ferdinand. In het lab zijn de prestaties van drones vaak veelbelovend. Maar doordat bedrijven weinig gelegenheid hebben om hun ontwerpen boven zee te testen, kunnen de prestaties daar soms flink tegenvallen. Sterk wisselende weersomstandigheden maken dat de systemen bestand moeten zijn tegen de inwerking van zout, tegen corrosie en ook tegen golven en wind. “Ook kwamen we erachter dat sommige systemen moeite hadden met opstijgen en landen vanaf en op een bewegend dek.” Volgens Ferdinand werkt de industrie hard om drones robuuster en de besturing nog directer te maken. “Dat verbeteren, heeft gewoon tijd nodig.”

Een Acecore Noa drone aan dek van Zr.Ms. Johan de Witt.
De Acecore Noa is een drone uit de stal van het Nederlandse Acecore Technologies uit Uden.

Lang en ver

Het Commando Materieel en IT (COMMIT) werkte tijdens REPMUS met drie types: de DeltaQuad EVO, de Acecore Noa en de High Eye Airboxer. Deze Unmanned Aerial Vehicles (UAV) zijn gemaakt voor verkenning en elektronische oorlogsvoering. Alle drie zijn in staat om op grote afstand van het moederschip te opereren, maar of ze ook daadwerkelijk worden aangeschaft, is volgens Ferdinand nog geen gelopen race. “Als je lang en ver wil vliegen, biedt een ontwerp met vleugels uitkomst. Bij het landen, is een helikoptersysteem het handigst. Ook doordat de marine liever geen vergaande aanpassingen aan haar schepen wil doen.” Een drone met VTOL-eigenschappen (Vertical Take-Off and Landing) zou uitkomst kunnen bieden. Helaas kleven hier soms voor- en nadelen aan. Een mechanisch simpele drone kan moeilijke software nodig hebben om te sturen. En andersom. “Kortom, de industrie is er nog niet uit.”

Een schutter richt zijn jammer op een drone.
Andere tak van sport tijdens Dynamic Messenger is hoe een schip zich kan beschermen tegen drones. Een ultieme remedie is er volgens kenners nog niet. Er wordt naarstig gezocht naar wapens die effectief en ook economisch in gebruik zijn. De portable jammer van Drone Buster werd eveneens getest.

Autonoom samenwerken

De Afdeling Maritieme Systemen en het bedrijfsleven werken al zo`n zeven jaar samen binnen het Organiek Maritiem Drone Cohort. Een programma waarvan de collega’s van de Directie Maritieme Instandhouding (DMI) van de marine ook deel uitmaken. Binnen dit verband legt COMMIT zich toe op het autonoom laten samenwerken van clusters onbemande systemen. Grote hulp hierbij is Artificial Intelligence, dat handig kan zijn bij het detecteren van objecten op beeld, bij navigatie of het voorspellen van bewegingen. Wat AI volgens Ferdinand niet gaat doen, is zelf doelen bepalen of taken creëren. Sowieso blijft de mens in controle. De specialist vertelt dat AI taken sneller, efficiënter en effectiever zal maken. Waarbij hij benadrukt dat AI een middel is en geen doel op zich.

Deelnemers aan REPMUS

REPMUS 2025 telde 2.000 deelnemers, afkomstig uit 20 NAVO-landen. België, Duitsland, Frankrijk, Griekenland, Italië, Nederland, Polen, Roemenië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Zweden waren de grote spelers. Naast militairen deden ook commerciële bedrijven, academici en internationale organisaties mee onder de vleugels van de landen. Organisatie van REPMUS was in handen van de Portugese marine, de Experimentation Branch van de NAVO, de European Defence Agency en de Universiteit van Porto.

Op de foto de Acecore Noa.
De huidige manier van oorlogvoering is met drones erg veranderd. Op de foto de Acecore Noa, hoverend boven het helidek van Zr. Ms. Johan de Witt.

Niet meer te stoppen

De huidige manier van oorlogvoering is met drones erg veranderd. In tegenstelling tot bemande sorties zijn UAV’s in staat om uren of dagen in de lucht te blijven. Deze real time observatie maakt snellere besluitvorming mogelijk. Spiedende drones kun je ook koppelen aan wapensystemen, waardoor dreigingen snel en efficiënt uitgeschakeld worden. Hoewel voor de maritieme wereld nu nog toekomstmuziek, weet Ferdinand zeker dat deze ontwikkeling ook voor vlootverbanden op zee realiteit zal worden. “Beperking daarbij is niet zozeer de techniek, maar eerder de regelgeving. UAV's die zonder tussenkomst van de mens doelen op de korrel nemen, roepen vragen op. Bijvoorbeeld op het gebied van aansprakelijkheid, internationaal recht en beslissingsautoriteit. Nu is dit nog niet aan de orde, maar dat komt het wel. De revolutie van drones is niet meer te stoppen. Die gaat gewoon door en door.”

Het mouwembleem van REPMUS 2025 met daarop een drone.