Tekst kapitein Arthur van Beveren
Foto Frank van Beek | Video: sergeant-majoor BDAV Robbert Harteveld
Connectiviteit in het radiofrequentie-spectrum
De Sectie Connectiviteit van JIVC is het allround ‘verbindingsbedrijf’ van de krijgsmacht. Zeven teams dragen zorg voor de aanleg en onderhoud van de datatransportlaag die de verbindingen in binnen- en buitenland mogelijk maken. In dit laatste deel van een tweeluik bezoekt Materieelgezien het team Radiosystemen en de frequentiespecialisten van het team National Radio Frequency Agency kortweg NARFA.
Het werk van het team Radiosystemen speelt zich af op de grond maar het effect zit in de lucht. Want radiogolven maken gebruik van een natuurkundig fenomeen waarbij radiostralen op zo’n 80 tot 400 kilometer hoogte reflecteren tegen de ionosfeer, een laag om de aarde. Dat maakt het mogelijk dat een HF-zender in Nederland verbinding kan maken met een operationele eenheid waar ook ter wereld. Het team maakt daarvoor gebruikt van meerdere zend- en ontvangstations in Nederland en ondersteunt ook de marine bij de stations in het Caribisch gebied.
Terug van nooit weggeweest
Verspreid over het land bevinden zich kleinere en grotere antenneparken die dagelijks het contact faciliteren met eenheden. Maar ook de Kustwacht wordt ondersteund langs de Noordzeekust, Waddenzee, IJsselmeer en de Zeeuwse en Zuid-Hollandse stromen. Dit vanuit meerdere kleine locaties die zich in masten of bijvoorbeeld vuurtorens bevinden. De techniek is al oud maar heeft zich gedurende de jaren als zeer robuust bewezen. Satellietcommunicatie nam vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw een vaart, maar inmiddels is de waardering voor radiocommunicatie over lange afstanden weer terug. Zeker in de huidige gespannen tijd, waarin het storen van satellietcommunicatie-verbindingen een reële dreiging is. Dan is van groot belang dat je kunt terugvallen op een techniek die minder vatbaar is voor sabotage en bovendien plekken bereikt zoals de poolgebieden, die voor ander soorten verbindingen nog onbereikbaar zijn.
Tekst loopt verder onder video
Bekijk hoe de Antennegroep van het team Radiosystemen onderhoud pleegt op grote hoogte.
Modernisering
Hoewel het concept dus al langer bestaat, staat de techniek zeker niet stil. Ook voor het team Radiosystemen staan er grote moderniseringsprojecten vanuit de kustwacht en de marine voor de deur weet kapitein Chet Naloop, sindskort het nieuwe hoofd van het team. “Binnen nu en drie jaar vernieuwen we zo'n beetje al onze zend- en ontvangstradio’s op de locaties. Die zijn aan het eind van hun levensduur en steeds moeilijker in stand te houden. De nieuwe radio’s worden onder meer geleverd door Rohde & Schwarz, waar Materieelgezien al eerder een bezoek bracht. De nieuwe systemen zijn op alle vlakken een vooruitgang en maken bijvoorbeeld ook de stap naar de nieuwe NATO standaard BRE1TA mogelijk, wat de interoperabiliteit tussen de NATO partners enorm vergroot.”
Samenwerking
De grote projecten lopen soms gelijktijdig door elkaar en vragen daarom veel van het team van technici, die ernaast ook dagelijks de zenders en ontvangers operationeel moeten houden. Het vervangen van radio’s betekent daarnaast ook dat er infrastructurele- en systeemtechnische aanpassingen noodzakelijk zijn aan de locaties zelf. Daarom werken ze veelal samen met partners als de Directie Materiële Instandhouding van de marine, het Rijksvastgoedbedrijf, fabrikanten en de kustwacht en marine als opdrachtgevers. Daarmee wordt de continuïteit en betrouwbaarheid van de HF, VHF en UHF-dienstverlening voor de komende jaren verzekerd.
Werken op hoogte
Terwijl de radio’s veilig beschut in gebouwen en bunkers staan opgesteld, hebben de antennemasten het zwaarder te verduren. Ze bevinden zich vaak op onherbergzame plekken en staan bloot aan de elementen. Zeezout en wind en kou en extreme hitte doen wat met zo’n mast. Het is de driekoppige Antennegroep van het team Radiosystemen dat soms zelf in die omstandigheden het onderhoud en de bouw wereldwijd doet aan dit soort bouwsels. Deze specialisten zijn inmiddels klimexperts vanwege hun dagelijkse werk op hoogtes van 30 tot 75 meter. Naast de instandhouding van de eigen antennes zijn ze multi-inzetbaar en voeren ook onderhoud uit aan satellietschotels van verschillende grondstations.
Tekst loopt door onder video
NARFA deelt uit
Zomaar een radio aanzetten en op een eigen gekozen frequentie zenden zit er niet in. Voor elk gebruik van radioverkeer binnen de krijgsmacht moet een aanvraag worden gedaan bij het National Radio Frequency Agency (NARFA). “Ieder land moet een dergelijk bureau hebben dat zich bezighoudt met het toewijzen van frequenties voor apparatuur. Wij doen dat voor militairen in Nederland en Nederlandse militairen in het buitenland”, legt eerste luitenant en frequentiemanager Geert-Jan Schütte uit. “Want het spectrum kan vol zitten en dat zorgt voor storing. Het is dus belangrijk te weten wie wanneer welke frequentieband gebruikt. Wij wijzen toe, maar geven ook advies aan eenheden over de beste frequenties voor hun specifieke toepassing.”
HF, VHF en UHF
Iedere frequentieband heeft een bepaalde karakteristiek. High Frequency (HF) leent zich meer voor het maken van verbinding over heel grote afstand. Andere zoals Very High Frequency (VHF) zijn geschikt voor kortere afstanden. “VHF is natuurlijk het type radio dat wij met name binnen de landmacht en de mariniers heel veel gebruiken voor commandovoering op kortere afstand. Je moet daarbij denken aan de draagbare radio op de rug van een onderofficier of officier”, aldus Schütte. Collega-frequentiemanager luitenant ter zee der tweede klasse John de Vos vult aan: “Dan heb je nog Ultra High Frequency (UHF, red.) dat veel bij de marine wordt gebruiken. Binnen een verband liggen Schepen over het algemeen dicht bij elkaar in elkaars zicht. Het voordeel daarbij is dat je weinig activiteit in het frequentiespectrum veroorzaakt waardoor je niet snel opvalt.”
Wereldwijd verschillende richtlijnen
De frequentiemanagers hebben voor hun werk contact met talloze instanties in binnen- en buitenland legt Schütte uit. “Binnen Nederland beheert de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur van het Ministerie van Economische Zaken de civiele frequentieband. Hebben wij een keer frequentie buiten de militaire band nodig dan doen we zaken met hun. Andersom handelen wij weleens civiele aanvragen af zoals omroepbedrijven die op locatie een uitzending willen verzorgen via militaire frequenties.” Het wordt onoverzichtelijker in het buitenland. Zo heeft de Verenigde Staten ruim 400 bureaus die hetzelfde werk als NARFA doen, en per staat verschillend de regels over het gebruik van frequenties. Een radio die in Nederland gebruikt mag worden kan zomaar verboden zijn in een Amerikaanse staat. “Inmiddels hebben we een soort bijbel aan lokale regelingen, en na de anderhalf jaar dat ik hier werk kom ik nog dagelijks nieuwe dingen tegen”, vertelt collega-frequentiemanager luitenant ter zee der tweede klasse John de Vos.
Meer aanvragen
Naast het beheer van frequentietoewijzingen heeft NARFA ook een technische tak met spectrum-engineers die nieuwe apparatuur beoordelen en kijken of die in het spectrum in Nederland en daarbuiten ingezet kunnen en mogen worden. Met de nieuwe aandacht voor hoofdtaak 1 van de krijsmacht - beschermen van het eigen grondgebied en dat van bondgenoten – ziet het bureau ook een grote toename aan aanvragen voor frequenties en informatie. “Je ziet dat eenheden meer bezig zijn met welke frequenties ze het best kunnen gebruiken. Wij adviseren ze daarin. En er komen complexe vragen binnen zoals bijvoorbeeld de verplaatsing van 13 Lichte Brigade door Duitsland en Polen. Dat vergt heel veel afstemming met heel veel organisaties. Dan kunnen we terugvallen op vaste sets van frequenties die de NAVO van landen heeft gekregen.”
Werken voor Radiosystemen of NARFA?
Ook op hoogte werken voor de Antennegroep, nieuwe radio’s beproeven of frequenties toewijzen? Er zijn diverse militaire en burgerfuncties. Afhankelijk van je functie werk je op een vaste locatie of in het veld. Je voert werkzaamheden op locaties in Nederland maar ook in het buitenland uit. [Neem contact met ons op].
Wat de Sectie Connectiviteit nog meer doet lees je in dit artikel.